Barnabas, Silas en Apollos: drie van de vele medewerkers van de heilige Paulus
x
Informatie over dit document
Barnabas, Silas en Apollos: drie van de vele medewerkers van de heilige Paulus
Paus Benedictus XVI
31 januari 2007
Pauselijke geschriften - Audiënties
2007, Libreria Editrice Vaticana
Vert. uit het Italiaans, alineaverdeling en -nummering: Past. Chr. van Buijtenen, pr.
Vert. uit het Italiaans, alineaverdeling en -nummering: Past. Chr. van Buijtenen, pr.
31 januari 2007
15 maart 2010
1722
nl
Referenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
- Inhoud
1
We kunnen niet bij al deze kostbare helpers stilstaan want het zijn er veel. Het moge volstaan hier onder andere te herinneren aan Epafras (Kol. 1, 4; Kol. 4, 12; Filemon 23) [[b:Kol. 1, 4; Kol. 4, 12; Filemon 23]]; Epafroditus (Fil. 2, 25; Fil. 4, 18) [[b:Fil. 2, 25; Fil. 4, 18]], Tichykus (Hand. 20, 4; Ef. 6, 21; Kol. 4, 7; 2 Tim. 4, 12; Tit. 3, 12) [[b:Hand. 20, 4; Ef. 6, 21; Kol. 4, 7; 2 Tim. 4, 12; Tit. 3, 12]], Urbanus (Rom. 16, 9) [[b:Rom. 16, 9]], Gajus en Aristarchus (Hand. 19, 29; Hand. 20, 4; Hand. 27, 2; Kol. 4, 10) [[b:Hand. 19, 29; Hand. 20, 4; Hand. 27, 2; Kol. 4, 10]]. En vrouwen zoals Febe (Rom. 16, 1) [[b:Rom. 16, 1]], Tryfena en Tryfosa (Rom. 16, 12) [[b:Rom. 16, 12]], Perside, de moeder van Rufus - van wie de heilige Paulus zegt "die ook voor mij een moeder is geworden" (Rom. 16, 12-13) [[b:Rom. 16, 12-13]] - en niet te vergeten echtparen zoals Priscilla en Aquila [1734] (Rom. 16, 3; 1 Kor. 16, 19; 2 Tim. 4, 19) [[b:Rom. 16, 3; 1 Kor. 16, 19; 2 Tim. 4, 19]].
Van deze grote schare medewerkers en medewerksters van de heilige Paulus richten wij vandaag onze aandacht op drie personen, die een rol van bijzondere betekenis hebben gespeeld in de evangelisatie van het begin: Barnabas, Silvanus en Apollos.
Beste broeders en zusters,we zetten onze reis onder de protagonisten van de oorsprong van het christendom voort en wijden vandaag onze aandacht aan sommige van de andere medewerkers van de heilige Paulus. We moeten erkennen dat de Apostel een welsprekend voorbeeld is van een man die open staat voor samenwerking: in de Kerk wil hij niet alles in zijn eentje doen, maar hij laat zich daarbij helpen door talrijke en heel verschillende collega's.
We kunnen niet bij al deze kostbare helpers stilstaan want het zijn er veel. Het moge volstaan hier onder andere te herinneren aan Epafras (Kol. 1, 4; Kol. 4, 12; Filemon 23) [[b:Kol. 1, 4; Kol. 4, 12; Filemon 23]]; Epafroditus (Fil. 2, 25; Fil. 4, 18) [[b:Fil. 2, 25; Fil. 4, 18]], Tichykus (Hand. 20, 4; Ef. 6, 21; Kol. 4, 7; 2 Tim. 4, 12; Tit. 3, 12) [[b:Hand. 20, 4; Ef. 6, 21; Kol. 4, 7; 2 Tim. 4, 12; Tit. 3, 12]], Urbanus (Rom. 16, 9) [[b:Rom. 16, 9]], Gajus en Aristarchus (Hand. 19, 29; Hand. 20, 4; Hand. 27, 2; Kol. 4, 10) [[b:Hand. 19, 29; Hand. 20, 4; Hand. 27, 2; Kol. 4, 10]]. En vrouwen zoals Febe (Rom. 16, 1) [[b:Rom. 16, 1]], Tryfena en Tryfosa (Rom. 16, 12) [[b:Rom. 16, 12]], Perside, de moeder van Rufus - van wie de heilige Paulus zegt "die ook voor mij een moeder is geworden" (Rom. 16, 12-13) [[b:Rom. 16, 12-13]] - en niet te vergeten echtparen zoals Priscilla en Aquila [1734] (Rom. 16, 3; 1 Kor. 16, 19; 2 Tim. 4, 19) [[b:Rom. 16, 3; 1 Kor. 16, 19; 2 Tim. 4, 19]].
