De tegenwoordige migraties vormen de grootste verplaatsing van mensen in alle tijden. In de laatste decennia is dit verschijnsel, waarbij 200 miljoen mensen betrokken zijn, een structureel gebeuren geworden in de hedendaagse maatschappij, en daarmee in sociaal, cultureel, politiek, godsdienstig, economisch en pastoraal opzicht een steeds ingewikkelder probleem.
De Instructie wil het migrantenpastoraat bij de tijd brengen, en daarbij rekening houden met de nieuwe migrantenstromen met hun eigen kenmerken. Er zijn immers reeds vijfendertig jaar verstreken sinds de verschijning van het
Motu proprio van Paus Paulus VI en de Instructie van de Congregatie voor de Bisschoppen .
De Instructie wil dus een kerkelijk antwoord geven op de nieuwe pastorale behoeften van de migranten, om hen op hun beurt ertoe te brengen van hun ervaring als migrant te profiteren, niet alleen om hun leven als christen verder te ontwikkelen, maar ook voor nieuwe evangelisatie en missionering. Het document beoogt tegelijk ook een concrete toepassing te geven van de regelgeving zoals deze staat in het
en
, om daarmee meer adequaat in te gaan op de eigen pastorale noden van de steeds talrijker gelovigen die afkomstig zijn uit het Oosten.
De samenstelling van de migratie in deze tijd vraagt een oecumenische benadering van dit verschijnsel, vanwege de aanwezigheid van veel christenen die niet in volle communio zijn met de katholieke Kerk. Ook is de interreligieuze dialoog noodzakelijk, omdat er steeds meer tot andere godsdiensten behorende migranten, met name moslims, zijn in van oudsher katholieke landen, en omgekeerd. Ook dringt zich een strikt pastorale behoefte op, namelijk het bevorderen van een pastoraat dat trouw is aan onze pastorale structuren en tegelijk open staat voor nieuwe ontwikkelingen. Deze structuren moeten de communio kunnen waarborgen tussen hen die op het gebied van migratie werkzaam zijn, en de plaatselijke hiërarchie in het land van opvang. Deze hiërarchie blijft het beslissend orgaan van de kerkelijke bekommernis om de migranten.
In het kort schetst het document enige oorzaken van het migratiegebeuren (globalisering, demografische veranderingen met name in de geïndustrialiseerde landen, groeiende ongelijkheid tussen Noord en Zuid, voortwoekering van conflicten en burgeroorlogen). Vervolgens onderstreept het de grote psychische moeilijkheden die migratie in het algemeen met zich meebrengt voor de enkeling, met name voor vrouwen en kinderen, en voor gezinnen. Met dit alles rijst het morele vraagstuk hoe te komen tot een nieuwe internationale economische orde, waarbij de goederen van de aarde op rechtvaardiger wijze verdeeld worden, en de internationale gemeenschap wordt gezien als een familie van volkeren waarin het Internationaal Recht van toepassing is. Vervolgens biedt het document een bijbels en theologisch kader, wijst het aan, welke plaats de migratie in de heilsgeschiedenis inneemt en schetst haar als een 'teken van de tijd' en van Gods aanwezigheid in de geschiedenis en in de mensengemeenschap die op weg is naar de universele communio.
Een korte historische uitweiding getuigt van de bekommernis van de Kerk voor de migranten en asielzoekers zoals die blijkt uit de kerkelijke documenten vanaf tot het Tweede Vaticaans Concilie, de Instructie en de daarop volgende canonieke normen. Uit dit alles komen belangrijke theologische en pastorale inzichten naar voren. Het gaat daarbij over de centrale plaats van de migrant als mens en de verdediging van zijn rechten, over het kerkelijk en missionair aspect van de migratie zelf, over de vraag welke pastorale bijdrage kan worden geleverd door de lekengelovigen, door Instituten van Godgewijd leven en Sociëteiten van apostolisch leven, over het tot haar recht doen komen van de verschillende culturen bij het evangelisatiewerk, over de bescherming en het naar waarde schatten van minderheden, ook binnen de plaatselijke Kerk, over het belang van de dialoog, zowel
intra als
extra, en ten slotte over de bijdrage die migratie kan leveren aan de wereldvrede.
Ook andere onderwerpen worden aan de orde gesteld, zoals de noodzaak van 'inculturatie', de visie op de Kerk als communio, zending en volk van God, de steeds actuele noodzaak van een eigen migrantenpastoraat, de betrokkenheid van alle leden van het mystieke Lichaam van Christus bij dialoog en zending, en de plicht een cultuur te scheppen waarin de migrant welkom is en solidariteit ervaart. Dit alles om de speciale pastorale situaties na te gaan die een uiteenlopend beroep op ons doen, naargelang het gaat om katholieke migranten van de Latijnse of oosterse ritus, om christenen uit andere kerken of kerkelijke gemeenschappen of ook uit andere godsdiensten, met name uit de islam.
Vervolgens wordt de juridische en pastorale status omschreven van de pastorale werkers, met name die van de voor migranten bestemde priesterzielzorgers en missionarissen en van hun nationale coördinatoren, van de diocesane parochiegeestelijkheid, van priesters, broeders en zusters uit religieuze congregaties, van leken, van hun genootschappen en van kerkelijke bewegingen. Aan hun apostolische werk wordt een beschouwing gewijd vanuit de visie op een gezamenlijk communio-pastoraat.
Een ander belangrijk punt dat dit document aangeeft en aan de particuliere Kerken voorhoudt is het tot een geheel smeden van de pastorale structuren (de reeds bestaande en die welke worden voorgesteld), en het kerkelijk opnemen van de migranten in de gewone pastoraal - met volledige eerbiediging van hun gerechtvaardigde verscheidenheid en hun geestelijk en cultureel erfgoed. Wil het pastoraat door en met de migranten worden tot een duidelijk teken van de universele Kerk en de
missio ad gentes, als een broederlijke en vreedzame ontmoetingsplaats, een huis dat openstaat voor iedereen, een school voor communio die wordt aangeboden en aanvaard, van verzoening waarom wordt gevraagd en die wordt verkregen, van broederlijk welkom en solidariteit en van waarachtige vooruitgang als mens en christen, dan is deze integratie de wezenlijke voorwaarde daarvoor.
De Instructie wordt besloten met een 'juridisch-pastorale Ordonnantie', die in geëigende taal wijst op de plichten, verantwoordelijkheden en taak van hen die werken in het migrantenpastoraat en van de verschillende kerkelijke organisaties die met dit pastoraat belast zijn.
Stephen Fumio Kardinaal Hamao
President + Agostino Marchetto
Titulair Aartsbisschop van Astigi
Secretaris
Pauselijke Raad voor Migratie en Toerisme