Venus du monde entier - Over de menselijke persoonlijkheid in de psychologie
x
Informatie over dit document
Venus du monde entier - Over de menselijke persoonlijkheid in de psychologie
Tot het 13e congres van de Internationale vereniging voor toegepaste psychologie over het godsdienstig en zedelijk aspect van de menselijke persoonlijkheid in de psychologie
Paus Pius XII
10 april 1958
Pauselijke geschriften - Toespraken
1958, Katholiek Archief, 13e jrg.
Alineanummering en -indeling van de redactie
Alineanummering en -indeling van de redactie
10 april 1958
15 maart 2010
1454
nl
Referenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichtReferenties naar dit document van thema's en berichten
Open uitgebreid overzichtExtra opties voor dit document
Kopieer document-URL naar klembord Reageer op dit document Deel op social mediaInhoudsopgave
Uitklappen
- Inhoud
1
Uit de gehele wereld samengekomen om in groten getale deel te nemen aan het XIIIde Congres van de Internationale Vereniging voor Toegepaste Psychologie, hebt gij, mijne heren, Ons bij deze gelegenheid een bezoek willen brengen. Het verheugt Ons, u hier te mogen ontvangen en van ganser har te heten Wij ieder van u welkom.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Het onderwerp dat u interesseert en waaraan dit Congres zijn naam ontleent, is de toegepaste psychologie; maar zonder uw onderzoekingen uitsluitend tot de praktische toepassingen te beperken, schenkt gij ook ruimschoots aandacht aan vraagstukken, die tot de theoretische psychologie behoren. Zoals men kan vaststellen naar aanleiding van het overvloedige documentatiemateriaal, dat gij Ons ter beschikking hebt gesteld, houdt ieder der vier secties, waarover uw werkzaamheden zijn verdeeld: psychologie toegepast op de arbeid en de voorlichting bij de beroepskeuze, medische psychologie, schoolpsychologie, en criminele, gerechtelijke en penitentiaire psychologie, zich herhaaldelijk bezig met de vraagstukken van ethiek welke met deze materie te maken hebben.
Ook hebt gij erop gewezen dat er in dit opzicht tussen psychologen en theologen bepaalde meningsverschillen bestaan, die in het denken en het handelen betreurenswaardige onzekerheden tot gevolg hebben, en gij hebt Ons gevraagd daarin zo mogelijk enig licht te brengen. Twee punten vooral heeft men Ons voorgelegd:
Ook hebt gij erop gewezen dat er in dit opzicht tussen psychologen en theologen bepaalde meningsverschillen bestaan, die in het denken en het handelen betreurenswaardige onzekerheden tot gevolg hebben, en gij hebt Ons gevraagd daarin zo mogelijk enig licht te brengen. Twee punten vooral heeft men Ons voorgelegd:
- het wijd verspreide gebruik van bepaalde testen De test wordt omschreven als.. De test wordt omschreven als een diagnostisch experiment, dat tot doel heeft zo objectief en zo exact mogelijk de onderscheiden karaktertrekken van de psyche van een persoonlijkheid, of alleen maar enkele van haar bijzondere eigenschappen, in het licht te stellen., door middel waarvan men zonder gewetensbezwaar de intiemste diepten van de ziel doorvorst;
- vervolgens het daarmee verband houdende, maar bredere, vraagstuk van de zedelijke verantwoordelijkheid van de psycholoog, alsmede dat van de omvang en grenzen van diens rechten en plichten bij het gebruik der wetenschappelijke methoden, of het nu theoretische onderzoekingen dan wel praktische toepassingen betreft.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Beide punten zullen Wij in Onze uiteenzetting behandelen, maar Wij zullen ze in een meeromvattende synthese inpassen: het godsdienstig en zedelijk aspect van de menselijke persoonlijkheid, object van de psychologie. Achtereenvolgens zullen Wij beschouwen:
- de definitie van de menselijke persoonlijkheid van psychologisch en moreel standpunt (De definitie van de menselijk persoonlijkheid van psychologisch en moreel standpunt) [1454 |+ 5 ];
- de zedelijke verplichtingen van de psycholoog ten aanzien van de menselijke persoonlijkheid (De zedelijke verplichtingen van de psycholoog ten aanzien van de menselijke persoonlijkheid) [1454 |+ 27 ];
- de fundamentele moraalbeginselen met betrekking tot de menselijke persoonlijkheid in de psychologie (De fundamentele moraalbeginselen met betrekking tot de menselijke persoonlijkheid in de psychologie) [1454 |+ 54 ].
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 1 De definitie van de menselijk persoonlijkheid van psychologisch en moreel standpunt
- Paragraaf 1 Persoonlijkheid
4
De term "persoonlijkheid" ontmoet men tegenwoordig bijna overal, maar met verschillende betekenissen. Het is voldoende de uitvoerige bibliografie over dit onderwerp na te gaan om er zich rekenschap van te geven dat veel begrippen, die betrekking hebben op de psychische structuur van de mens, worden uitgedrukt in technische termen, welke overal dezelfde fundamentele betekenis hebben; verschillende factoren van de menselijke psyche blijven echter nog onduidelijk bepaald en hebben nog geen adequate definitie gevonden. De term "persoonlijkheid" behoort daartoe, zowel in de wetenschappelijke als in de toegepaste psychologie.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Het is daarom van belang vast te stellen wat Wij eronder verstaan. Ofschoon Wij vooral de zedelijke en godsdienstige aspecten voor ogen hebben, terwijl gij hoofdzakelijk bij het psychologisch aspect blijft stilstaan, geloven Wij toch niet dat dit verschil van uitgangspunt noodzakelijk tot tegenstellingen of tegenstrijdigheden moet leiden, zolang beide uitgangspunten maar objectief blijven en trachten aan te sluiten bij de feiten.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
Wij definiëren de persoonlijkheid als "de psycho-somatische eenheid van de mens, voor zover deze wordt bepaald en bestuurd door de ziel".