Van deze grote schare medewerkers en medewerksters van de heilige Paulus richten wij vandaag onze aandacht op drie personen, die een rol van bijzondere betekenis hebben gespeeld in de evangelisatie van het begin: Barnabas, Silvanus en Apollos.
Referenties naar alinea 1: 1
HH. Priscilla en Aquila ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Barnabas
Barnabas betekent "zoon van de aansporing" (Hand. 4, 36) [b:Hand. 4, 36] of "zoon van de vertroosting" Noot van de vertaler: Het.. Noot van de vertaler: Het Griekse woord paraklèseoos kan zowel aansporing als vertroosting betekenen. De naam voor de heilige Geest - Parakleet - betekent zowel Hij die bemoedigt als Hij die vertroost. en is de bijnaam van een joodse Leviet, afkomstig uit Cyprus. Hij had zich gevestigd in Jeruzalem en was een van de eerste die het Christendom omhelsde na de verrijzenis van de Heer. In grote edelmoedigheid verkocht hij een stuk grond dat hij bezat en gaf de opbrengst ervan aan de Apostelen voor de noden van de Kerk (Hand. 4, 36) [[b:Hand. 4, 36]]. Hij was degene die zich garant stelde voor de bekering van Saulus bij de christengemeenschap van Jeruzalem, die de vroegere vervolger nog wantrouwde (Hand. 9, 27) [[b:Hand. 9, 27]]. Toen hij naar Antiochië in Syrië werd gezonden, ging hij eerst Paulus ophalen in Tarsus, waar deze zich teruggetrokken had, en bracht met hem een heel jaar door, terwijl zij zich wijdden aan de evangelisatie van die belangrijke stad,. in de kerk waarvan Barnabas bekend stond als profeet en leraar (Hand. 13, 1) [[b:Hand. 13, 1]]. Barnabas heeft zo, op het moment van de eerste bekeringen onder de heidenen, begrepen dat dit het uur van Saulus was, die zich in zijn stad Tarsus had teruggetrokken. Hij is daar heen gegaan en hem gaan zoeken. Hij heeft zo, op dat belangrijke moment, als het ware Paulus aan de Kerk teruggegeven; hij heeft haar in deze zin nog eens de Apostel van de Volkeren geschonken.
Door de Kerk van Antiochië werd Barnabas samen met Paulus op missie gezonden, en volbracht hij wat bekend staat onder de naam van de eerste missiereis van de Apostel. In werkelijkheid gaat het om een missiereis van Barnabas - hij was immers de verantwoordelijke en Paulus sloot zich als medewerker bij hem aan - een reis die de gebieden van Cyprus aan deed en die van centraal en zuidelijk Anatolië, het huidige Turkije, met de steden Attalia, Perge, Antiochië in Pisidië, Ikonium, Lystra en Derbe (Hand. 13-14) [[b:Hand. 13-14]]. Samen met Paulus ging hij daarna naar het zogenaamde Concilie van Jeruzalem, waar na een diepgaand onderzoek de Apostelen en Oudsten besloten om de praktijk van de besnijdenis los te koppelen van de christelijke identiteit (Hand. 15, 1-35) [[b:Hand. 15, 1-35]]. Alleen zo hebben ze uiteindelijk officieel de Kerk van de heidenen mogelijk gemaakt als een Kerk zonder besnijdenis: wij zijn gewoon door het geloof in Christus kinderen van Abraham.
