Pontificalis Romani Recognitio
x
Informatie over dit document
Pontificalis Romani Recognitio
Ter goedkeuring van de nieuwe ritueel van de diaken-, priester- en bisschopswijding
Paus Paulus VI
18 juni 1968
Pauselijke geschriften - Apostolische Constituties
NRL
Alineanummering en -verdeling en tussentitels: redactie
Alineanummering en -verdeling en tussentitels: redactie
18 juni 1968
12 november 2018
2719
nl
Referenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
Paulus Bisschop dienaar der dienaren Gods ter eeuwige gedachtenis.
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
1
De herziening van het Romeins Pontificaal [2695] is niet alleen in algemene termen voorgeschreven door het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] Sacrosanctum Concilium [[570|25]], maar is ook geregeld door de bijzondere normen waarin deze kerkvergadering opdracht heeft gegeven het ritueel van de wijdingen, zowel wat betreft de ceremonies als de teksten Sacrosanctum Concilium [[570|76]], te wijzigen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Bisschopswijding
Op de eerste plaats evenwel komen hiervoor in aanmerking die wijdingsrituelen welke betrekking hebben op het Sacrament van het Priesterschap, dat door zijn toediening in verschillende graden ten grondslag ligt aan de kerkelijke hiërarchie: 'aldus wordt de kerkelijke ambtsbediening, van Godswege ingesteld, in verschillende orden uitgeoefend door hen die van oudsher al bisschoppen, priesters en diakens worden genoemd'. Lumen Gentium [[617|28]]
Bij de herziening nu van de wijdingsrituelen, moet men, afgezien van de algemene beginselen die overeenkomstig de voorschriften van het Tweede Vaticaans Concilie voor geheel de vernieuwing van de liturgie gelden, vooral rekening houden met de belangrijke leer over de aard en de effecten van het Sacrament van het Priesterschap, zoals deze door het Concilie in de Constitutie over de Kerk [617] is geformuleerd; juist deze leer moet in de liturgie op de wijze die haar eigen is tot uitdrukking worden gebracht, want 'de teksten en riten moeten zó worden opgesteld dat zij het heilige, dat zij in tekenen aanduiden, duidelijker tot uitdrukking brengen en dat het christenvolk dit heilige zo gemakkelijk mogelijk kan begrijpen en door een volwaardige en actieve gemeenschapsviering er in kan delen'. Sacrosanctum Concilium [[570|21]]
Genoemd Concilie leert verder; 'Door de bisschopswijding wordt de volheid meegedeeld van het Sacrament van het Priesterschap, die zowel in de liturgische traditie van de Kerk als door de heilige Vaders hogepriesterschap of hoogste graad van de gewijde ambtsbediening wordt genoemd. Door de bisschopswijding nu wordt, met de taak om anderen te heiligen, ook de taak verleend om te onderrichten en te besturen ; deze taken kunnen, krachtens hun aard, slechts worden uitgeoefend in hiërarchische verbondenheid met het hoofd en de leden van het bisschoppencollege. Uit de traditie immers, die vooral in het liturgische ritueel en in het gebruik van de oosterse als van de westerse Kerk aan de dag treedt, blijkt duidelijk dat door de oplegging van de handen en de woorden van de wijding de genade van de heilige Geest zó wordt mee. gedeeld en het heilig merkteken zó wordt ingedrukt dat de bisschoppen op alles overtreffende en opvallende wijze de rol van Christus als Leraar, Herder en Hogepriester vervullen en in zijn persoon handelend optreden'. Lumen Gentium [[617|21]]
Hieraan zijn verscheidene belangrijke hoofdstukken toe te voegen van de leer over de apostolische successie van de bisschoppen en over hun taken en plichten, die weliswaar reeds in het ritueel van de bisschopswijding vervat zijn, maar die nog beter en nauwkeuriger uitgedrukt moeten worden. Daartoe is het wenselijk gebleken het wijdingsgebed aan de oude bronnen te ontlenen dat gevonden wordt in de zogenaamde Traditio Apostolica [1159] van Hippolytus van Rome, geschreven in het begin van de derde eeuw en dat grotendeels nog in gebruik is in de wijdingsliturgie van de Kopten en de West-Syriërs. Aldus wordt in de wijdingsplechtigheid zelf getuigd van de overeenstemming van de traditie zowel van het Oosten als van het Westen op het punt van het apostolisch ambt van de bisschoppen.
