Inter Oecumenici
x
Informatie over dit document
Inter Oecumenici
Instructie voor de uitvoering van de Constitutie over de heilige Liturgie
Concilium ter uitvoering van de Constitutie heilige liturgie
26 september 1964
Curie
1964, Katholiek Archief, 19e jrg. p. 1281-1306
26 september 1964
10 juli 2011
2709
nl
Referenties naar dit document: 5
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- === Voorwoord
- Artikel 1 Het karakter van deze Instructie
1
Tot de eerste vruchten van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie [d:4] rekent men terecht de Constitutie over de Liturgie [570], want zij regelt het meest verheven onderdeel van de activiteit van de Kerk. Deze Constitutie [570] zal rijkere vruchten dragen, naarmate zielzorgers en gelovigen een beter inzicht hebben in de ware bedoeling van dit document en het met meer bereidwilligheid in praktijk brengen.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Voor de uitvoering van de Constitutie over de Liturgie [570] heeft Paus Paulus VI in zijn Motu Proprio Sacram Liturgiam [1550] een Raad ingesteld, die aan de hem toevertrouwde taak reeds met voortvarendheid is begonnen door de voorschriften die in de Constitutie [570] en het Motu Proprio [1550] vervat zijn, trouw uit te voeren en alles te doen wat met de uitleg en de uitvoering van beide documenten verband houdt.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Het is van het grootste belang dat deze documenten reeds vanaf het begin overal zorgvuldig worden uitgevoerd en dat eventuele twijfels over de uitleg ervan worden weggenomen. Daarom heeft de 'Raad' in opdracht van de Paus deze Instructie [2709] samengesteld. Zij bevat een nauwkeurige omschrijving van de taak van de bisschoppenconferenties op liturgisch gebied, geeft een nadere verklaring van enkele beginselen, die in genoemde documenten meer in het algemeen zijn aangeduid, en er worden enkele wijzigingen toegestaan of voorgeschreven, die reeds nu, vóór de vernieuwing van de liturgische boeken, in praktijk kunnen worden gebracht.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Enkele beginselen die men in acht moet nemen
4
Hetgeen reeds nu voor de praktijk wordt vastgesteld, is bedoeld om in de geest van het Concilie [d:4] steeds meer de actieve deelneming van de gelovigen aan de liturgie te bevorderen. Bovendien zullen de gelovigen de algemene vernieuwing van de liturgie beter aanvaarden, wanneer die geleidelijk en in fasen plaats vindt en wanneer de zielzorgers bij het nodige onderricht de veranderingen meedelen en toelichten.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Toch moet iedereen er in de eerste plaats van overtuigd zijn, dat de Constitutie [570] van het Tweede Vaticaans Concilie [d:4] over de Liturgie zich niet enkel een wijziging van liturgische vormen en teksten ten doel stelt. Veel meer nog wil zij aansporen tot een vorming van de gelovigen en een pastoraal, waarvan de liturgie het hoogtepunt en de bron is vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|10]]]. De reeds ingevoerde en nog in te voeren wijzigingen in de liturgie zijn op dit doel gericht.
Referenties naar alinea 5: 1
Liturgicae instaurationes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De kracht van deze liturgische pastoraal is gelegen in het beleven van het paasmysterie. Daarin is de mensgeworden Zoon van God gehoorzaam geworden tot de dood aan het kruis, verrezen en ten hemel opgestegen. Hij is hierdoor zo hoog verheven, dat Hij zelf de wereld laat delen in het goddelijk leven, zodat de mensen na gestorven te zijn voor de zonden en gelijkvormig geworden aan Christus, 'niet meer leven voor zichzelf, maar voor Hem, die ter wille van hen is gestorven en opgestaan' (2 Kor. 5, 15) [b:2 Kor. 5, 15]. Dit gebeurt door het geloof en de Sacramenten van het geloof, vooral dus door het Doopsel vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|6]]] en het heilige geheim van de Eucharistie vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|47]]]. De andere Sacramenten en sacramentaliën vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|61]]], en de cyclus van plechtigheden waarmee het paasmysterie van Christus in de loop van het jaar in de Kerk verklaard wordt, zijn op de Eucharistie gericht vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|102-107]]].
Referenties naar alinea 6: 1
Liturgicae instaurationes ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
7
De liturgie omvat weliswaar niet de gehele activiteit van de Kerk vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|9]]], maar toch moet men zorgvuldig waken voor een goede verbinding van de gehele zielzorg met de liturgie. Ook moet de liturgische pastoraal zich niet onafhankelijk en apart ontwikkelen, maar in nauw contact met de overige zielzorg. Vooral moet er een innig verband bestaan tussen de liturgie en de catechese, het godsdienstonderricht en de prediking.
Referenties naar alinea 7: 1
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De te verwachten resultaten
8
De bisschoppen en hun medewerkers in het priesterschap moeten daarom steeds meer waarde hechten aan de ordening van geheel hun pastorale taak rondom de liturgie. Zo zullen ook de gelovigen door een volmaakte deelneming aan de viering van de liturgie het goddelijk leven overvloedig in zich opnemen. Als het zuurdeeg van Christus en het zout van de aarde zullen zij dit leven ook verkondigen en aan anderen meedelen.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 Enige algemene bepalingen
- Artikel 1 De toepassing van deze bepalingen
9
De praktische bepalingen van de Constitutie [570] en van deze Instructie [2709] en alles wat deze Instructie reeds nu, vóór de vernieuwing van de liturgische boeken, toestaat of voorschrijft, heeft alleen betrekking op de Romeinse liturgie, maar kan met inachtneming van het recht ook op andere Latijnse liturgieën worden toegepast.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Hetgeen in deze Instructie [2709] wordt opgedragen aan het bevoegde territoriaal kerkelijk gezag, kan en mag alleen door dit gezag met rechtsgeldige besluiten worden verwezenlijkt. Het tijdstip en de omstandigheden voor het van kracht worden van deze besluiten moet telkens worden aangegeven. Er moet altijd een behoorlijk tijdsverloop tussen zijn, zodat de gelovigen inmiddels door onderricht op de invoering kunnen worden voorbereid.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De liturgische vorming van de geestelijkheid
11
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Voor de liturgische vorming van de geestelijkheid Sacrosanctum Concilium [[570|15-16.18]] geldt het volgende.
- De theologische faculteiten moeten een leerstoel hebben voor liturgie, zodat alle studenten de nodige liturgische vorming ontvangen. De plaatselijke ordinarii en de hogere oversten moeten zorgen dat in de seminaries en in de studiehuizen van de religieuzen zo spoedig mogelijk een bijzonder docent met een goede vorming in de liturgiewetenschap aanwezig is.
- Docenten voor het onderwijs in de liturgie moeten zo spoedig mogelijk worden gevormd overeenkomstig art. 15 [570|15] van de Constitutie.
- Voor een verdere liturgische vorming van de geestelijken, vooral van degenen die reeds in de zielzorg werkzaam zijn, dient eventueel een Pastoraal Liturgisch Centrum te worden opgericht.
Referenties naar alinea 11: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Voor het onderwijs in de liturgie moet voldoende tijd worden uitgetrokken. Het bevoegde gezag moet dit in het studieplan aangeven en het onderwijs moet volgens een geschikte methode worden gegeven, overeenkomstig art. 16 [570|16] van de Constitutie [570].