Barnabas betekent "zoon van de aansporing" (Hand. 4, 36) [b:Hand. 4, 36] of "zoon van de vertroosting" Noot van de vertaler: Het.. Noot van de vertaler: Het Griekse woord paraklèseoos kan zowel aansporing als vertroosting betekenen. De naam voor de heilige Geest - Parakleet - betekent zowel Hij die bemoedigt als Hij die vertroost. en is de bijnaam van een joodse Leviet, afkomstig uit Cyprus. Hij had zich gevestigd in Jeruzalem en was een van de eerste die het Christendom omhelsde na de verrijzenis van de Heer. In grote edelmoedigheid verkocht hij een stuk grond dat hij bezat en gaf de opbrengst ervan aan de Apostelen voor de noden van de Kerk (Hand. 4, 36) [[b:Hand. 4, 36]]. Hij was degene die zich garant stelde voor de bekering van Saulus bij de christengemeenschap van Jeruzalem, die de vroegere vervolger nog wantrouwde (Hand. 9, 27) [[b:Hand. 9, 27]]. Toen hij naar Antiochië in Syrië werd gezonden, ging hij eerst Paulus ophalen in Tarsus, waar deze zich teruggetrokken had, en bracht met hem een heel jaar door, terwijl zij zich wijdden aan de evangelisatie van die belangrijke stad,. in de kerk waarvan Barnabas bekend stond als profeet en leraar (Hand. 13, 1) [[b:Hand. 13, 1]]. Barnabas heeft zo, op het moment van de eerste bekeringen onder de heidenen, begrepen dat dit het uur van Saulus was, die zich in zijn stad Tarsus had teruggetrokken. Hij is daar heen gegaan en hem gaan zoeken. Hij heeft zo, op dat belangrijke moment, als het ware Paulus aan de Kerk teruggegeven; hij heeft haar in deze zin nog eens de Apostel van de Volkeren geschonken.
Door de Kerk van Antiochië werd Barnabas samen met Paulus op missie gezonden, en volbracht hij wat bekend staat onder de naam van de eerste missiereis van de Apostel. In werkelijkheid gaat het om een missiereis van Barnabas - hij was immers de verantwoordelijke en Paulus sloot zich als medewerker bij hem aan - een reis die de gebieden van Cyprus aan deed en die van centraal en zuidelijk Anatolië, het huidige Turkije, met de steden Attalia, Perge, Antiochië in Pisidië, Ikonium, Lystra en Derbe (Hand. 13-14) [[b:Hand. 13-14]]. Samen met Paulus ging hij daarna naar het zogenaamde Concilie van Jeruzalem, waar na een diepgaand onderzoek de Apostelen en Oudsten besloten om de praktijk van de besnijdenis los te koppelen van de christelijke identiteit (Hand. 15, 1-35) [[b:Hand. 15, 1-35]]. Alleen zo hebben ze uiteindelijk officieel de Kerk van de heidenen mogelijk gemaakt als een Kerk zonder besnijdenis: wij zijn gewoon door het geloof in Christus kinderen van Abraham.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
De twee, Paulus en Barnabas, kwamen vervolgens tegenover elkaar te staan, bij het begin van de tweede missiereis, omdat Barnabas als metgezel Johannes Marcus mee wilde nemen, terwijl Paulus dat niet wilde, omdat de jongeman zich van hen afgescheiden had tijdens de vorige reis (Hand. 13, 13; Hand. 15, 36-40) [[b:Hand. 13, 13; Hand. 15, 36-40]]. Er komen dus ook onder heiligen twisten, onenigheden en controversen voor. Mij komt dat heel erg troostrijk voor, want we zien dat de heiligen niet "uit de hemel gevallen" zijn. Het zijn mensen zoals wij, met ook ingewikkelde problemen. De heiligheid bestaat er niet in dat je nooit een vergissing hebt gemaakt, nooit gezondigd hebt. De heiligheid groeit in de mate van het vermogen tot bekering, tot berouw, tot bereidheid om opnieuw te beginnen, en boven al in het vermogen tot verzoening en vergeving. Zo ook bij Paulus die eerder scherp en bitter was geweest jegens Marcus: uiteindelijk kan hij het weer met hem vinden. In de laatste Brieven van de heilige Paulus, in die aan Filemon en in de twee brief aan Timoteüs, komt juist Marcus voor als "mijn medewerker". Het is dus niet het nooit gemaakt hebben van een vergissing, maar het vermogen tot verzoening en vergeving dat ons tot heiligen maakt, en deze weg van heiligheid kunnen wij allemaal leren.
