Inhoudsopgave
- Inhoud
Zonder een uitgeschreven tekst te volgen, hield de Paus deze homilie. De diverse, door het Vaticaan gepubliceerde bewerkingen en vertalingen, vertonen verschillende versies van de tekst. In onderstaande vertaling is de Franstalige versie gevolgd.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Ik zou in deze korte homilie enkele woorden willen zeggen over het gebed waarmee deze Vespers eindigen; want het lijkt me dat in dit gebed de passage uit de
Brief aan de Romeinen die zojuist gelezen werd, als gebed geïnterpreteerd en getransformeerd wordt. Het gebed bestaat uit twee delen: een adressering - een geadresseerde, om zo te zeggen - en vervolgens het gebed dat uit twee vragen bestaat.
Vert.: Afsluitend gebed van de Vespers van vrijdag van de vierde week, waarnaar de Paus verwijst: "Almachtige en barmhartige God, Gij hebt gewild dat Christus, uw Zoon, zou lijden voor het heil van de wereld. Wij bidden U: wek in uw volk het verlangen zich aan U als een levende offergave aan te bieden om geheel vervuld te worden van uw liefde. Door onze Heer." (Uit: Getijdenboek)
|
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Laat ons beginnen met de geadresseerde, een deel dat ook uit twee bestaat: hier moet het “gij” tot wie we ons richten, een beetje geconcretiseerd worden zodat we krachtiger aan Gods hart kunnen aankloppen. In de Italiaanse tekst lezen we: “Barmhartige Vader”. De oorspronkelijke Latijnse tekst is een beetje langer; daar staat “Almachtige, barmhartige God”. In heb ik getracht de prioriteit van God aan te tonen, of het nu in het persoonlijk leven is of in het leven van de geschiedenis, de samenleving, de wereld.
De relatie met God is zeker een diep persoonlijke zaak en de mens is een wezen in relatie; wanneer de fundamentele relatie – de relatie met God – niet levendig is, niet beleefd, kunnen alle andere relaties hun juiste vorm niet krijgen. Ook hier, als God ontbreekt, als God buiten beschouwing gelaten wordt, als God afwezig is, ontbreekt het ons aan een kompas dat het geheel der relaties aanwijst om de weg, de oriëntatie te vinden, zodat men weet hoe te gaan.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
God! We moeten de werkelijkheid van God opnieuw in de wereld brengen, Hem laten kennen en aanwezig brengen. Maar God, hoe Hem kennen? Tijdens de “ad limina” bezoeken spreek ik met de bisschoppen, vooral die van Afrika, maar ook van Azië, Latijns Amerika waar nog traditionele godsdiensten bestaan, precies over deze godsdiensten. Er zijn veel details die natuurlijk verschillen, maar er zijn ook gemeenschappelijke elementen. Allen weten dat God bestaat, één enkele God, dat God een woord is in het enkelvoud, dat de goden God niet zijn, dat God er is, de God. Maar tegelijk lijkt deze God afwezig, zeer ver, Hij lijkt in ons dagelijks leven niet binnen te komen, Hij verbergt zich, wij kennen Zijn gelaat niet. En zo houdt de godsdienst zich grotendeels bezig met dingen, meer vertrouwde krachten, geesten, voorouders, enzovoort, want God zelf is te veraf en daarom moet men strijden met meer vertrouwde krachten. Evangelisatie ligt nu juist in het feit dat de verre God dichterbij komt, dat God niet ver meer is, maar dichtbij, dat deze “Bekende - Onbekende” zich nu werkelijk laat kennen, Zijn gelaat toont, zich openbaart: de sluier over Zijn gelaat verdwijnt, en Hij toont werkelijk Zijn gelaat, Hij komt binnen in onze wereld. Wij moeten niet blijven strijden met die andere krachten, want Hij is de ware kracht, Hij is de Almachtige.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Ik weet niet waarom het woord “Almachtig” in de Italiaanse tekst werd weggelaten, het is echter waar dat wij ons door de Almachtige een beetje bedreigd voelen: Hij lijkt onze vrijheid te beperken, Hij lijkt een te zware last. Doch wij moeten leren dat de almacht van God geen willekeurige kracht is, want God is de Goedheid, Hij is de waarheid, en dus kan God alles, maar Hij kan niet ingaan tegen het goede, Hij kan niet handelen tegen de waarheid, Hij kan niet handelen tegen de liefde en tegen de vrijheid, want Hijzelf is de goedheid, Hij is de liefde, Hij is de ware vrijheid. Al wat Hij doet kan dus nooit tegengesteld zijn aan de waarheid, de liefde en de vrijheid. Het tegendeel is waar. Hij, God, is de behoeder van onze vrijheid, van de liefde, van de waarheid. Het oog dat naar ons kijkt is geen boos oog dat ons bewaakt doch de aanwezigheid van een liefde die ons nooit in de steek laat en die ons de zekerheid geeft dat goedheid betekent; bestaan, leven; het is het oog van de liefde die ons adem geeft om te leven.