Referenties naar alinea 12: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
De liturgische plechtigheden moeten zo goed mogelijk worden uitgevoerd. Daarom:
- moeten de rubrieken zorgvuldig onderhouden worden en de ceremoniën waardig verricht, onder voortdurend toezicht van de overheid en na de nodige voorafgaande oefeningen;
- de geestelijken moeten veelvuldig oefenen in de functie die bij hun rang behoort, dus in die van diaken, subdiaken, acoliet en lector en bovendien in die van commentator en zanger;
- de kerken en kapellen, het heilig vaatwerk in het algemeen en de gewaden moeten een uitdrukking zijn van de echte christelijke en ook van de moderne kunst.
Referenties naar alinea 13: 2
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De innerlijke liturgische vorming van de geestelijkheid
14
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
De geestelijken moeten tot een volledige deelneming aan de viering van de liturgie worden opgeleid; zij moeten er hun geestelijk leven mee verrijken en het daarna aan anderen meedelen. Hiervoor is nodig dat de Constitutie over de Liturgie [570] in de seminaries en in de studiehuizen van de religieuzen door de eensgezinde samenwerking van alle oversten en docenten overeenkomstig de bepalingen van de Apostolische Stoel volledig worden uitgevoerd. De geestelijken moeten een geschikte inleiding in de liturgie ontvangen. Dit moet gebeuren met behulp van boeken die vooral het theologisch en geestelijk aspect van de liturgie behandelen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|17]]] en in de bibliotheek in voldoende aantal ter beschikking staan, door meditaties en preken die vooral putten uit de bron van de Heilige Schrift en de liturgie vgl: 2 [[[570|35]]], en door zich gezamenlijk te oefenen in alles wat overeenkomstig de verschillende tijden van het kerkelijk jaar met de christelijke gewoonten en praktijken verband houdt.
Referenties naar alinea 14: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
De Eucharistie als het centrum van geheel het geestelijk leven moet dagelijks worden gevierd. Daarbij kan men gebruik maken van verschillende geschikte vormen die aan de omstandigheden van de deelnemers zijn aangepast vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|19]]]. Op zondagen en belangrijke feestdagen moet er een gezongen Mis zijn, waaraan alle huisgenoten deelnemen. Er moet een homilie gehouden worden en zij die geen priester zijn, gaan zo mogelijk te communie. De priesters kunnen, wanneer het belang van de gelovigen niet eist dat zij afzonderlijk de Mis lezen, na de publicatie van de nieuwe ritus, vooral op plechtige feestdagen concelebreren. Het verdient aanbeveling dat de seminaristen althans op hoge feestdagen rondom de bisschop in de kathedraal aan de Eucharistieviering deelnemen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|41]]].
Referenties naar alinea 15: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Het is hoogst passend dat de geestelijken, ook al zijn zij nog niet tot het goddelijk officie verplicht, iedere dag gezamenlijk 's morgens als morgengebed de lauden reciteren of zingen en 's avonds als avondgebed de vespers of aan het einde van de dag de completen. Ook de oversten moeten zo veel mogelijk aan deze gezamenlijke oefeningen deelnemen. Bovendien moet aan de geestelijken die de hogere wijdingen ontvangen hebben, in de dagorde voldoende tijd gelaten worden om het goddelijk officie te bidden. Het verdient aanbeveling dat de seminaristen althans op hoge feestdagen zo mogelijk in de kathedraal de vespers zingen.
Referenties naar alinea 16: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
De geestelijke oefeningen moeten zoals zij volgens de regels en gewoonten van iedere plaats of instelling gevestigd zijn, in ere gehouden worden. Men lette er echter op dat vooral de gemeenschappelijke oefeningen overeenkomstig art. 13 [570|13] van de Constitutie op de liturgie [570] zijn afgestemd en rekening houden met de tijd van het kerkelijk jaar.
Referenties naar alinea 17: 2
Optatam Totius Ecclesiae ->=geentekst=Vicesimus Quintus Annus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De liturgische vorming van de leden van seculiere instituten
18
Hetgeen in de voorafgaande artikelen over de innerlijke liturgische vorming van de geestelijken gezegd is, geldt verhoudingsgewijs ook voor de mannelijke en vrouwelijke leden van seculiere instituten.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De liturgische vorming van de gelovigen
19
Beleidsnota Kerkmusicus ->=geentekst=
De zielzorgers moeten met ijver en geduld streven naar de uitvoering van het voorschrift in de Constitutie [570] over de liturgische vorming van de gelovigen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|19]]] en hun actieve, uiterlijke en innerlijke deelneming, overeenkomstig hun leeftijd, stand, levenswijze en godsdienstige ontwikkeling Sacrosanctum Concilium [[570|19]]. Bijzondere zorg moet besteed worden aan de liturgische vorming en de actieve deelneming van hen die behoren tot godsdienstige lekenorganisaties. Zij hebben immers de plicht aan het leven van de Kerk inniger deel te nemen en de zielzorgers ook bij een passende ontplooiing van het liturgisch leven in de parochie te helpen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|42]]].
Referenties naar alinea 19: 2
Musicam Sacram ->=geentekst=Beleidsnota Kerkmusicus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Het bevoegde gezag op liturgisch gebied
20
De regeling van de liturgie valt onder het gezag van de Kerk vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|22]]]. Daarom mag niemand op dit gebied zelf het initiatief nemen; dit leidt dikwijls tot schade voor de liturgie zelf en voor de vernieuwing daarvan door het bevoegde gezag.
Referenties naar alinea 20: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
21
Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Het is de taak van de Apostolische Stoel de algemene liturgische boeken te vernieuwen en goed te keuren, de liturgie te regelen voor zover het de gehele Kerk betreft, de notulen en besluiten van het territoriaal gezag goed te keuren of te bekrachtigen en de voorstellen en verzoeken van dit territoriaal gezag in ontvangst te nemen.
Referenties naar alinea 21: 2
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De bisschop heeft de taak de liturgie in zijn diocees te regelen volgens de richtlijnen en in de geest van de Constitutie over de Liturgie [570] en van de besluiten die door de Apostolische Stoel en het bevoegde territoriaal gezag worden genomen.
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Onder de verschillende territoriale bisschoppenconferenties, aan wie krachtens art. 22, 2 [570|22] van de Constitutie [570] de regeling van liturgie toekomt, moeten voorlopig worden verstaan:
- een conferentie van alle bisschoppen van een land, overeenkomstig het Motu Proprio Sacram Liturgiam [1550|10];
- een reeds wettig opgerichte conferentie die de bisschoppen of de bisschoppen en andere plaatselijke ordinarii van meerdere landen omvat;
- een met toestemming van de Apostolische Stoel op te richten conferentie van bisschoppen of van bisschoppen en andere plaatselijke ordinarii van meerdere landen, vooral wanneer in ieder land afzonderlijk de bisschoppen zo weinig talrijk zijn, dat zij beter samen een conferentie kunnen vormen uit verschillende landen met dezelfde taal en dezelfde cultuur. Indien bijzondere plaatselijke omstandigheden een andere oplossing wenselijk maken, moet de zaak aan de Apostolische Stoel worden voorgelegd.
Referenties naar alinea 23: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Voor de genoemde conferenties moeten worden uitgenodigd:
- residerende bisschoppen,
- abten en zelfstandige prelaten,
- apostolische vicarissen en prefecten,
- de apostolische administrator van een bisdom, als hij een vaste aanstelling heeft,
- alle overige plaatselijke ordinarii behalve de vicarissen-generaal.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Tenzij voor sommige plaatsen als gevolg van bijzondere omstandigheden rechtsgeldig een andere voorziening getroffen is, moet de uitnodiging voor een vergadering uitgaan:
- van de voorzitter, wanneer het conferenties betreft die reeds rechtsgeldig zijn opgericht;
- in andere gevallen van de aartsbisschop of de bisschop die wettelijk het recht van voorrang heeft.
