Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Geliefde broeders en zusters,
Met de viering van de werd, zoals u weet, op 28 juni het afgesloten, ter herinnering aan het tweede millennium van de Apostel der Volken. Wij danken de Heer voor de geestelijke vruchten van dit belangrijk initiatief voor vele christengemeenschappen. Als kostbare erfenis van het Paulusjaar kunnen wij de uitnodiging van de apostel aannemen om de kennis van het Christusmysterie te verdiepen, opdat Hij het hart en het centrum van ons persoonlijk en gemeenschappelijk leven zou zijn. Dat is inderdaad de onmisbare voorwaarde voor een waarachtige spirituele en kerkelijke vernieuwing. Zoals ik reeds benadrukte in de , is het precies in de totale gemeenschap met Christus dat “ieder ander element van het kerkelijk leven tot stand komt, in de eerste plaats de gemeenschap onder de gelovigen, het engagement om het Evangelie te verkondigen en ervan te getuigen, de geestdrift van de liefde voor iedereen - in het bijzonder voor armen en kleinen”. Dat geldt vooreerst voor de priesters. Daarom danken wij de Goddelijke Voorzienigheid die ons nu de gelegenheid geeft het te vieren. Ik wens van ganser harte dat het voor iedere priester een gelegenheid zal zijn voor innerlijke vernieuwing en bijgevolg voor ernstigere en krachtigere inzet voor de eigen zending.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Zoals in het de heilige Paulus onze constante referentie was, zo zullen wij ons de volgende maanden vooral richten tot de heilige Jean-Marie Vianney, de heilige pastoor van Ars, ter herdenking van de 150e verjaardag van zijn dood. In de geschreven heb, wou ik benadrukken wat in het leven van deze eenvoudige dienaar van het altaar schitterde: “zijn totale identificatie met zijn ambt”. Hij zei graag dat “een goede herder, een herder naar Gods hart, de grootste schat is die de goede God aan een parochie kan geven en één van de kostbaarste gaven van de Goddelijke barmhartigheid”. En alsof hij er niet bij kon geloven in de grootheid van de gave en de plicht die een arm menselijk schepsel toevertrouwd worden, zuchtte hij: “Oh! hoe groots is de priester! Indien hij het zou begrijpen, hij zou het besterven ... God gehoorzaamt hem: hij zegt twee woorden en Onze Heer daalt op zijn woord uit de hemel neer en sluit zich op in een kleine hostie”.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Waarlijk, als men de samenstelling “identiteit - zending” onder ogen neemt, kan de priester beter de noodzaak van deze identificatie met Christus aanvoelen, wat hem trouw en vruchtbaarheid van het evangelisch getuigenis garandeert. Het thema van het – “Trouw van Christus, trouw van de priester” – onderlijnt dat de gave van Gods genade voorafgaat aan ieder mogelijk antwoord van de mens en iedere pastorale verwezenlijking, en zo zijn in het leven van de priester missionaire verkondiging en eredienst niet te scheiden, zoals ook ontologische - sacramentele identiteit en evangeliserende missie nooit kunnen gescheiden worden. Trouwens, wij kunnen zeggen dat het doel van de zending van elke priester deel uitmaakt van de eredienst zodat alle mensen zich aan God zouden kunnen aanbieden als een levende, heilige hostie die God welgevallig is , die in de schepping, in de mensen, eredienst wordt, lof aan de Schepper; en waardoor zij de liefde ontvangen die zij geroepen zijn overvloedig met elkaar te delen. De heilige Johannes Chrysostomus zei bijvoorbeeld dat het sacrament van het altaar en het “sacrament van de broeder” of wat hij het “sacrament van de arme”noemt, twee aspecten zijn van hetzelfde mysterie. Naastenliefde, aandacht voor gerechtigheid en voor de armen zijn niet alleen onderwerpen van sociale moraal, doch eerder de uitdrukking van een sacramentele opvatting van christelijke moraliteit want door het ambt van de priesters voltrekt zich het geestelijke offer van alle gelovigen, in vereniging met het offer van Christus, de enige Middelaar: offer dat de priesters op onbloedige wijze en sacramenteel opdragen in afwachting van de nieuwe komst van de Heer. Dat is de belangrijkste en essentieel missionaire en dynamische dimensie van de priesterlijke identiteit en bediening: door de verkondiging van het Evangelie wekken zij het geloof op bij hen die nog niet geloven opdat zij hun offer zouden verenigen met het offer van Christus, dat zich vertaalt in liefde voor God en de naaste.