Op de eerste plaats evenwel komen hiervoor in aanmerking die wijdingsrituelen welke betrekking hebben op het Sacrament van het Priesterschap, dat door zijn toediening in verschillende graden ten grondslag ligt aan de kerkelijke hiërarchie: 'aldus wordt de kerkelijke ambtsbediening, van Godswege ingesteld, in verschillende orden uitgeoefend door hen die van oudsher al bisschoppen, priesters en diakens worden genoemd'. Lumen Gentium [[617|28]]
Bij de herziening nu van de wijdingsrituelen, moet men, afgezien van de algemene beginselen die overeenkomstig de voorschriften van het Tweede Vaticaans Concilie voor geheel de vernieuwing van de liturgie gelden, vooral rekening houden met de belangrijke leer over de aard en de effecten van het Sacrament van het Priesterschap, zoals deze door het Concilie in de Constitutie over de Kerk [617] is geformuleerd; juist deze leer moet in de liturgie op de wijze die haar eigen is tot uitdrukking worden gebracht, want 'de teksten en riten moeten zó worden opgesteld dat zij het heilige, dat zij in tekenen aanduiden, duidelijker tot uitdrukking brengen en dat het christenvolk dit heilige zo gemakkelijk mogelijk kan begrijpen en door een volwaardige en actieve gemeenschapsviering er in kan delen'. Sacrosanctum Concilium [[570|21]]
Genoemd Concilie leert verder; 'Door de bisschopswijding wordt de volheid meegedeeld van het Sacrament van het Priesterschap, die zowel in de liturgische traditie van de Kerk als door de heilige Vaders hogepriesterschap of hoogste graad van de gewijde ambtsbediening wordt genoemd. Door de bisschopswijding nu wordt, met de taak om anderen te heiligen, ook de taak verleend om te onderrichten en te besturen ; deze taken kunnen, krachtens hun aard, slechts worden uitgeoefend in hiërarchische verbondenheid met het hoofd en de leden van het bisschoppencollege. Uit de traditie immers, die vooral in het liturgische ritueel en in het gebruik van de oosterse als van de westerse Kerk aan de dag treedt, blijkt duidelijk dat door de oplegging van de handen en de woorden van de wijding de genade van de heilige Geest zó wordt mee. gedeeld en het heilig merkteken zó wordt ingedrukt dat de bisschoppen op alles overtreffende en opvallende wijze de rol van Christus als Leraar, Herder en Hogepriester vervullen en in zijn persoon handelend optreden'. Lumen Gentium [[617|21]]
Hieraan zijn verscheidene belangrijke hoofdstukken toe te voegen van de leer over de apostolische successie van de bisschoppen en over hun taken en plichten, die weliswaar reeds in het ritueel van de bisschopswijding vervat zijn, maar die nog beter en nauwkeuriger uitgedrukt moeten worden. Daartoe is het wenselijk gebleken het wijdingsgebed aan de oude bronnen te ontlenen dat gevonden wordt in de zogenaamde Traditio Apostolica [1159] van Hippolytus van Rome, geschreven in het begin van de derde eeuw en dat grotendeels nog in gebruik is in de wijdingsliturgie van de Kopten en de West-Syriërs. Aldus wordt in de wijdingsplechtigheid zelf getuigd van de overeenstemming van de traditie zowel van het Oosten als van het Westen op het punt van het apostolisch ambt van de bisschoppen.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Priesterwijding
Wat de priesters betreft, dient men vooral aandacht te schenken aan de volgende tekst uit de akten van het Tweede Vaticaans Concilie: 'Hoewel de priesters niet de hoogste graad bezitten van het priesterschap en hij de uitoefening van hun macht afhankelijk zijn van de bisschoppen, zijn zij toch met hen verbonden in het priesterambt en worden zij, krachtens het Sacrament van het Priesterschap gewijd om, naar het beeld van Christus, de eeuwige Hogepriester (Heb. 5, 1-10; Heb. 7, 24; Heb. 9, 11-28) [[b:Heb. 5, 1-10; Heb. 7, 24; Heb. 9, 11-28]], het Evangelie te verkondigen, de gelovigen te leiden en de eredienst te voltrekken als echte priesters van het Nieuwe Testament'. Lumen Gentium [[617|28]] En op een andere plaats leest men: 'De priesters namelijk krijgen, door de heilige wijding en de zending die zij van de bisschoppen ontvangen, de verheven taak om Christus als Leraar, Priester en Koning te dienen en deel te hebben aan zijn ambtsbediening waardoor de Kerk hier op aarde voortdurend wordt opgebouwd tot volk van God, lichaam van Christus en tempel van de Heilige Geest'. Presbyterorum Ordinis [[704|1]] In de plechtigheid van de priesterwijding, zoals deze stond in het Romeins Pontificaal [2695], werden de zending en de genade van de priester als helper van het episcopaat zeer duidelijk beschreven. Niettemin is het noodzakelijk gebleken de gehele plechtigheid, die vroeger in verscheidene delen verdeeld was, tot een sterkere eenheid te maken en het middelste gedeelte, d.w.z. de oplegging van de handen en het eigenlijke wijdingsgebed duidelijker in het licht te stellen.