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
De voorzitter stelt met instemming van de deelnemers de agenda van de te bespreken punten op; hij opent, verplaatst, verdaagt en sluit de vergadering.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
27
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten ->=geentekst=
Stemrecht hebben alle personen genoemd in n. 24 [al:24], ook een bisschop-coadjutor en een hulpbisschop, tenzij in de uitnodiging uitdrukkelijk anders bepaald is.
Referenties naar alinea 27: 3
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten ->=geentekst=
Voor het nemen van rechtsgeldige besluiten is een tweederde meerderheid bij geheime stemming vereist.
Referenties naar alinea 28: 3
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
29
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten ->=geentekst=
De notulen van het bevoegde territoriaal gezag, die ter goedkeuring en bekrachtiging aan de Apostolische Stoel moeten worden toegezonden, dienen het volgende te bevatten:
- de namen van de deelnemers aan de vergadering,
- een verslag van het behandelde,
- de uitslag van de stemming over ieder besluit.
Referenties naar alinea 29: 3
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Notitie over enkele aspecten van de eigen kalenders en liturgische teksten ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Wanneer het notulen betreft met besluiten over het toelaten en de omvang van de volkstaal in de liturgie, moeten zij, behalve hetgeen in het vorige nummer is opgesomd, overeenkomstig art. 36, 3 [570|36] van de Constitutie [570] en het Motu Proprio Sacram Liturgiam [1550|9] ook het volgende bevatten:
- een aanduiding van ieder gedeelte dat volgens het besluit bij de liturgie in de volkstaal mag worden gebeden;
- twee exemplaren van de vertaalde liturgische teksten, waarvan er een aan de bisschoppenconferentie zal worden teruggezonden;
- een korte uiteenzetting van de beginselen waarop de vertaling berust.
Referenties naar alinea 30: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
De besluiten van het territoriaal gezag die de goedkeuring of bekrachtiging van de Apostolische Stoel behoeven, mogen slechts na verkregen goedkeuring of bekrachtiging door de Apostolische Stoel worden afgekondigd en uitgevoerd.
Referenties naar alinea 31: 2
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 Ieders taak bij de liturgie
32
Wanneer de schola en het volk de hun toekomende gedeelten zingen of reciteren, bidt de celebrant niet voor zichzelf.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Evenzo bidt de celebrant de lezingen die door de egde assistent of door een acoliet worden voorgelezen of gezongen, niet voor zichzelf.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 Het vermijden van voorkeur voor personen
34
De afzonderlijke bisschoppen en, als dit gewenst blijkt, de regionale of nationale bisschoppenconferenties moeten waken over de naleving in hun gebied over het voorschrift dat het hoogheilig Concilie heeft uitgevaardigd tegen voorkeur voor particuliere peronen en maatschappelijke posities bij ceremoniën en uiterlijke plechtigheden. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|32]]]
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
Overigens moeten de zielzorgers zich met voorzichtigheid en liefde een voortdurende inspanning getroosten om bij de liturgische plechtigheden en vooral bij de viering van de mis en de toediening van de Sacramenten en sacramentaliën de gelijkheid van de gelovigen ook naar buiten te laten blijken en verder iedere schijn van winstbejag te vermijden.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 De vereenvoudiging van sommige riten
36
De liturgische plechtigheden moeten een uitstraling zijn van die verheven eenvoud vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|34]]], die beter aan de moderne geestesgesteldheid beantwoordt. Daarom:
- moet de begroeting van het koor door de celebrant en de misdienaars slechts bij het begin en het einde van de plechtigheid plaats vinden;
- worden de geestelijken met uitzondering van degenen die het bisschoppelijk merkteken bezitten, gezamenlijk bewierookt door een drievoudige beweging naar ieder deel van het koor;
- wordt alleen het altaar bewierookt waaraan de plechtigheid wordt gevierd;
- vervalt het kussen van de handen en van voorwerpen die men aanreikt of ontvangt.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10 Het houden van woorddiensten
37
Christi Ecclesia ->=geentekst=
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Musicam Sacram ->=geentekst=
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
Wanneer op plaatsen waar een priester ontbreekt, geen gelegenheid bestaat op zondagen en verplichte feestdagen de Mis te vieren, kan naar het oordeel van de plaatselijke ordinarius het houden van een woorddienst onder leiding van een diaken of een daartoe aangestelde leek worden bevorderd. vgl: 4 [[[570|35]]] De opzet van deze dienst moet ongeveer dezelfde zijn als die van de woorddienst in de Mis. In het algemeen leest men in de volkstaal het epistel en Evangelie uit de Mis van de dag, voorafgegaan door en afgewisseld met gezangen, bij voorkeur uit de Psalmen. Is de voorganger een diaken, dan houdt hij een homilie; is hij geen diaken, dan leest hij een homilie voor, die de bisschop of de pastoor heeft aangewezen. De gehele plechtigheid wordt besloten met de 'algemene voorbede' of 'het gebed van de gelovigen' en met het 'Onze Vader'.
Referenties naar alinea 37: 5
Ecclesiae de mysterio ->=geentekst=Christi Ecclesia ->=geentekst=
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Musicam Sacram ->=geentekst=
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
Het verdient aanbeveling dat ook de woorddiensten die men op de vooravond van hoge feestdagen, op sommige weekdagen in de Advent en de Vasten en op zon- en feestdagen wil bevorderen, de opzet volgen van de Liturgie van het Woord in de Mis, al bestaat er geen bezwaar tegen het houden van slechts een enkele lezing.
Last men meerdere lezingen in, zodat ook de heilsgeschiedenis goed tot haar recht komt, dan moet in het algemeen een lezing uit het Oude Testament aan een uit het Nieuwe Testament voorafgaan en moet de lezing uit het Evangelie als het ware het hoogtepunt vormen.
Last men meerdere lezingen in, zodat ook de heilsgeschiedenis goed tot haar recht komt, dan moet in het algemeen een lezing uit het Oude Testament aan een uit het Nieuwe Testament voorafgaan en moet de lezing uit het Evangelie als het ware het hoogtepunt vormen.
Referenties naar alinea 38: 2
Musicam Sacram ->=geentekst=Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Musicam Sacram ->=geentekst=
Voor een waardig en godsvruchtig verloop van deze vieringen is het nodig dat de diocesane liturgische commissies de geschikte hulpmiddelen aanwijzen en verzorgen.
Referenties naar alinea 39: 2
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Musicam Sacram ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 11 Het vertalen van liturgische teksten
40
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Bij het vertalen van liturgische teksten overeenkomstig art. 36, 3 [570|36] van de Constitutie [570], verdient het aanbeveling het volgende in acht te nemen.
- Vertalingen van liturgische teksten in de volkstaal moeten uit de Latijnse liturgische tekst gemaakt worden. De vertaling van Bijbelpericopen moet eveneens overeenkomen met de Latijnse liturgische tekst, maar de mogelijkheid blijft bestaan de vertaling, als dit gewenst is, volgens de oorspronkelijke tekst of een andere meer doorzichtige vertaling te herzien.
- Het vertalen van de liturgische teksten moet bij voorkeur worden opgedragen aan de Commissie voor liturgie genoemd in art. 44 [570|44] van de Constitutie [570] en in n. 44 [al:44] van deze Instructie [2709]. Het Pastoraal Liturgisch Centrum verleent zo mogelijk hulp. Als er geen Commissie voor Liturgie bestaat, wordt de zorg voor de vertaling toevertrouwd aan twee of drie bisschoppen. Zij kiezen personen - onder wie ook leken - die deskundig zijn op het gebied van de exegese, de liturgie, de Bijbelse talen, het Latijn, de volkstaal en de muziek. Een volmaakte vertaling van de liturgische teksten moet immers aan veel voorwaarden tegelijk voldoen.