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Geliefde broeders en zusters, tegenover zoveel onzekerheden en moeilijkheden meer bepaald in de uitoefening van het priesterambt, is het noodzakelijk opnieuw een duidelijk en ondubbelzinnig inzicht te krijgen in het absolute primaat van de Goddelijke genade; dit herinnert ons aan wat de heilige Thomas van Aquino schrijft: “de kleinste gave van de genade overstijgt het natuurlijke goed van heel het universum”. De zending van elke priester zal dus ook en vooral afhangen van het besef van de sacramentele werkelijkheid van zijn “nieuwe zijn”. Van de zekerheid van zijn identiteit die niet artificieel opgebouwd is, maar gratis en door God gegeven en aangenomen, hangt het steeds hernieuwde enthousiasme af van de priester voor de zending. Wat ik in de Encycliek “” geschreven heb, geldt ook voor de priesters: “Christen zijn wordt niet in eerste instantie bepaald door een ethische beslissing of hoogstaand idee, doch door een ontmoeting met een gebeurtenis, met een Persoon, die ons leven een nieuwe horizon en daarmee de beslissende richting geeft”.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Daar priesters door hun “wijding” zo een buitengewone genadegave ontvangen hebben, worden zij permanente getuigen van hun ontmoeting met Christus. Uitgaande van dit innerlijk besef, kunnen zij hun zending ten volle vervullen door de verkondiging van het Woord en de toediening van de Sacramenten. Na het had men soms de indruk dat in de zending van de priesters in onze tijd, iets anders noodzakelijker was; sommigen dachten dat men in de eerste plaats een andere samenleving moest opbouwen. Doch de bladzijde uit het Evangelie die wij bij de aanvang beluisterd hebben, herinnert ons aan de twee essentiële elementen van het priesterambt. Jezus zendt in deze tijd, vandaag, apostelen uit om het Evangelie te verkondigen en hun de macht te geven boze geesten uit te drijven. “Verkondiging” en “macht”, dat wil zeggen “woord” en “Sacrament”, dat zijn dus de twee fundamentele zuilen van de priesterlijke dienst, boven alle mogelijke uiterlijke vormen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Als men geen rekening houdt met het tweeluik wijding-zending, wordt het werkelijk moeilijk de identiteit van de priester en zijn ambt in de Kerk te begrijpen. Inderdaad, wie is de priester tenzij een man die bekeerd en vernieuwd is door de Geest, die leeft van de persoonsrelatie met Christus door zich de evangelische criteria voortdurend eigen te maken? Wie is de priester tenzij een man van eenheid en waarheid, bewust van zijn beperktheden en tegelijk van de buitengewone grootheid van de ontvangen roeping, namelijk bij te dragen tot de uitbreiding van het Rijk Gods tot aan de uiteinden van de aarde? Ja! De priester is een man die volledig toebehoort aan de Heer, want God zelf heeft hem geroepen en aangesteld in Zijn apostolische dienst. En juist door volledig toe te behoren aan de Heer, behoort hij ook helemaal toe aan de mensen voor de mensen. Bidden wij in dit dat loopt tot het volgende , voor alle priesters. Moge in de bisdommen, religieuze gemeenschappen - vooral in de monastieke, in verenigingen en bewegingen, in verschillende pastorale groepen overal ter wereld, initiatieven van gebed en vooral van Eucharistische aanbidding toenemen voor de heiliging van de geestelijken en voor priesterroepingen, als antwoord op Jezus’ uitnodiging om “de heer van de oogst” te vragen “arbeiders te sturen om te oogsten” . Het gebed is het eerste engagement, is de ware weg tot heiliging van de priesters en de ziel van een authentieke roepingenpastoraal. Het lage aantal priesterwijdingen in sommige landen moet niet alleen ontmoedigen maar moet een aanzet zijn om de ruimten voor stilte en het beluisteren van het Woord te vermeerderen, om de geestelijke leiding en het Biechtsacrament beter te verzorgen, opdat Gods stem die altijd blijft roepen en bevestigen, door vele jongeren kan gehoord en dadelijk gevolgd worden. Wie bidt heeft geen angst; wie bidt is nooit alleen; wie bidt redt zich! Het voorbeeld van een leven dat gebed werd, is zonder enige twijfel de heilige Jean-Marie Vianney. Moge Maria, Moeder van de Kerk, alle priesters helpen om zijn voorbeeld te volgen, ten einde zoals hij getuigen van Christus te zijn en apostelen van het Evangelie.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/3015-gebed-is-de-eerste-taak-van-de-priester-nl