Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters,
Deze morgen heb ik tijdens de Mis in de Sixtijnse Kapel het Doopsel toegediend aan enkele pasgeborenen. Dit gebruik heeft te maken met het feest van de Doop van Jezus, waarmee de liturgische Kerst tijd eindigt. Het Doopsel suggereert zeer goed de globale betekenis van de feesten van waarvan het thema “
kind van God worden” een overheersend element is, dank zij de komst van de Enige Zoon in onze mensheid. Hij is mens geworden opdat wij kinderen van God zouden kunnen worden. God is “
geboren” opdat wij zouden kunnen “
herboren” worden. Deze begrippen komen onophoudelijk terug in de liturgische teksten van Kerstmis en zijn een reden tot nadenken en begeesterende hoop. Denken we aan wat de heilige Paulus schrijft aan de
Galaten: “God heeft zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, opdat Hij hen die onder de wet stonden zou bevrijden, opdat wij de rang van zonen zouden verkrijgen” ; en ook de heilige Johannes schrijft in de proloog van zijn Evangelie: “Aan allen echter die Hem wèl aanvaardden, ... gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden” . Dit wonderbaar mysterie van onze “tweede geboorte” – de geboorte van een mens uit den hoge, uit God – voltrekt zich en laat zich samenvatten in het sacramentele teken van het Doopsel.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Met dit Sacrament wordt de mens werkelijk “zoon”, kind van God. Vanaf dat ogenblik bestaat het doel van zijn bestaan erin om vrij en bewust de bestemming te bereiken die de mens van in het begin had. “Wordt wat ge zijt”, is het opvoedkundig basisprincipe van de mens die door de genade gered werd. Dit principe vertoont talrijke analogieën met de groei van de mens, waar de band tussen ouders en kinderen langsheen onthechtigingen en crisissen overgaat van totale afhankelijkheid naar het besef van kind te zijn, naar dankbaarheid voor de gave van het gekregen leven en naar de rijpheid en bekwaamheid om leven te geven. Door het Doopsel tot nieuw leven verwekt, begint de christen ook aan zijn weg van groei in het geloof dat hem ertoe zal leiden om God bewust “Abba – Vader” te noemen, om zich tot dankbaar tot Hem te richten en te leven in de vreugde Zijn kind te zijn.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Uit het Doopsel vloeit ook een model voort van samenleving: de samenleving van broeders. Men kan geen broederschap tot stand brengen met een ideologie, nog minder met een decreet door gelijk welke macht uitgevaardigd. Men erkent elkaar als broeders vanuit het nederig maar diepe besef kinderen te zijn van de ene hemelse Vader. Als christenen komt ons dank zij de Heilige Geest die we in het Doopsel ontvangen hebben, de gave en het engagement toe als kinderen van God en als broeders te leven, om “gist” te zijn in een nieuwe mensheid, solidair en rijk aan vrede en hoop. Op dat vlak helpt ons niet alleen het besef een Vader in de hemel te hebben, maar ook een moeder, de Kerk, van wie de Maagd Maria het eeuwige model is. Wij vertrouwen Haar de kinderen toe die zopas gedoopt werden en hun familie en vragen voor iedereen de vreugde iedere dag “uit den hoge” herboren te worden, uit Gods liefde die ons tot Zijn kinderen maakt en tot broeders van elkaar.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Na afloop van het bidden van het Angelus{in het Italiaans}
In het bijzonder hebben twee zaken recent mijn aandacht getrokken, namelijk de zaak van de migranten op zoek zijn naar een beter leven in landen die hen nodig hebben om diverse redenen, en de conflicten in diverse delen van de wereld waar Christenen onderhevig zijn aan aanvallen, zelf gewelddadige.
We moeten beginnen vanuit het hart van het probleem! We moeten beginnen bij de betekenis van de persoon! Een immigrant is een mens, verschillend van afkomst, cultuur en traditie, maar een persoon die gerespecteerd moet worden met rechten en plichten, vooral, op het terrein van het werk, waar de verleiding tot uitbuiting het sterkst is, maar ook aangaande de concrete condities van het leven.
Geweld mag nooit een middel zijn voor het oplossen van problemen. De moeilijkheid is voor alles die van de mens! In nodig iedereen uit om in het gezicht van de nader te kijken en te zien dat deze een ziel heeft, een verhaal en een leven. Hij is een persoon en God heeft hem lief zoals Hij mij lief heeft.
Ik wil dezelfde overwegingen voorstellen aan de mensheid aangaande de religieuze diversiteit. Het geweld naar Christenen in sommige landen heeft de minachting van velen gewekt, vooral omdat het in de heiligste tijd van de Christelijke traditie tot uiting is gekomen. Het is noodzakelijk dat zowel politieke als godsdienstige instellingen - ik benadruk dit - hun verantwoordelijkheid niet verontachtzamen. Er kan geen geweld zijn in naam van God, noch kunnen wij denken dat wij Hem eren door de waardigheid en de vrijheid van onze gelijken te beledigen.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3350-door-het-doopsel-keert-de-mens-terug-naar-zijn-uiteindelijke-nl