Inhoudsopgave
- Inhoud
1
Beminde broeders en zusters,
De datum van 2 april is in de herinnering van de Kerk gegrift als de dag waarop de Dienaar Gods, paus Johannes Paulus II, uit deze wereld is heengegaan. Wij herbeleven met ontroering de uren van die zaterdagavond, toen het nieuws van zijn dood werd onthaald door een grote biddende menigte die het Sint-Pietersplein vulde. Meerdere dagen waren de basiliek en dit plein van het Vaticaan werkelijk het hart van de wereld. Een ononderbroken stroom van bedevaarders bracht hulde aan het stoffelijk overschot van de eerbiedwaardige paus en ook zijn begrafenis werd een getuigenis van de achting en genegenheid die hij in de ziel van zeer vele gelovigen en mensen van overal op aarde, verworven had. Zoals drie jaar geleden, is ook nu weinig tijd verlopen sinds Pasen. Het hart van de Kerk is nog diep ondergedompeld in het mysterie van de verrijzenis van de Heer. Werkelijk, wij mogen heel het leven van mijn veelgeliefde voorganger, vooral zijn petrinisch ambt, lezen in het teken van de verrezen Christus. Hij koesterde een buitengewoon geloof in Hem en onderhield met Hem een diep, buitengewoon en ononderbroken gesprek. Onder zijn talrijke menselijke en bovennatuurlijke kwaliteiten, bezat hij namelijk die van een buitengewone spirituele en mystieke gevoeligheid. Het volstond hem gade te slaan als hij bad: hij dompelde zich letterlijk onder in God en het leek of hem in die momenten al het overige vreemd was. In de liturgievieringen zag men hem met aandacht aanwezig bij het mysterie dat zich aan het voltrekken was, met een grote bekwaamheid om de welsprekendheid van Gods woord in de ontwikkeling van de geschiedenis op het diepe niveau van Gods plan te vatten. De mis was voor hem, zoals hij dikwijls zei, het middenpunt van elke dag en van heel het bestaan. De levende en heilige werkelijkheid van de Eucharistie gaven hem de spirituele energie om het volk Gods op de weg van de geschiedenis te leiden.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Johannes Paulus II is op de vooravond van de tweede Paaszondag gestorven; op het einde van de “dag die de Heer heeft gemaakt”. Zijn doodsstrijd heeft zich die dag voltrokken, binnen de ruimte en tijd van de “achtste dag”, zo heeft de Allerheiligste Drie-eenheid het gewild door het werk van het mensgeworden, gestorven en verrezen Woord. Paus Johannes Paulus II heeft in zijn leven meerdere keren het bewijs geleverd dat hij reeds in zekere zin in deze spirituele dimensie leefde, vooral bij de uitvoering van zijn zending als paus. Zijn pontificaat was in zijn geheel en in de talrijke afzonderlijke momenten, voor ons inderdaad een teken en getuigenis van de verrijzenis van Christus. De paasdynamiek, die van het leven van Johannes Paulus II een totaal antwoord gemaakt heeft op de roeping van de Heer, kon niet tot uitdrukking komen zonder deelname aan het lijden en de dood van de Goddelijke Meester en Verlosser. Dit woord is zeker, beweert de apostel Paulus: “Als wij met Hem gestorven zijn, zullen wij met Hem leven. Als wij volharden, zullen wij met Hem heersen” (b:2 Rom. 2, 11-12). Sinds zijn kindertijd, had Karol Wojtyla begrepen dat dit waar is toen hij het kruis op zijn weg ontmoette, in zijn familie en zijn volk. Hij besloot zeer vlug het met Jezus te dragen, door in Zijn voetspoor te treden. Hij wou Zijn trouwe dienaar zijn, door in te gaan op de roeping van priester, als de gave en het engagement van heel zijn leven. Hij leefde met Hem en wou ook met Hem sterven. En dat alles door de bijzondere bemiddeling van de Allerheiligste Maagd Maria, Moeder van de Kerk, Moeder van de Verlosser, innig en daadwerkelijk verbonden met Zijn heilsmysterie van dood en verrijzenis.