In ieder geval vertrok Barnabas rond het jaar 49 met Johannes Marcus naar Cyprus (Hand. 15, 39) [[b:Hand. 15, 39]]. Van dan af verliezen we zijn spoor. Tertullianus schrijft hem de Brief aan de Hebreeën toe, wat niet onwaarschijnlijk is, omdat Barnabas, die van de stam Levi was, belang kon hebben bij het thema van het priesterschap en ons in de Brief aan de Hebreeën op een buitengewone manier het priesterschap van Jezus uitlegt.
In ieder geval vertrok Barnabas rond het jaar 49 met Johannes Marcus naar Cyprus (Hand. 15, 39) [[b:Hand. 15, 39]]. Van dan af verliezen we zijn spoor. Tertullianus schrijft hem de Brief aan de Hebreeën toe, wat niet onwaarschijnlijk is, omdat Barnabas, die van de stam Levi was, belang kon hebben bij het thema van het priesterschap en ons in de Brief aan de Hebreeën op een buitengewone manier het priesterschap van Jezus uitlegt.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Silas of Silvanus
Een andere metgezel van Paulus was Silas. Zijn naam is de Griekse vorm van een Hebreeuwse naam (misschien sheal, "vragen, smeken", wat dezelfde stam heeft als de naam "Saulus"), waar ook de Latijnse vorm vandaan komt: Silvanus. De naam Silas komt alleen voor in het Boek van de Handelingen, terwijl de naam Silvanus alleen voorkomt in de Brieven van Paulus. Hij was een jood uit Jeruzalem, een van de eersten die christen geworden zijn, en in die Kerk genoot hij een hoge achting (Hand. 15, 22) [[b:Hand. 15, 22]], en werd hij beschouwd als een profeet (Hand. 15, 32) [[b:Hand. 15, 32]]. Hij kreeg de opdracht om aan "de broeders in Antiochië, Syrië en Cilicië" (Hand. 15, 23) [b:Hand. 15, 23] de besluiten die op het Concilie van Jeruzalem waren genomen, over te brengen en uit te leggen. Het is duidelijk dat hij in staat werd geacht om zoiets als een bemiddeling te bewerken tussen Jeruzalem en Antiochië, tussen de joodse christenen en de christenen van heidense afkomst, en zo de eenheid van de kerk te dienen in een diversiteit van rite en oorsprong. Toen Paulus zich van Barnabas scheidde, nam hij juist deze Silas als nieuwe reisgezel (Hand. 15, 40) [[b:Hand. 15, 40]]. Samen met Paulus kwam hij te Macedonië aan (met de steden Filippi, Thessalonika en Berea) waar hij achterbleef, terwijl Paulus verder ging naar Athene en vervolgens naar Korinte. Silas voegde zich weer bij hem in Korinte, waar hij meewerkte in de prediking van het Evangelie; in de tweede brief van Paulus aan die Kerk wordt inderdaad gesproken over "Jezus Christus, die door ons onder u is verkondigd, door mij en Silvanus en Timoteüs" (2 Kor. 1, 19) [b:2 Kor. 1, 19]. Dat maakt duidelijk waarom hij, samen met Paulus en Timoteüs, medeafzender blijkt te zijn van de twee Brieven aan de Tessalonicensen.