Wat de priesters betreft, dient men vooral aandacht te schenken aan de volgende tekst uit de akten van het Tweede Vaticaans Concilie: 'Hoewel de priesters niet de hoogste graad bezitten van het priesterschap en hij de uitoefening van hun macht afhankelijk zijn van de bisschoppen, zijn zij toch met hen verbonden in het priesterambt en worden zij, krachtens het Sacrament van het Priesterschap gewijd om, naar het beeld van Christus, de eeuwige Hogepriester (Heb. 5, 1-10; Heb. 7, 24; Heb. 9, 11-28) [[b:Heb. 5, 1-10; Heb. 7, 24; Heb. 9, 11-28]], het Evangelie te verkondigen, de gelovigen te leiden en de eredienst te voltrekken als echte priesters van het Nieuwe Testament'. Lumen Gentium [[617|28]] En op een andere plaats leest men: 'De priesters namelijk krijgen, door de heilige wijding en de zending die zij van de bisschoppen ontvangen, de verheven taak om Christus als Leraar, Priester en Koning te dienen en deel te hebben aan zijn ambtsbediening waardoor de Kerk hier op aarde voortdurend wordt opgebouwd tot volk van God, lichaam van Christus en tempel van de Heilige Geest'. Presbyterorum Ordinis [[704|1]] In de plechtigheid van de priesterwijding, zoals deze stond in het Romeins Pontificaal [2695], werden de zending en de genade van de priester als helper van het episcopaat zeer duidelijk beschreven. Niettemin is het noodzakelijk gebleken de gehele plechtigheid, die vroeger in verscheidene delen verdeeld was, tot een sterkere eenheid te maken en het middelste gedeelte, d.w.z. de oplegging van de handen en het eigenlijke wijdingsgebed duidelijker in het licht te stellen.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Diakenwijding
Wat tenslotte de diakens betreft, moet, afgezien van hetgeen gezegd is in onze apostolische brief ' Sacrum Diaconatus Ordinem [181]', vooral het volgende in herinnering worden geroepen: 'Aan de onderste trede van de hiërarchie staan de diakens, die de handoplegging ontvangen "niet om als priester op te treden, maar om te dienen" Egyptische Kerkorde, III, 2 Egyptische Kerkorde, III, 2. Gesterkt door de sacramentele genade dienen zij nl. het volk van God, in verbondenheid met de bisschop en zijn priestercollege, bij de bediening van de liturgie, het woord en de liefdadigheid.' Lumen Gentium [[617|29]]
In de plechtigheid nu van de diakenwijding waren slechts enkele dingen te veranderen in verband met de recente bepalingen over het diaconaat als zelfstandige en blijvende graad van de hiërarchie in de Latijnse Kerk en vanwege een grotere eenvoud en duidelijkheid van de plechtigheid.
