Inhoudsopgave
- Inhoud
De recente publicatie van de Sectie Geloofsvragen van de Raad van Kerken, 'Intercommunie: het asymmetrische geloofsgesprek tussen protestanten en katholieken', geeft de RK Bisschoppenconferentie aanleiding het volgende te verklaren.
Het staat de plaatselijke pastoor niet vrij naar eigen inzicht niet-katholieke gelovigen toe te laten tot de communie in de Katholieke Kerk. Dit misverstand kan ontstaan door genoemde publicatie. De pastoor heeft weliswaar een rol in de beoordeling van afzonderlijke gevallen, maar deze beoordeling vindt steeds plaats binnen de geldende normen. De Nederlandse Bisschoppen opereren binnen de normen die in het kerkelijk recht gesteld worden. De suggestie is onjuist dat deze algemene normen meer ruimte zouden bieden voor toelating van niet-katholieken dan de Nederlandse Bisschoppen geven. De Nederlandse Bisschoppen hebben voor hun bisdommen geen eigen normen vastgesteld. Dit betekent dat de katholieke bedienaren zich moeten houden aan de normen van het
, volgens de uitleg van het
. Deze normen laten zien dat toelating van niet-katholieke gelovigen tot de communie in de Katholieke Kerk slechts mogelijk is "in bepaalde omstandigheden, bij wijze van uitzondering en op bepaalde voorwaarden".
De richtlijnen van de RK Kerk over toelating tot de communie komen voort uit het diep gelovig besef van de samenhang tussen eucharistische gemeenschap en kerkelijke gemeenschap. Onze gemeenschap met andere christenen is reëel. Maar deze gemeenschap wordt tevens gekenmerkt door een breuk en is daarom nog onvolkomen. Verbondenheid en breuk horen beide tot de realiteit van onze band met elkaar. Dat komt tot uiting in de terughoudendheid van de RK Kerk in de toelating tot de communie. De RK visie op de samenhang tussen Eucharistie en Kerk wordt onder andere uiteengezet in de recente tekst van de Bisschoppenconferenties van Engeland & Wales, Ierland en Schotland, waarvan de Bisschoppen onlangs de Nederlandse vertaling uitbrachten onder de titel
Eén brood - één lichaam.
De publicatie van de Sectie Geloofsvragen wijst er terecht op dat er in het geloofsgesprek over de Maaltijd des Heren in de afgelopen jaren veel is bereikt. Wij zeggen met paus Johannes Paulus II: "De interconfessionele theologische gesprekken hebben positieve en tastbare resultaten opgeleverd; dat geeft ons de moed om verder te gaan". Met de bedoelde uitgave hebben de vertegenwoordigers van de RK Kerk in de Raad en in de Sectie ingestemd als bijdrage aan het gesprek over intercommunie. Wij willen met deze verklaring niet de publicatie als geheel afwijzen, maar slechts het mogelijke misverstand wegnemen dat de tekst kan oproepen ten aanzien van de normen van de RK Kerk.
Tenslotte is het goed te wijzen op het voortgaande gesprek dat gevoerd wordt in de gezamenlijke Werkgroep Kerken en Gemengd Huwelijk van de RK Kerk en de Samen op Weg-kerken over het kerkelijk gemengde huwelijk, waarin ook de kwestie van 'intercommunie' aan de orde is. Deze werkgroep hoopt in 2000 aan de Bisschoppenconferentie en de Synodes te rapporteren.
De RK Bisschoppen van Nederland
Utrecht, 30 juni 1999
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/241-verklaring-over-intercommunie-nl