- Bisschoppen van naburige gebieden met dezelfde taal moeten eventueel in het overleg over de vertalingen worden betrokken.
- In landen met meerdere talen moeten vertalingen in iedere taal gemaakt en aan een aandachtig onderzoek van de betreffende bisschoppen voorgelegd worden.
- Men zorge voor een waardig uiterlijk van de boeken waaruit de liturgische teksten aan het volk worden voorgelezen, zodat de waardigheid van het de gelovigen tot grotere eerbied voor Gods woord het heilige brengt.
Referenties naar alinea 40: 6
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Canon 838 in het licht van de conciliaire en post-conciliaire bronnen ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Wanneer ergens aan liturgische plechtigheid veel mensen deelnemen die een andere taal spreken, met name bij de aanwezigheid van een groep emigranten of leden van een personele parochie e.d. mag men met toestemming van de plaatselijke ordinarius de taal van die gelovigen gebruiken binnen de perken en in de vertaling die het bevoegd territoriaal kerkelijk gezag van dat taalgebied rechtsgeldig heeft goedgekeurd.
Referenties naar alinea 41: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
Instructie over de geleidelijke invoering van de Apostolische Constitutie "Missale Romanum" ->=geentekst=
Nieuwe melodieën voor gedeelten die de celebrant en de assistenten in de volkstaal mogen zingen, behoeven de goedkeuring van het bevoegd territoriaal kerkelijk gezag.
Referenties naar alinea 42: 2
Musicam Sacram ->=geentekst=Instructie over de geleidelijke invoering van de Apostolische Constitutie "Missale Romanum" ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
43
Bijzondere liturgische boeken die vóór de afkondiging van de Constitutie over de Liturgie [570] geldig zijn goedgekeurd, en indulten die tot op die dag zijn verleend, behouden, als zij niet met de Constitutie [570] in strijd zijn, hun kracht, totdat door de gedeeltelijke of volledige vernieuwing van de liturgie anders bepaald wordt.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 12 De Commissie voor Liturgie ten dienste van de bisschoppenconferentie
44
40
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
40
De Commissie voor Liturgie die door het territoriaal gezag dient te worden ingesteld, moet zoveel mogelijk uit de eigen kring van bisschoppen worden samengesteld; of zij moet althans bestaan uit een of twee bisschoppen en verder daartoe persoonlijk aangestelde priesters, die deskundig zijn op het gebied van de liturgie en de pastoraal. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|44]]] Het verdient aanbeveling dat de leden van deze Commissie enkele malen per jaar met hun adviseurs voor een gezamenlijke bespreking van de problemen bijeenkomen.
Referenties naar alinea 44: 2
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Liturgiam Authenticam ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
47
47
Aan deze Commissie kan het territoriaal gezag geschikt het volgende toevertrouwen:
- het bevorderen van plannen en experimenten overeenkomstig art. 40, 1 en 2 [570|40] van de Constitutie [570];
- het bevorderen van praktische initiatieven in het gehele gebied ten behoeve van het liturgisch leven en de toepassing van de Constitutie over de Liturgie [570];
- het voorbereiden van plannen en hulpmiddelen die door de besluiten van de voltallige bisschoppenconferentie noodzakelijk worden;
- de leiding van de liturgische pastoraal in het gehele gebied, het toezicht op het naleven van de besluiten van de voltallige bisschoppenconferentie en het uitbrengen van verslag hierover aan deze conferentie;
- het leggen van veelvuldige contacten en het bevorderen van gemeenschappelijke initiatieven met verenigingen die zich in dezelfde streek wijden aan exegese, catechese, pastoraal, muziek en gewijde kunst, en eveneens met godsdienstige lekenorganisaties op ieder gebied.
Referenties naar alinea 45: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
De leden en deskundigen van het Pastoraal Liturgisch Centrum moeten bij een verzoek om hulp van de Commissie voor Liturgie gaarne hun medewerking verlenen om in hun gebied de liturgische pastoraal daadwerkelijk te bevorderen.
Referenties naar alinea 46: 1
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 13 De diocesane Commissie voor Liturgie
47
De diocesane Commissie voor Liturgie moet onder leiding van de bisschop:
- zich op de hoogte stellen van de liturgische pastoraal in het bisdom;
- zorgvuldig nagaan wat door het bevoegde gezag op liturgisch gebied is uitgevaardigd en zich op de hoogte houden van de plannen en initiatieven die men elders op dit terrein heeft;
- verschillende praktische initiatieven ter bevordering van het liturgisch leven voorstellen en ontwikkelen, vooral ten behoeve van de priesters die reeds in de zielzorg werkzaam zijn;
- in afzonderlijke gevallen of ook voor het gehele bisdom een goede, geleidelijke ontwikkeling in het liturgisch pastoraal werk voorstellen; bekwame personen, die de priesters hierin bij gelegenheid kunnen helpen, aanwijzen of ook uitnodigen en geschikte mogelijkheden en hulpmiddelen aangeven;
- zorgen dat de initiatieven ter bevordering van het liturgisch leven zich in het bisdom eensgezind en in samenwerking met andere verenigingen ontwikkelt, ongeveer zoals gezegd is over de Commissie ten dienste van de bisschoppenconferentie 45 [[al:45]].
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 Het Heilig Geheim van de Eucharistie
- Artikel 1 Het vaste gedeelte van de Mis
48
Musicam Sacram ->=geentekst=
In afwachting van een algehele vernieuwing van het vaste gedeelte van de Mis vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|50]]] dient men zich voortaan aan het volgende te houden:
- de wisselende gedeelten die door de schola of het volk gezongen of gereciteerd worden, bidt de celebrant niet voor zichzelf;
- de vaste gedeelten kan de celebrant samen met de schola of het volk zingen of reciteren;
- bij de voetgebeden aan het begin van de Mis vervalt Psalm 42 en de voetgebeden vervallen geheel, wanneer een andere liturgische plechtigheid onmiddellijk voorafgegaan is;
- de pateen wordt in een plechtige Mis niet door de subdiaken vastgehouden, maar blijft op het altaar;
- de secreta ofwel het gebed over de offergaven moet in een gezongen Mis worden gezongen en in andere Missen hardop gebeden;
- de doxologie aan het einde van de canon vanaf de woorden Per ipsum tot en met Per omnia saecula saeculorum; R. Amen moet worden gezongen of hardop gebeden; gedurende de gehele doxologie houdt de celebrant zonder kruistekens te maken de kelk met de hostie een weinig omhoog en hij knielt alleen aan het einde, nadat het volk Amen geantwoord heeft;
- in een gelezen Mis kan het volk het Pater Noster samen met de celebrant in de volkstaal reciteren; in een gezongen Mis kan het volk dit in het Latijn en na een besluit van het territoriaal kerkelijk gezag ook op door dit gezag goedgekeurde melodieën in de volkstaal met de celebrant meezingen;
- het gebed Libera na het Pater Noster moet worden gezongen of hardop gebeden;
- bij het uitreiken van de Communie moet de formule Corpus Christi gebruikt worden; bij deze woorden heft de celebrant de hostie een weinig boven de ciborie en toont die aan de communicant; deze antwoordt Amen en daarna geeft de celebrant hem zonder met de hostie een kruisteken te maken de Communie;
- het laatste Evangelie vervalt; de gebeden na de Mis worden weggelaten;
- men mag een gezongen mis opdragen alleen met een diaken;
- bisschoppen mogen zo nodig een gezongen Mis opdragen zoals priesters.