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De bijbellezingen die zopas gelezen werden, leiden ons bij deze gedachte: “gij behoeft niet bevreesd te zijn!” . De woorden die de engel bij de opstanding richtte tot de vrouwen bij het lege graf, en die we zojuist hoorden, zijn op de lippen van paus Johannes Paulus II, sinds het , als het ware een spreuk geworden. Hij heeft ze meerdere keren tot de Kerk en de mensheid herhaald in de aanloop naar het jaar 2000, op de historische drempel ervan en ook erna, bij het aanbreken van het derde millennium. Hij sprak ze steeds uit met een onbuigzame kracht, zwaaiend met zijn herdersstaf die uitloopt op een kruis, en later, toen zijn lichaamskrachten begonnen af te nemen, door er zich bijna aan op te trekken, tot op die laatste Goede Vrijdag, toen hij aan de “” deelnam vanuit zijn privé-kapel en het kruis in zijn armen drukte. We kunnen dit laatste stille getuigenis van liefde voor Jezus niet vergeten. Deze welsprekende scène van menselijk en gelovig lijden, op die laatste Goede Vrijdag, wees voor de gelovigen en de wereld ook op het geheim van heel zijn christenleven. Zijn “vrees niet!” rustte niet op menselijke kracht, noch op verworven succes, doch uitsluitend op het woord van God, op het kruis en de verrijzenis van Christus. Naarmate hij van alles ontdaan werd, op het einde zelfs van het woord, is zijn vertrouwen in Christus nog toegenomen. Zoals dit het geval was bij Jezus, zo maakten uiteindelijk ook bij Johannes Paulus II de woorden plaats voor het uiterste offer, de gave van zichzelf. De dood was het zegel van een bestaan dat helemaal aan Christus gegeven was, door ook fysisch op Hem te gelijken onder de trekken van lijden en vertrouwende overgave in de armen van de hemelse Vader. “Laat mij naar de Vader gaan”, waren zijn laatste woorden – hiervan getuigen degenen die hem nabij waren – aan het einde van een leven, geheel gewijd aan het kennen en schouwen van het gelaat van de Heer.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Eerbiedwaardige en beminde broeders, ik dank u allen dat u zich met mij verenigd hebt in deze Mis ter intentie van de beminde Johannes Paulus II. Ik denk van harte aan de deelnemers aan het eerste Wereldcongres over de Goddelijke Barmhartigheid dat juist vandaag begint, en dat het rijke leergezag over dit onderwerp wil verdiepen. De barmhartigheid van God – hij zei het zelf – is een uitgelezen leessleutel van zijn pontificaat. Hij wou dat de boodschap van Gods barmhartige liefde alle mensen zou bereiken en riep de gelovigen op er getuigen van te zijn . Daarom wou hij zuster Faustina Kowalska tot de eer van de altaren verheffen, een nederige zuster die door Gods geheime plan de profetische boodschapster geworden is van de Goddelijke barmhartigheid. De Dienaar Gods Johannes Paulus II had zelf de verschrikkelijke tragediën van de XXe eeuw gekend en beleefd en hij heeft zich lang afgevraagd wat de opgang van het kwaad kon stoppen. Het antwoord kon alleen in Gods liefde liggen. Alleen de Goddelijke barmhartigheid is namelijk bij machte grenzen te stellen aan het kwaad; alleen de almachtige liefde van God kan het geweld van boosdoeners en de vernietigende macht van egoïsme en haat overwinnen. Daarom zei hij bij de terugkeer van zijn laatste reis in zijn vaderland, Polen: “Er is geen andere bron van hoop voor de mens dan de barmhartigheid van God” .
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Wij danken de Heer omdat Hij deze trouwe en moedige dienaar aan de Kerk gegeven heeft. Wij loven en zegenen de Allerzaligste Maagd Maria omdat Zij onophoudelijk over zijn persoon en ambt gewaakt heeft voor het welzijn van het christenvolk en de hele mensheid. En nu wij voor het heil van zijn uitverkoren ziel het verlossende Offer opdragen, vragen wij hem voor ieder van ons ten beste te spreken in de hemel en vooral voor mij, die door de Voorzienigheid geroepen ben om zijn onschatbaar geestelijk erfgoed in ontvangst te nemen. Moge de Kerk, zijn onderricht en voorbeeld volgend, haar zending van evangelisatie trouw en zonder compromis verder zetten, door de barmhartige liefde van Christus te verspreiden, bron van ware vrede voor de hele wereld.
Amen.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/2331-wees-niet-bang-nl