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Almachtige en barmhartige God. Een Romeins gebed, geïnspireerd door de tekst uit het boek Wijsheid, zegt: “Gij, God, Gij toont Uw almacht in vergeving en barmhartigheid”. Het hoogtepunt van Gods macht is de barmhartigheid, de vergeving. In ons huidig werelds machtsbegrip, denken wij aan iemand met veel eigendom, een autoriteit in de economische wereld, iemand die kapitaalkrachtig is, die de wereldmarkt kan beïnvloeden. Wij denken aan iemand die over militaire macht beschikt, die kan dreigen. De vraag van Stalin: “over hoeveel legereenheden beschikt de Paus?” typeert de algemene idee over macht. Macht heeft wie die gevaarlijk kan zijn, die kan bedreigen, vernietigen, die veel wereldse dingen heeft. Maar de Openbaring zegt ons: “Zo is het niet”; ware macht is de macht van de genade en de barmhartigheid. In de barmhartigheid toont God de ware macht.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Het tweede gedeelte van de geadresseerde zegt ons: “gij hebt de wereld vrijgekocht, door de passie, het lijden van Uw Zoon”. God heeft geleden en in de Zoon lijdt Hij met ons. En dat is het hoogtepunt van Zijn macht die in staat is met ons te lijden. Zo toont Hij de ware Goddelijke macht: Hij wou met en voor ons lijden. In ons lijden zijn wij nooit alleen. God heeft vooreerst in Zijn Zoon geleden en nu is Hij ons nabij in ons lijden.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Doch er rest nog een moeilijke vraag, die wij nu niet ten volle kunnen uitdiepen: waarom was het lijden nodig om de wereld te redden? Het was nodig omdat in de wereld een oceaan van kwaad bestaat, van ongerechtigheid, haat, geweld, en de vele slachtoffers van haat en ongerechtigheid hebben recht op gerechtigheid. Vergeven is niet negeren maar transformeren; dat wil zeggen dat God in deze wereld moet binnenkomen en tegenover de oceaan van ongerechtigheid de grotere oceaan van goedheid en liefde stellen. En dat is gebeurd op het Kruis: vanaf dat ogenblik staat tegenover de oceaan van het kwaad een oneindige stroom, die dus altijd groter is dan al de ongerechtigheid in de wereld, een stroom van goedheid, waarheid, liefde. God vergeeft dus door de wereld te transformeren en door in onze wereld binnen te komen opdat er werkelijk een kracht zou zijn, een stroom van goedheid die groter is dan het kwaad dat ooit zal kunnen bestaan. Zo wordt de adressering aan God, een adressering aan ons: deze God nodigt ons uit aan Zijn kant te komen staan, uit de oceaan van kwaad, haat, geweld en egoïsme te stappen en ons te identificeren met, binnen te gaan in de stroom van Zijn liefde.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Dat is precies de inhoud van het eerste deel van het gebed dat volgt: “Maak dat Uw Kerk zich aan U geeft als een levende en heilige offergave”. Deze vraag die tot God gericht is, richt zich ook tot ons. Het is een verwijzing naar twee teksten uit de brief aan de Romeinen In het eerste zegt Sint Paulus dat we levende offergave moeten worden. Wijzelf, met heel ons wezen, wij moeten aanbidding, offer zijn, onze wereld teruggeven aan God en zo de wereld transformeren. Het tweede is wat Paulus beschrijft over het priesterlijke apostolaat De functie van het priesterschap is de wereld te wijden opdat zij een levende hostie zou worden, opdat de wereld liturgie zou worden: moge de liturgie niet iets zijn naast de werkelijkheid die de wereld is, maar moge de wereld zelf een levende hostie, liturgie worden. En dan het grote visioen dat ook Teilhard de Chardin had: aan het einde zullen we een ware kosmische liturgie hebben, waarin de kosmos tot levende hostie geworden is. En bidden wij de Heer opdat Hij ons zou helpen in die zin priester te zijn om te helpen aan de omvorming van de wereld door God te aanbidden, te beginnen met onszelf. Moge ons leven over God spreken, moge ons leven werkelijk liturgie zijn, verkondiging van God, deur waarlangs de verre God de nabije God wordt, werkelijk een gave van onszelf aan God.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Vervolgens de tweede vraag. Wij bidden: “Maak dat Uw volk steeds de volheid van Uw liefde zou ervaren”. In de Latijnse tekst staat: “Verzadig ons met Uw liefde”. Zo inspireert de tekst zich aan de Psalm die wij gezongen hebben: “Open Uw hand en verzadig de honger van iedere levend wezen”. Hoe groot is de honger op aarde, een honger naar brood in zovele delen van de wereld: Uwe Excellentie heeft ook gesproken over het leed van de gezinnen hier: honger naar gerechtigheid, honger naar liefde. En met dit gebed richten wij ons tot God: “Open Uw hand en verzadig werkelijk de honger van ieder levend wezen. Verzadig onze honger naar de waarheid, naar Uw liefde”. Zo zij het. Amen.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3067-almachtige-barmhartige-god-nl