Wat tenslotte de diakens betreft, moet, afgezien van hetgeen gezegd is in onze apostolische brief ' Sacrum Diaconatus Ordinem [181]', vooral het volgende in herinnering worden geroepen: 'Aan de onderste trede van de hiërarchie staan de diakens, die de handoplegging ontvangen "niet om als priester op te treden, maar om te dienen" Egyptische Kerkorde, III, 2 Egyptische Kerkorde, III, 2. Gesterkt door de sacramentele genade dienen zij nl. het volk van God, in verbondenheid met de bisschop en zijn priestercollege, bij de bediening van de liturgie, het woord en de liefdadigheid.' Lumen Gentium [[617|29]]
In de plechtigheid nu van de diakenwijding waren slechts enkele dingen te veranderen in verband met de recente bepalingen over het diaconaat als zelfstandige en blijvende graad van de hiërarchie in de Latijnse Kerk en vanwege een grotere eenvoud en duidelijkheid van de plechtigheid.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Sacramentum Ordinis
Voorts menen wij dat van de overige documenten van het hoogste leergezag inzake de heilige Wijdingen een bijzondere vermelding toekomt aan de Apostolische Constitutie ' Sacramentum ordinis [1623]' (Het Sacrament van de heilige Wijding) van onze Voorganger Pius XII zaliger gedachtenis, van 30 november 1947, waarin wordt verklaard dat 'bij de heilige wijdingen van het diaconaat en het priesterschap de materia uitsluitend bestaat in de oplegging van de handen en de forma, eveneens enkel en alleen, bestaat in de woorden die het aanwenden van deze materia nader bepalen en waardoor de sacramentele effecten - de wijdingsmacht en de genade van de Heilige Geest - ondubbelzinnig worden betekend en die tevens door de Kerk als zodanig worden verstaan en gebruikt.' A.A.S. 40 (1948) 6 [[1623]] Na dit voorop gesteld te hebben, bepaalt genoemd document welke handoplegging en welke woorden bij de toediening van elk van beide wijdingen de materia en de forma uitmaken.
Voorts menen wij dat van de overige documenten van het hoogste leergezag inzake de heilige Wijdingen een bijzondere vermelding toekomt aan de Apostolische Constitutie ' Sacramentum ordinis [1623]' (Het Sacrament van de heilige Wijding) van onze Voorganger Pius XII zaliger gedachtenis, van 30 november 1947, waarin wordt verklaard dat 'bij de heilige wijdingen van het diaconaat en het priesterschap de materia uitsluitend bestaat in de oplegging van de handen en de forma, eveneens enkel en alleen, bestaat in de woorden die het aanwenden van deze materia nader bepalen en waardoor de sacramentele effecten - de wijdingsmacht en de genade van de Heilige Geest - ondubbelzinnig worden betekend en die tevens door de Kerk als zodanig worden verstaan en gebruikt.' A.A.S. 40 (1948) 6 [[1623]] Na dit voorop gesteld te hebben, bepaalt genoemd document welke handoplegging en welke woorden bij de toediening van elk van beide wijdingen de materia en de forma uitmaken.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Waarom de aanpassingen
Aangezien het nu bij de herziening van het ritueel nodig is geweest bepaalde dingen toe te voegen of te schrappen of te wijzigen, hetzij om de teksten in hun oorspronkelijke vorm te herstellen, hetzij om de inhoud duidelijker te maken, hetzij om de sacramentele effecten beter uiteen te zetten, menen wij dat het noodzakelijk is te verklaren wat in het herziene ritueel tot het wezen behoort, om aldus geen gelegenheid te geven voor strijdvragen en gewetensmoeilijkheden. Aangaande de materia en de forma bij de toediening van elke wijding verklaren en bepalen wij derhalve, krachtens ons hoogste apostolische gezag, het volgende.
Aangezien het nu bij de herziening van het ritueel nodig is geweest bepaalde dingen toe te voegen of te schrappen of te wijzigen, hetzij om de teksten in hun oorspronkelijke vorm te herstellen, hetzij om de inhoud duidelijker te maken, hetzij om de sacramentele effecten beter uiteen te zetten, menen wij dat het noodzakelijk is te verklaren wat in het herziene ritueel tot het wezen behoort, om aldus geen gelegenheid te geven voor strijdvragen en gewetensmoeilijkheden. Aangaande de materia en de forma bij de toediening van elke wijding verklaren en bepalen wij derhalve, krachtens ons hoogste apostolische gezag, het volgende.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
Wijding van diakens
Bij de wijding van diakens bestaat de materia in de handoplegging door de bisschop welke in stilte aan elk der wijdelingen afzonderlijk wordt voltrokken vóór het eigenlijke wijdingsgebed; de forma bestaat in de woorden van dit wijdingsgebed, waarvan de volgende tot het wezen behoren en als zodanig voor de geldigheid van de wijding vereist zijn:
Bij de wijding van diakens bestaat de materia in de handoplegging door de bisschop welke in stilte aan elk der wijdelingen afzonderlijk wordt voltrokken vóór het eigenlijke wijdingsgebed; de forma bestaat in de woorden van dit wijdingsgebed, waarvan de volgende tot het wezen behoren en als zodanig voor de geldigheid van de wijding vereist zijn:
'Heer, wij bidden U: zend over hen de Heilige Geest en sterk hen met de zevenvoudige gaven om hun diakenambt getrouw te vervullen'.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Wijding van priesters
Bij de wijding van priesters bestaat de materia eveneens in de handoplegging door de bisschop, welke in stilte aan elk van de wijdelingen afzonderlijk wordt voltrokken vóór het eigenlijke wijdingsgebed; de forma bestaat in de woorden van dit wijdingsgebed, waarvan de volgende tot het wezen behoren en als zodanig voor de geldigheid van de wijding vereist zijn:
Bij de wijding van priesters bestaat de materia eveneens in de handoplegging door de bisschop, welke in stilte aan elk van de wijdelingen afzonderlijk wordt voltrokken vóór het eigenlijke wijdingsgebed; de forma bestaat in de woorden van dit wijdingsgebed, waarvan de volgende tot het wezen behoren en als zodanig voor de geldigheid van de wijding vereist zijn:
'Wij bidden U, almachtige Vader, verleen uw dienaren hier de waardigheid van het priesterschap, wek opnieuw in hen uw Geest met zijn heiligende kracht. Geef hun het ambt van medewerker in onze bediening, en zorg dat hun leven voor uw volk een voorbeeld is.'