Ook dit lijkt mij belangrijk. Paulus werkt niet als een "solist", louter als individu, maar samen met deze medewerkers in het "wij" van de Kerk. Dit "ik" van Paulus is geen geïsoleerd "ik", maar een "ik" in het "wij" van de Kerk, in het "wij" van het apostolische geloof. En tenslotte wordt Silvanus ook genoemd in de Eerste Brief van Petrus, waar staat: "Met de hulp van Silvanus, (...) een betrouwbare broeder, heb ik u geschreven" (1 Pt. 5, 12) [b:1 Pt. 5, 12]. Zo zien we ook de communio van de Apostelen. Silvanus dient Paulus, en dient ook Petrus, want de Kerk is één en er is maar één missionaire verkondiging.
Een andere metgezel van Paulus was Silas. Zijn naam is de Griekse vorm van een Hebreeuwse naam (misschien sheal, "vragen, smeken", wat dezelfde stam heeft als de naam "Saulus"), waar ook de Latijnse vorm vandaan komt: Silvanus. De naam Silas komt alleen voor in het Boek van de Handelingen, terwijl de naam Silvanus alleen voorkomt in de Brieven van Paulus. Hij was een jood uit Jeruzalem, een van de eersten die christen geworden zijn, en in die Kerk genoot hij een hoge achting (Hand. 15, 22) [[b:Hand. 15, 22]], en werd hij beschouwd als een profeet (Hand. 15, 32) [[b:Hand. 15, 32]]. Hij kreeg de opdracht om aan "de broeders in Antiochië, Syrië en Cilicië" (Hand. 15, 23) [b:Hand. 15, 23] de besluiten die op het Concilie van Jeruzalem waren genomen, over te brengen en uit te leggen. Het is duidelijk dat hij in staat werd geacht om zoiets als een bemiddeling te bewerken tussen Jeruzalem en Antiochië, tussen de joodse christenen en de christenen van heidense afkomst, en zo de eenheid van de kerk te dienen in een diversiteit van rite en oorsprong. Toen Paulus zich van Barnabas scheidde, nam hij juist deze Silas als nieuwe reisgezel (Hand. 15, 40) [[b:Hand. 15, 40]]. Samen met Paulus kwam hij te Macedonië aan (met de steden Filippi, Thessalonika en Berea) waar hij achterbleef, terwijl Paulus verder ging naar Athene en vervolgens naar Korinte. Silas voegde zich weer bij hem in Korinte, waar hij meewerkte in de prediking van het Evangelie; in de tweede brief van Paulus aan die Kerk wordt inderdaad gesproken over "Jezus Christus, die door ons onder u is verkondigd, door mij en Silvanus en Timoteüs" (2 Kor. 1, 19) [b:2 Kor. 1, 19]. Dat maakt duidelijk waarom hij, samen met Paulus en Timoteüs, medeafzender blijkt te zijn van de twee Brieven aan de Tessalonicensen.
Ook dit lijkt mij belangrijk. Paulus werkt niet als een "solist", louter als individu, maar samen met deze medewerkers in het "wij" van de Kerk. Dit "ik" van Paulus is geen geïsoleerd "ik", maar een "ik" in het "wij" van de Kerk, in het "wij" van het apostolische geloof. En tenslotte wordt Silvanus ook genoemd in de Eerste Brief van Petrus, waar staat: "Met de hulp van Silvanus, (...) een betrouwbare broeder, heb ik u geschreven" (1 Pt. 5, 12) [b:1 Pt. 5, 12]. Zo zien we ook de communio van de Apostelen. Silvanus dient Paulus, en dient ook Petrus, want de Kerk is één en er is maar één missionaire verkondiging.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Apollos