Referenties naar alinea 48: 2
Musicam Sacram ->=geentekst=Musicam Sacram ->=geentekst=
Notities bij deze alinea
Red.: Aangaande punt l.: zie Responsum ad dubium: mag een Bisschop een Missa Cantata celebreren? [6612]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De lezingen en de tussenzangen
49
In een Mis waaraan het volk deelneemt, moeten de lezingen, het epistel en het Evangelie met het gezicht naar het volk worden voorgelezen of gezongen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|51]]]:
- in een plechtige Mis vanaf de ambo of bij de cancelli;
- in een gezongen of gelezen Mis door de celebrant zelf vanaf het altaar, vanaf de ambo of bij de cancelli, zoals dit het beste uitkomt, maar door een ander vanaf de ambo of de cancelli.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
52
52
Wanneer het volk deelneemt aan een Mis zonder assistentie, kan een geschikte lector of acoliet de lezingen, het epistel en de tussenzangen voorlezen, terwijl de priester zittend toeluistert. De diaken of een priester kan het Evangelie voorlezen; hij bidt het Munda cor, vraagt de zegen en biedt aan het einde de celebrant het evangelieboek aan om het te kussen.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
In een gezongen Mis kunnen de lezingen, het epistel en het Evangelie zonder zang in de volkstaal worden voorgelezen.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
52
Bij het voorlezen of zingen van de lezingen, het epistel, de tussenzangen en het Evangelie handelt men als volgt.
- In een plechtige Mis luistert de celebrant zittend naar de lezingen, het epistel en de tussenzangen. Na het zingen of voorlezen van het epistel begeeft de subdiaken zich naar de celebrant en ontvangt van hem de zegen. Vervolgens legt de celebrant zittend wierook in en zegent die. Terwijl men het Alleluia met bijbehorend vers zingt, of tegen het einde van de andere gezangen na het epistel, staat hij op om de diaken te zegenen en luistert vanaf zijn zitplaats naar het Evangelie. Hij kust het evangelieboek en zet na de homilie de geloofsbelijdenis in, wanneer die voorgeschreven is. Na de geloofsbelijdenis keert hij met zijn assistenten naar het altaar terug, tenzij hij de leiding heeft bij de voorbede.
- Wanneer in een gezongen of gelezen mis een assistent als genoemd in n. 50 [al:50] de lezingen, het epistel, de tussenzangen en het Evangelie zingt of voorleest, handelt de celebrant op de hierboven aangegeven wijze.
- Wanneer in een gezongen of gelezen mis de celebrant zelf het Evangelie zingt of voorleest, gaat hij, terwijl men het Alleluia met bijbehorend vers zingt of voorleest, of tegen het einde van de andere gezangen na het epistel naar de onderste trede van het altaar en bidt daar diep gebogen het Munda cor. Dan gaat hij naar de ambo of de cancelli om het Evangelie te zingen of voor te lezen.
- Wanneer de celebrant in een gezongen of gelezen Mis zelf alle lezingen vanaf de ambo dan wel bij de cancelli zingt of voorleest, leest hij daar zo nodig ook zelf de gezangen voor die op de lezingen en het epistel volgen. Het Munda cor bidt hij naar het altaar gekeerd.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De homilie
53
Responsa ad propita dubia ->=geentekst=
Op zondagen en verplichte feestdagen moet een homilie gehouden worden in alle Missen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|52]]] die met het volk gevierd worden, met inbegrip van conventsmissen, gezongen en pontificale missen. Een homilie wordt verder aanbevolen op weekdagen, vooral op sommige dagen van de Advent en de Vasten en bij andere gelegenheden waarbij meer mensen naar de kerk komen.
Referenties naar alinea 53: 2
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Responsa ad propita dubia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
Responsa ad propita dubia ->=geentekst=
Met een homilie over een gewijde tekst wordt bedoeld dat men uitleg geeft over een bepaald aspect in de lezingen uit de Heilige Schrift of in een andere tekst uit het vaste of wisselende gedeelte van de Mis, terwijl men rekening houdt met het mysterie dat gevierd wordt en de bijzondere behoeften van de toehoorders.
Referenties naar alinea 54: 4
Liturgiam Authenticam ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Ordo Lectionum Missae ->=geentekst=
Responsa ad propita dubia ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
55
Bij het opstellen van schema's voor de preek onder de Mis op bepaalde tijden van het jaar, moet men de innige band althans met de voornaamste tijden en feesten van het kerkelijk jaar vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|102-104]]] en met het mysterie van de verlossing harmonisch bewaren. De homilie vormt immers een onderdeel van de liturgie van de dag.
Referenties naar alinea 55: 1
Responsa ad propita dubia ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De algemene voorbede of het gebed van de gelovigen
56
Op plaatsen waar de gewoonte van de algemene voorbede of het gebed van de gelovigen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|53]]] reeds bestaat, moet dit gebeuren na het Oremus aan het begin van de offerande. Voorlopig gebruikt men de formules die in ieder land bestaan. De celebrant geeft leiding vanaf zijn zitplaats, het altaar, de ambo of bij de cancelli.
De intenties of aanroepingen kunnen door een diaken, een zanger of een geschikte acoliet worden gezongen, maar men laat aan de celebrant de inleidende woorden en het slotgebed. Dit laatste zal gewoonlijk het gebed Deus refugium nostrum et virtus zijn vgl: Orationes diversae, n. 20 [[[1209]]], of een ander dat beter past bij de bijzondere behoefte.
Op plaatsen waar de gewoonte van de algemene voorbede of het gebed van de gelovigen niet bestaat, kan het bevoegde territoriaal gezag bepalen dat het op de aangegeven wijze en met voorlopig door dit gezag goedgekeurde formules verricht moet worden.
De intenties of aanroepingen kunnen door een diaken, een zanger of een geschikte acoliet worden gezongen, maar men laat aan de celebrant de inleidende woorden en het slotgebed. Dit laatste zal gewoonlijk het gebed Deus refugium nostrum et virtus zijn vgl: Orationes diversae, n. 20 [[[1209]]], of een ander dat beter past bij de bijzondere behoefte.
Op plaatsen waar de gewoonte van de algemene voorbede of het gebed van de gelovigen niet bestaat, kan het bevoegde territoriaal gezag bepalen dat het op de aangegeven wijze en met voorlopig door dit gezag goedgekeurde formules verricht moet worden.
Referenties naar alinea 56: 1
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 Het aandeel van de volkstaal in de Mis
57
In gezongen en gelezen Missen die met het volk gevierd worden, kan het bevoegde territoriaal kerkelijk gezag na verkregen goedkeuring en bekrachtiging van de notulen door de Apostolische Stoel, het gebruik van de volkstaal toestaan vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|54]]]:
- in het bijzonder bij het verkondigen van de lezingen, het epistel en Evangelie, en in de algemene voorbede of het gebed van de gelovigen;
- naargelang de plaatselijke omstandigheden ook in de gezangen uit het vaste gedeelte van de Mis:
- Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus-Benedictus en Agnus Dei, in de antifoon bij de Introïtus, het Offertorium en de Communio, en in de gezangen tussen de lezingen;
- bovendien bij de aanroepingen, in de begroetingen en dialoogformules, in het Ecce Agnus Dei, het Domine, non sum dignus en het Corpus Christi bij de communie van de gelovigen, en verder in het Pater noster met de voorafgaande aansporing en het gebed Libera.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Slechts de Apostolische Stoel kan het gebruik van de volkstaal toestaan in de andere gedeelten van de Mis, die alleen door de celebrant worden gezongen of gebeden.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
59
Musicam Sacram ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Beleidsnota Kerkmusicus ->=geentekst=
De zielzorgers moeten er ijverig voor zorgen dat de gelovigen en vooral de leden van godsdienstige lekenorganisaties de stukken uit het vaste gedeelte van de Mis, die voor hen bedoeld zijn, ook in het Latijn leren meebidden en althans op eenvoudige melodieën leren meezingen.