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Wijding van bisschoppen
Tenslotte bestaat bij de bisschopswijding de materia in de handoplegging welke door de wijdende bisschoppen of minstens door de bisschop hoofd-consecrator, in stilte aan de wijdeling wordt voltrokken vóór het eigenlijke wijdingsgebed; de forma bestaat in de woorden van dit wijdingsgebed, waarvan de volgende tot het wezen behoren en als zodanig voor de geldigheid van de wijding vereist zijn:
Tenslotte bestaat bij de bisschopswijding de materia in de handoplegging welke door de wijdende bisschoppen of minstens door de bisschop hoofd-consecrator, in stilte aan de wijdeling wordt voltrokken vóór het eigenlijke wijdingsgebed; de forma bestaat in de woorden van dit wijdingsgebed, waarvan de volgende tot het wezen behoren en als zodanig voor de geldigheid van de wijding vereist zijn:
'Geef thans aan deze dienaar ... , die Gij gekozen hebt de kracht die uit U voortkomt, de Geest van leiderschap en gezag, die Gij gegeven hebt aan uw geliefde Zoon, Jezus Christus, de Geest, die Hij geschonken heeft aan zijn heilige apostelen. Uit deze kracht hebben zij uw Kerk gesticht van plaats tot plaats als uw heiligdom tot onvergankelijke lof en eer van uw Naam.'
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Afsluiting
Dit ritueel voor de toediening van de diaken-, priester- en bisschopswijding is herzien door de Postconciliaire Raad voor de Liturgie, met medewerking van deskundigen en na raadpleging van bisschoppen uit de verschillende wereldstreken. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|25]]] Wij keuren het krachtens ons apostolisch gezag goed, met de bedoeling dat het voortaan in plaats van het tot nu toe gangbare ritueel van het Cæremoniale Episcoporum [2695] wordt gebruikt bij de toediening van deze wijdingen.
Het is onze uitdrukkelijke wil dat deze bepalingen en voorschriften nu en in de toekomst onverminderd van kracht zijn en blijven, ongeacht eventuele Constituties en Ordonnanties van onze voorgangers en andere voorschriften, ook al verdienen zij een bijzondere vermelding en afschaffing.
Dit ritueel voor de toediening van de diaken-, priester- en bisschopswijding is herzien door de Postconciliaire Raad voor de Liturgie, met medewerking van deskundigen en na raadpleging van bisschoppen uit de verschillende wereldstreken. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|25]]] Wij keuren het krachtens ons apostolisch gezag goed, met de bedoeling dat het voortaan in plaats van het tot nu toe gangbare ritueel van het Cæremoniale Episcoporum [2695] wordt gebruikt bij de toediening van deze wijdingen.
Het is onze uitdrukkelijke wil dat deze bepalingen en voorschriften nu en in de toekomst onverminderd van kracht zijn en blijven, ongeacht eventuele Constituties en Ordonnanties van onze voorgangers en andere voorschriften, ook al verdienen zij een bijzondere vermelding en afschaffing.
Gegeven te Rome, bij Sint Petrus, 18 juni 1968, in het vijfde jaar van ons pausschap.
Paus Paulus VI
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 2
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2719-pontificalis-romani-recognitio-nl