De derde metgezel van Paulus die we willen gedenken, heet Apollos, wat waarschijnlijk een afkorting is van Apollonius of Apollodoros. Ook al gaat het hier om een naam van heidense stempel, toch was hij een vurige jood uit Alexandrië in Egypte. In het Boek van de Handelingen omschrift Lucas hem als "een welsprekend man, doorkneed in de schriften (...) geestdriftig" (Lc. 18, 24-25) [b:Lc. 18, 24-25]. Dat Apollos het toneel betreedt van de eerste evangelisatie, vindt plaats in de stad Efeze: hij was daar gaan preken en had het geluk dat hij daar het echtpaar Priscilla en Aquila [1734] ontmoette, die hem introduceerden in een meer volledige kennis van "de weg van God" (Hand. 18, 26) [[b:Hand. 18, 26]]. Van Efeze reisde hij door naar Achaje en bereikte de stad Korinte: hij kwam daar aan met een brief van de christenen van Efeze, die de Korintiërs vroegen hem goed te ontvangen (Hand. 18, 27) [[b:Hand. 18, 27]]. In Korinte, zo schrijft Lucas "bleek hij de mensen die door Gods gunst gelovig geworden waren, tot grote steun te zijn, want krachtig weerlegde hij in het openbaar de Joden door vanuit de Schriften aan te tonen dat Jezus de Christus is" (Hand. 18, 27-28) [b:Hand. 18, 27-28], de Messias. Zijn succes in die stad had echter een problematische keerzijde, in zoverre er enige leden van die Kerk waren die in zijn naam, gefascineerd door zijn manier van spreken, tegen de anderen oppositie gingen voeren (1 Kor. 1, 12; 1Kor. 3, 4-6; 1 Kor. 4, 6) [[b:1 Kor. 1, 12; 1Kor. 3, 4-6; 1 Kor. 4, 6]]. In de Eerste Brief aan de Korintiërs brengt Paulus waardering tot uitdrukking voor het werk van Apollos, maar verwijt de Korintiërs dat zij het lichaam van Christus doen scheuren door zich in partijen op te splitsen die tegenover elkaar staan. Hij trekt uit heel het gebeuren een belangrijke lering: of ik het nu ben of Apollos - zegt hij - wij zijn niets anders dan diakonoi, dat wil zeggen eenvoudige dienaars, door wie jullie tot het geloof gekomen bent (1 Kor. 3, 5) [[b:1 Kor. 3, 5]]. Ieder heeft een eigen taak op de akker van de Heer: "Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de groei (...) Gods medewerkers zijn wij, Gods akker, Gods bouwwerk bent u" (1 Kor. 3, 6-9) [b:1 Kor. 3, 6-9]. Terug in Efeze, weigerde Apollos op de uitnodiging van Paulus in te gaan om meteen naar Korinte terug te keren. Hij stelde die reis naar een latere, ons onbekende datum uit (1 Kor. 16, 12) [[b:1 Kor. 16, 12]]. Over hem hebben we geen andere berichten, ook al denken sommige geleerden aan hem als mogelijke auteur van de Brief aan de Hebreeën, waarvan volgens Tertullianus Barnabas de auteur geweest zou zijn.
De derde metgezel van Paulus die we willen gedenken, heet Apollos, wat waarschijnlijk een afkorting is van Apollonius of Apollodoros. Ook al gaat het hier om een naam van heidense stempel, toch was hij een vurige jood uit Alexandrië in Egypte. In het Boek van de Handelingen omschrift Lucas hem als "een welsprekend man, doorkneed in de schriften (...) geestdriftig" (Lc. 18, 24-25) [b:Lc. 18, 24-25]. Dat Apollos het toneel betreedt van de eerste evangelisatie, vindt plaats in de stad Efeze: hij was daar gaan preken en had het geluk dat hij daar het echtpaar Priscilla en Aquila [1734] ontmoette, die hem introduceerden in een meer volledige kennis van "de weg van God" (Hand. 18, 26) [[b:Hand. 18, 26]]. Van Efeze reisde hij door naar Achaje en bereikte de stad Korinte: hij kwam daar aan met een brief van de christenen van Efeze, die de Korintiërs vroegen hem goed te ontvangen (Hand. 18, 27) [[b:Hand. 18, 27]]. In Korinte, zo schrijft Lucas "bleek hij de mensen die door Gods gunst gelovig geworden waren, tot grote steun te zijn, want krachtig weerlegde hij in het openbaar de Joden door vanuit de Schriften aan te tonen dat Jezus de Christus is" (Hand. 18, 27-28) [b:Hand. 18, 27-28], de Messias. Zijn succes in die stad had echter een problematische keerzijde, in zoverre er enige leden van die Kerk waren die in zijn naam, gefascineerd