Referenties naar alinea 59: 4
Musicam Sacram ->=geentekst=Musicam Sacram ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Beleidsnota Kerkmusicus ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 De mogelijkheid op dezelfde dag tweemaal te communiceren
60
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
De gelovigen die in de Mis van het Paasvigilie en in de Nachtmis van Kerstmis gecommuniceerd hebben, kunnen opnieuw te Communie gaan in de tweede Mis van Pasen en in een van de Missen die op Kerstdag gevierd worden. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|55]]]
Referenties naar alinea 60: 2
Immensae caritatis ->=geentekst=Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De overige Sacramenten en sacramentaliën
- Artikel 1 Het mogelijk aandeel van de volkstaal
61
Het bevoegde territoriaal gezag kan na de goedkeuring of bekrachtiging van de notulen door de Apostolische Stoel het gebruik van de volkstaal toestaan vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|63]]]:
- in de ritus van het doopsel, het vormsel, de biecht, de ziekenzalving en het huwelijk, met inbegrip van de wezenlijke formules, en ook bij het uitreiken van de communie;
- bij het toedienen van de wijdingen: in de toespraken aan het begin van iedere wijding of consecratie, bij een bisschopswijding ook tijdens het onderzoek van de wijdeling en verder bij de aansporingen;
- bij de sacramentaliën;
- bij begrafenissen.
Referenties naar alinea 61: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Weglatingen in de ritus ter aanvulling van bij een Doopsel overgeslagen plechtigheden
62
In de ritus van het Rituale Romanum tit. II, cap. 6, ter aanvulling van overgeslagen plechtigheden bij het Doopsel vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|69]]] van een kind moeten de bezweringen onder de nummers 6 (Exi ab eo), 10 (Exorcizo te, immunde spiritus - Ergo, maledicte diabole) en 15 (Exorcieo te, omnis spiritus) worden weggelaten.
Referenties naar alinea 62: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
63
In de ritus van het Rituale Romanum tit. Il, cap. 6, ter aanvulling van overgeslagen plechtigheden bij het Doopsel van een volwassene moeten de bezweringen onder de nummers 5 (Exi ab eo), 15 (Ergo, maledicte diabole), 17 (Audi, maledicte satana), 19 (Exorcizo te - Ergo maledicte diabole), 21 (Ergo, maledicte diabole), 23 (Ergo, maledicte diabole), 25 (Exorcizo te - Ergo, maledicte diabole), 31 (Nec te Zatet) en 35 (Exi, immunde spiritus) worden weggelaten.
Referenties naar alinea 63: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 Het Vormsel
64
Als het Vormsel vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|71]]] onder de mis wordt toegediend, is het passend dat de bisschop zelf de Mis celebreert. Hij draagt dan bij het toedienen van het Vormsel de misgewaden. De Mis waaronder het Vormsel wordt toegediend, kan gelezen worden als een votiefmis 2e klas van de Heilige Geest.
Referenties naar alinea 64: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
65
Het valt zeer te prijzen dat degenen die gevormd worden, na het Evangelie en de homilie, vóór het ontvangen van het Vormsel, volgens de ritus die ter plaatse rechtsgeldig in gebruik is, hun doopbeloften hernieuwen, als dit al niet vóór de Mis gebeurd is.
Referenties naar alinea 65: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
66
Wanneer een ander de Mis opdraagt, is het passend dat de bisschop daarbij aanwezig is in de gewaden die voor het toedienen van het Vormsel zijn voorgeschreven. Deze gewaden kunnen dan de kleur van de Mis hebben of wit zijn. De bisschop houdt zelf de homilie en de celebrant zet de Mis pas voort na de toediening van het Vormsel.
Referenties naar alinea 66: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
67
Het vormsel wordt toegediend volgens de ritus van het Cæremoniale Episcoporum [2695] maar bij de woorden In nomine Patris, et Filii, et Spiritus Sancti, die volgen op de formule Signo te, wordt slechts één kruisteken gemaakt.
Referenties naar alinea 67: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De doorlopende ritus van de Ziekenzalving en het Viaticum
68
Wanneer de Ziekenzalving en het Viaticum tegelijk worden toegediend vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|74]]] en het eigen rituale nog geen doorlopende ritus bevat, handelt men als volgt: na de besprenkeling met wijwater en de gebeden bij het binnenkomen, zoals die in de ritus van het Oliesel staan, hoort de priester zo nodig de Biecht van de zieke; dan dient hij het Oliesel toe en tenslotte geeft hij zonder besprenkeling met bijbehorende formules, zonder Confiteor en absolutie het Viaticum. Wanneer bij deze gelegenheid ook de apostolische zegen met de volle aflaat op het ogenblik van afsterven gegeven wordt, gebeurt dit na het Oliesel zonder besprenkeling met bijbehorende formules, zonder Confiteor en absolutie.
Referenties naar alinea 68: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De handoplegging bij de Bisschopswijding
69
Bij een bisschopswijding kunnen alle aanwezige bisschoppen in koorgewaad de handoplegging verrichten vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|76]]], maar alleen de consecrator en de twee medeconsecratoren mogen de woorden Accipe Spiritum Sanctum uitspreken.
Referenties naar alinea 69: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 De Huwelijksritus
70
De huwelijkssluiting vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|78]]] moet plaats vinden onder de Mis, na het Evangelie en de homilie. De misviering mag alleen om een geldige reden achterwege blijven; de homilie mag nooit vervallen.
Referenties naar alinea 70: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
71
Wordt het huwelijk onder de mis gesloten, dan moet men overeenkomstig de rubrieken altijd, ook in de gesloten tijd, de votiefmis voor bruid en bruidegom lezen of daaruit een gedachtenis houden.
Referenties naar alinea 71: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
72
Zoveel mogelijk moet de pastoor of zijn gevolmachtigde die het huwelijk inzegent, de mis opdragen. Als een andere priester de inzegening verricht, zet de celebrant de mis pas voort na afloop van de huwelijks ritus.
De priester die slechts het huwelijk inzegent en niet zelf de Mis celebreert, draagt een superplie, witte stool en, volgens plaatselijke gewoonte, een koorkap, en hij houdt de preek. Maar de priester die de Mis opdraagt, moet de zegen na het Pater noster en die voor het Placeat geven.
De priester die slechts het huwelijk inzegent en niet zelf de Mis celebreert, draagt een superplie, witte stool en, volgens plaatselijke gewoonte, een koorkap, en hij houdt de preek. Maar de priester die de Mis opdraagt, moet de zegen na het Pater noster en die voor het Placeat geven.
Referenties naar alinea 72: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
73
De huwelijkszegen onder de mis moet altijd gegeven worden, ook in de gesloten tijd en ook als één partij of beide hertrouwen.
Referenties naar alinea 73: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
74
Bij een huwelijkssluiting zonder mis:
- begint de plechtigheid overeenkomstig het Motu Proprio Sacram Liturgiam [1550|5] met een korte aansporing; dit is nog niet de homilie, maar slechts een eenvoudige inleiding op de huwelijkssluiting vgl: 3 [[[570|35]]]. De preek of homilie moet op grond van een gewijde tekst vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|52]]] na het voorlezen van het epistel en Evangelie uit de Mis voor bruid en bruidegom gehouden worden, zodat de volgorde van de gehele plechtigheid is: korte aansporing, voorlezing van het epistel en Evangelie in de volkstaal, homilie, huwelijkssluiting en huwelijkszegen.
- Voor het voorlezen van het epistel en Evangelie uit de mis voor bruid en bruidegom mag men, als er geen vertaling in de volkstaal bestaat' die de goedkeuring heeft van het bevoegde territoriaal gezag, voorlopig een tekst gebruiken die door de plaatselijke ordinarius is goedgekeurd.
- Er is geen bezwaar tegen een gezang tussen het epistel en Evangelie. Warme aanbeveling verdient verder de algemene voorbede na de huwelijkssluiting en voor de huwelijkszegen. Het formulier, waarin bijzonder voor het bruidspaar wordt gesmeekt, moet door de plaatselijke ordinarius zijn goedgekeurd.
- Aan het einde van de plechtigheid wordt aan het bruidspaar altijd, ook in de gesloten tijd en ook als één partij of beide hertrouwen, de zegen gegeven. Men gebruikt de formule van het Rituale Romanum tit. VIII, cap. 3, tenzij het eigen rituale een andere zegen bevat.
Referenties naar alinea 74: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
75
Wanneer het huwelijk plaats vindt in de gesloten tijd, vraagt de pastoor het bruidspaar rekening te houden met het bijzondere karakter van deze tijd van het kerkelijk jaar.
Referenties naar alinea 75: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De sacramentaliën
76
Bij de wijding van de kaarsen op 2 februari en van de as aan het begin van de veertigdaagse Vasten kan men volstaan met een van de gebeden die het Missale Romanum [4106] hiervoor biedt. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|79]]]
Referenties naar alinea 76: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
77
De zegeningen van het Rituale Romanum tit. IX, cap. 9, 10 en 11, die tot nu toe voorbehouden waren, kunnen door alle priesters worden verricht. Uitgezonderd blijft de zegen van een klok die bestemd is voor een ingezegende kerk of voor een kapel (cap. 9, n. 11), van de eerste steen voor een te bouwen kerk (cap. 9, n. 16), van een nieuwe kerk of openbare kapel (cap. 9, n. 17) van een antimensium (cap. 9, n. 21) en van een nieuwe begraafplaats (cap. 9, n. 22); uitgezonderd zijn ook de pauselijke zegeningen (cap. 10, n. 1-3), evenals het zegenen en oprichten van een kruisweg (cap. 11, n. 1), want dit blijft aan de bisschop voorbehouden.
Referenties naar alinea 77: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Het Goddelijk Officie
- Artikel 1 Het Goddelijk Officie van degenen die tot het koorgebed verplicht zijn
78
Totdat de vernieuwing van het goddelijk officie voltooid is vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|95]]], moeten:
- de communiteiten van kanunniken, monniken, slotzusters en andere regulieren en religieuzen, waarin volgens het recht of krachtens de constituties de verplichting tot koorgebed bestaat, behalve de conventsmis dagelijks in koor het gehele officie verrichten.
De afzonderlijke leden van deze communiteiten die de hogere wijdingen ontvangen hebben of hun plechtige geloften hebben afgelegd, behalve de lekebroeders, moeten, ook al zijn zij rechtsgeldig van het koorgebed ontheven, dagelijks voor zichzelf de canonieke uren bidden, die zij niet in koor verrichten. - Kathedrale en collegiale kapittels moeten behalve de conventsmis in koor die gedeelten van het officie verrichten, die hun door het algemeen of bijzonder recht worden opgelegd.
De afzonderlijke leden van deze kapittels moeten behalve de canonieke uren waartoe alle geestelijken verplicht zijn die de hogere wijdingen ontvangen hebben vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|96.89]]], voor zichzelf die uren bidden, die door hun kapittel verricht worden. - Met behoud van de regels die in het recht zijn vastgelegd voor het koor van religieuzen en van kapittels, kunnen de leden daarvan in de missiegebieden, wanneer zij door hun pastorale taak wettig verhinderd zijn aan het koor deel te nemen, met toestemming van de plaatselijke ordinarius, maar niet van een vicaris-generaal of delegaat, gebruik maken van het verlof in het Motu Prop rio Sacram Liturgiam [1550|6].
Referenties naar alinea 78: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 De volmacht tot ontheffing of vervanging van het Goddelijk Officie
79
De volmacht die alle ordinarii hebben om hun onderhorigen in afzonderlijke gevallen en met een rechtmatige reden geheel of gedeeltelijk van hun verplichting tot het goddelijk officie te ontslaan of om het te vervangen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|97]]], wordt uitgebreid tot de hogere oversten van niet-exempte religieuzen en van geestelijken die zonder geloften in gemeenschap leven.
Referenties naar alinea 79: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De kleine Officies
80
Een klein officie vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|98]]] wordt slechts beschouwd als opgebouwd volgens het goddelijk officie, wanneer het bestaat uit psalmen, lezingen, hymnen en gebeden, en enigszins rekening houdt met de uren van de dag en de tijden van het kerkelijk jaar.
Referenties naar alinea 80: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
81
Om het openbare gebed van de Kerk te bidden kunnen voorlopig de kleine officies gebruikt worden, die tot nu toe wettig zijn .goedgekeurd. Voorwaarde is echter dat zij volgens de hierboven genoemde eisen zijn samengesteld. Nieuwe kleine officies behoeven evenwel de goedkeuring van de Apostolische Stoel om voor het openbare gebed van de Kerk gebruikt te kunnen worden.
Referenties naar alinea 81: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
82
De vertaling van een klein officie in de volkstaal ten dienste van het openbare gebed van de Kerk moet door het bevoegde territoriaal kerkelijk gezag worden goedgekeurd. De notulen behoeven de goedkeuring of bekrachtiging van de Apostolische Stoel.
Referenties naar alinea 82: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
83
Het bevoegde gezag dat aan degene die volgens hun constituties tot het bidden van het kleine officie gehouden zijn, het gebruik van de volkstaal toestaat, ontheffing verleent van de verplichting tot bidden of de verplichting vervangt, is voor iedere onderhorige zijn ordinarius of hogere overste.
Referenties naar alinea 83: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 Het gemeenschappelijk bidden van het Goddelijk Officie of van het klein Officie door de leden van seculiere instituten
84
Wanneer de leden van een seculier instituut volgens hun constituties verplicht zijn gezamenlijk het goddelijk officie, een klein officie of een gedeelte van een officie te bidden vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|99]]], hebben zij toch de mogelijkheid de prime weg te laten en van de overige kleine uren er een te kiezen, dat het beste bij de tijd van de dag past. vgl: Sacram Liturgiam [[[1550|6]]].
Referenties naar alinea 84: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De taal die bij het bidden van het Goddelijk Officie gebruikt moet worden
85
Sacrificium Laudis ->=geentekst=
Wanneer geestelijken het goddelijk officie in koor verrichten, blijft het Latijn verplicht. vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|101]]]
Referenties naar alinea 85: 2
Musicam Sacram ->=geentekst=Sacrificium Laudis ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
86
De bevoegdheid van de ordinarius aan geestelijken, voor wie het gebruik van het Latijn een ernstig beletsel vormt voor het behoorlijk bidden van het officie, het gebruik van de volkstaal toe te staan, wordt uitgebreid tot de hogere oversten van niet-exempte religieuzen en van geestelijken die zonder geloften in de gemeenschap leven.