door zijn manier van spreken, tegen de anderen oppositie gingen voeren (1 Kor. 1, 12; 1Kor. 3, 4-6; 1 Kor. 4, 6) [[b:1 Kor. 1, 12; 1Kor. 3, 4-6; 1 Kor. 4, 6]]. In de Eerste Brief aan de Korintiërs brengt Paulus waardering tot uitdrukking voor het werk van Apollos, maar verwijt de Korintiërs dat zij het lichaam van Christus doen scheuren door zich in partijen op te splitsen die tegenover elkaar staan. Hij trekt uit heel het gebeuren een belangrijke lering: of ik het nu ben of Apollos - zegt hij - wij zijn niets anders dan diakonoi, dat wil zeggen eenvoudige dienaars, door wie jullie tot het geloof gekomen bent (1 Kor. 3, 5) [[b:1 Kor. 3, 5]]. Ieder heeft een eigen taak op de akker van de Heer: "Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de groei (...) Gods medewerkers zijn wij, Gods akker, Gods bouwwerk bent u" (1 Kor. 3, 6-9) [b:1 Kor. 3, 6-9]. Terug in Efeze, weigerde Apollos op de uitnodiging van Paulus in te gaan om meteen naar Korinte terug te keren. Hij stelde die reis naar een latere, ons onbekende datum uit (1 Kor. 16, 12) [[b:1 Kor. 16, 12]]. Over hem hebben we geen andere berichten, ook al denken sommige geleerden aan hem als mogelijke auteur van de Brief aan de Hebreeën, waarvan volgens Tertullianus Barnabas de auteur geweest zou zijn.
Referenties naar alinea 5: 1
HH. Priscilla en Aquila ->=geentekst=Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Alle drie deze mannen schitteren aan het firmament van de getuigen van het Evangelie door een trek die zij, naast de karakteristieken die ieder eigen zijn, gemeenschappelijk hebben. Gemeenschappelijk hebben zij, naast hun joodse afkomst, de toewijding aan Jezus Christus en aan het Evangelie, samen met het feit dat zij alle drie medewerkers geweest zijn van de apostel Paulus. In deze allereerste zending tot evangeliseren hebben zij de zin van hun leven gevonden, en als zodanig staan zij ons voor ogen als modellen van belangeloosheid en edelmoedigheid.
En denken we tot slot nog een keer aan deze zin van Paulus: of het nu Apollos is of ik, wij zijn allen dienaren van Jezus, ieder op zijn manier, omdat het God is die de groei geeft. Dit geldt ook vandaag de dag voor allen, of het nu de Paus is, of de kardinalen, de Bisschoppen, de priesters of de leken. Wij zijn allemaal nederige dienaars van Jezus. Laten wij zoveel wij kunnen het Evangelie dienen, naargelang onze gaven, en bidden wij God dat Hij vandaag zijn Evangelie, zijn Kerk laat groeien.
En denken we tot slot nog een keer aan deze zin van Paulus: of het nu Apollos is of ik, wij zijn allen dienaren van Jezus, ieder op zijn manier, omdat het God is die de groei geeft. Dit geldt ook vandaag de dag voor allen, of het nu de Paus is, of de kardinalen, de Bisschoppen, de priesters of de leken. Wij zijn allemaal nederige dienaars van Jezus. Laten wij zoveel wij kunnen het Evangelie dienen, naargelang onze gaven, en bidden wij God dat Hij vandaag zijn Evangelie, zijn Kerk laat groeien.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaNotities bij deze alinea
Volgende catechese in deze reeks: HH. Priscilla en Aquila [1734]
Overzicht van deze gehele reeks catecheses:
Christus en Zijn Kerk, toegelicht in de apostelen en in de Vaders (Catecheses door Paus Benedictus XVI) [d:124]
Dossier: Catecheses van de Paus tijdens de wekelijkse Algemene Audienties [d:62]
Extra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediahttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1722-barnabas-silas-en-apollos-drie-van-de-vele-medewerkers-van-de-nl