Referenties naar alinea 86: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
87
Het ernstig beletsel dat nodig is om de genoemde toestemming te geven, moet afgewogen worden naar de lichamelijke, zedelijke, verstandelijke en geestelijke toestand van de aanvrager. Deze bevoegdheid wordt alleen verleend om het bidden van de Goddelijke Officie gemakkelijker en godvruchtiger te maken; het is niet de bedoeling hiermee op enigerlei wijze afbreuk te doen aan de verplichting die een priester van de Latijnse ritus heeft om de Latijnse taal te leren.
Referenties naar alinea 87: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
88
Een vertaling in de volkstaal van het Goddelijk Officie volgens een andere dan de Romeinse ritus moet door de ordinarii van die taal worden gereedgemaakt en goedgekeurd. Voor de bestanddelen die deze ritus met de Romeinse gemeen heeft, moet gebruik gemaakt worden van de vertaling die het territoriaal gezag heeft goedgekeurd. Daarna moet de vertaling ter goedkeuring aan de Apostolische Stoel worden voorgelegd.
Referenties naar alinea 88: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
89
De breviers voor geestelijken die overeenkomstig art. 101, 1 [570|101] van de Constitutie [570] bij het bidden van het goddelijk officie de volkstaal mogen gebruiken, moeten behalve de vertaling ook de Latijnse tekst bevatten.
Referenties naar alinea 89: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 5 De bouw van kerken en altaren en het vergemakkelijken van de actieve deelneming door de gelovigen
- Artikel 1 De indeling van het kerkgebouw
90
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Bij nieuwbouw, herstel en modernisering moeten de kerken met grote zorg geschikt gemaakt worden voor het vieren van de liturgie in haar ware geest en voor de actieve deelneming van de gelovigen vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|124]]].
Referenties naar alinea 90: 2
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 2 Het hoofdaltaar
91
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Het hoofdaltaar moet bij voorkeur vrij staan, zodat men er gemakkelijk om heen kan en de viering met het gelaat naar het volk mogelijk is. Binnen de gewijde ruimte moet het altaar werkelijk de centrale plaats innemen, waarop zich vanzelf de aandacht van geheel de gemeente der gelovigen richt. Bij de keuze van materialen voor de bouw van een altaar en de altaarbenodigdheden moet men zich houden aan de voorschriften van het recht. Verder moet het priesterkoor rondom het altaar voldoende ruimte bieden voor een goede uitvoering van de plechtigheden.
Referenties naar alinea 91: 5
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 3 De zitplaats van de celebrant en de assistenten
92
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
De zitplaats voor de celebrant en de assistenten moet aan het kerkgebouw aangepast en voor de gelovigen goed zichtbaar zijn, zodat blijkt dat de celebrant inderdaad het hoofd is van geheel de gemeente der gelovigen. Bevindt zich de zitplaats achter het altaar, dan mag hij niet de vorm hebben van een troon, want die komt alleen de bisschop toe.
Referenties naar alinea 92: 2
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 4 De zijaltaren
93
Er moeten slechts weinig zijaltaren zijn en wanneer de structuur van de kerk dit toelaat, kunnen zij beter in kapellen geplaatst worden, die enigszins van het hoofdgebouw zijn afgescheiden.
Referenties naar alinea 93: 1
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 5 De altaarbenodigdheden
94
Het kruis en de kandelaars die voor de verschillende liturgische plechtigheden op het altaar nodig zijn, kunnen met goedvinden van de plaatselijke ordinarius ook naast het altaar opgesteld worden.
Referenties naar alinea 94: 1
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 6 Het bewaren van de Heilige Eucharistie
95
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
De heilige Eucharistie moet in een degelijk en inbraakvrij tabernakel midden op het hoofdaltaar of op een werkelijk voortreffelijk zijaltaar bewaard worden, maar krachtens een rechtsgeldige gewoonte en in bijzondere gevallen ter goedkeuring van de plaatselijke ordinarius ook op een andere echt nette en goed ingerichte plaats in de kerk. Mis lezen met het gelaat naar het volk is ook toegestaan, als op het altaar een klein maar geschikt tabernakel staat.
Referenties naar alinea 95: 5
Redemptionis Sacramentum ->=geentekst=Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 7 De ambo
96
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Voor het verkondigen van de lezingen zijn een of meer ambo's gewenst. Zij moeten zo geplaatst worden, dat de assistent voor de gelovigen goed zichtbaar en verstaanbaar is.
Referenties naar alinea 96: 2
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 8 De plaats van de schola en het orgel
97
Musicam Sacram ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
De plaatsing van de schola en het orgel moet duidelijk laten uitkomen dat de zangers en de organist deel uitmaken van de verzamelde gemeente der gelovigen en zij moet de uitvoering van hun liturgische taak vergemakkelijken.
Referenties naar alinea 97: 3
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Musicam Sacram ->=geentekst=
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 9 De plaatsen voor de gelovigen
98
Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Met bijzondere zorg moet de ruimte voor de gelovigen worden ingericht, zodat zij echt met oog en hart aan de plechtigheden kunnen deelnemen. Het is een goed gebruik banken of stoelen voor hen te plaatsen, maar de gewoonte voor bepaalde particuliere personen zitplaatsen te reserveren moet overeenkomstig art. 32 [570|32] van de Constitutie [570] worden afgekeurd. Men moet er verder voor zorgen dat de gelovigen de celebrant en de assistenten niet alleen kunnen zien, maar met behulp van de moderne technische middelen ook goed kunnen verstaan.
Referenties naar alinea 98: 2
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Institutio Generalis Missalis Romani ->=geentekst=
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Artikel 10 De doopkapel
99
Bij het bouwen en inrichten van een doopkapel moet men er ijverig voor waken dat de waardigheid van het sacrament van het doopsel duidelijk blijkt en de ruimte geschikt is voor gemeenschappelijke plechtigheden vgl: Sacrosanctum Concilium [[[570|27]]].
Referenties naar alinea 99: 1
Eucharisticum Mysterium ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 6 Slot
100
Deze Instructie is in opdracht van onze heilige Vader paus Paulus VI door de Raad voor de uitvoering van de Constitutie over de Liturgie samengesteld. Door zijne eminentie kardinaal Jacob Lercaro als voorzitter van deze Raad is zij aan zijne Heiligheid aangeboden.
De heilige Vader heeft deze Instructie met de vereiste aandacht onderzocht, daarin bijgestaan door de genoemde Raad en de Ritencongregatie. In een audientie, op 26 september 1964 aan zijne eminentie kardinaal Arcadius Maria Larraona als prefect van de Ritencongregatie verleend, heeft hij aan deze Instructie zijn bijzondere goedkeuring gehecht, haar met zijn gezag bekrachtigd, opdracht gegeven tot publicatie en gelast dat vanaf de eerste zondag van de vasten, 7 maart 1965, alle betrokkenen haar ijverig moeten onderhouden.
Hetgeen hiermee in strijd is, vormt geen enkel beletsel.
Rome, 26 september 1964
Kardinaal Jacob Lercaro Aartsbisschop van Bologna Voorzitter van de Raad voor de uitvoering van de Constitutie over de Liturgie
Kardinaal Arcadius M. Larraona
Prefect van de Ritencongregatie
Msgr. Hendrik Dante
tit. Aartsbisschop van Carpasia
secretaris van de Ritencongregatie
Referenties naar alinea 100: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 5
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/2709-inter-oecumenici-nl