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Eenheid
7
Deze definitie ziet de persoonlijkheid allereerst als een "eenheid", omdat zij haar beschouwt als een geheel, waarvan de delen, ofschoon zij hun specifieke eigenschappen behouden, niet gescheiden zijn, maar organisch met elkaar zijn verbonden. Daarom kan de psychologie de psychische vermogens en hun functies afzonderlijk beschouwen, met hun eigen structuur en hun immanente wetten, alsook in hun organische totaliteit.
Referenties naar alinea 7: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
Vervolgens kenmerkt de definitie deze eenheid als "psycho-somatisch". Het uitgangspunt van de theoloog en dat van de psycholoog ontmoeten elkaar hier op meerdere punten. De technische psychologische studies houden zich tot in bijzonderheden bezig met de invloed van het lichaam op de geest, waaraan het met zijn vitale processen onophoudelijk energie toevoert; anderzijds bestuderen zij de invloed van de ge"lst op het lichaam, en zij trachten wetenschappelijk de manier vast te stellen waarop de geestelijke ziel aan de psychische tendenzen leiding geeft, en daaruit lJraktische toepassingen af te leiden.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
Dan zegt de definitie dat de psycho-somatische eenheid van de mens "bepaald en bestuurd wordt door de ziel". Het individu, als eenheid en onzichtbare totaliteit, vormt een enig en algemeen centrum van zijn en handelen, een "ik" dat zichzelf bezit en over zichzelf beschikt. Dat "ik" is hetzelfde voor alle psychische functies en blijft hetzelfde ondanks het voorbijgaan van de tijd. De universaliteit van het "ik", in uitgestrektheid en in duur, is met name van toepassing op de causale band, die het met zijn geestelijke activiteiten verbindt. Dit universele en permanente "ik" neemt onder invloed van innerlijke of uiterlijke oorzaken, welke invloed bewust wordt waargenomen of impliciet aanvaard, maar altijd door vrije beslissing, een bepaalde houding en een permanent karakter aan, zowel in zijn innerlijk zijn als in zijn uiterlijk gedrag. Daar dit eigen kenmerk van de persoonlijkheid in laatste instantie teruggaat op de geestelijke ziel, omschrijft men de persoonlijkheid als "bepaald door de ziel", en omdat het geen occasioneel, maar een continu proces betreft, voegt men eraan toe "bestuurd door de ziel". Het kan voorkomen dat bepaalde karaktertrekken meer uitgesproken naar voren treden en dat men deze dominant met de term "persoonlijkheid" aanduidt, maar het bestaan van dergelijke dominanten is niet noodzakelijk om te kunnen spreken van persoonlijkheid in de zin van de definitie.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
De persoonlijkheid kan beschouwd worden, hetzij als een eenvoudig feit, hetzij in het licht der zedelijke waarden die haar moeten leiden. Het is bekend dat er waardevolle persoonlijkheden bestaan, en andere die onbeduidend zijn, sommige zijn troebel, verdorven, slecht, andere helder, rechtschapen, goed. Maar alle dragen deze kenmerken omdat zij door vrije beslissing de ene of de andere geestelijke richting hebben gekozen. Noch de psychologie, noch de moraal mogen dit feit uit het oog verliezen, ook al houden beiden zich bij voorkeur bezig met het ideaal waarnaar de persoonlijkheid streeft.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Zedelijk en godsdienstige aspecten
11
Omdat het zedelijk en godsdienstig aspect grotendeels met het voorafgaande samenvalt, willen Wij ermee volstaan er slechts enkele aanwijzingen aan toe te voegen. De metafysiek beschouwt de mens als een laatste doel, haar voorgesteld door een levend wezen, dat begaafd is met verstand en vrije wil en waarin het lichaam en de ziel zijn verenigd tot één enkele natuur, met een onafhankelijk bestaan. In technische termen zou men kunnen spreken van "rationalis naturae individua substantia" vgl: ia q. 29 a. 1 [[[t:ia q. 29 a. 1]]]. In deze zin is de mens altijd een persoon, een "individu", onderscheiden van alle anderen, een "ik" van het eerste tot het laatste ogenblik van zijn leven, zelfs wanneer hij zich daarvan niet bewust is. Men stelt een zeker verschil vast tussen dit gezichtspunt en de uitdrukkingen van de psychologie, echter zonder dat er sprake is van een onoplosbare tegenstelling.
Referenties naar alinea 11: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
12
De voornaamste eigenschappen van de persoonlijkheid in zedelijk en godsdienstig opzicht zijn de volgende:
Referenties naar alinea 12: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
13
- De mens is geheel en al het werk van de Schepper. Ook wanneer de psychologie daarmee geen rekening houdt bij haar onderzoekingen, haar experimenten en haar klinische toepassingen, is het toch altijd het werk van de Schepper waarmee zij te maken heeft; anderzijds is, uit zedelijk en godsdienstig oogpunt, deze beschouwingswijze wezenlijk, maar zolang de theoloog en de psycholoog objectief blijven, is er geen conflict te vrezen en kunnen beiden op hun eigen terrein en volgens de beginselen van hun eigen wetenschap verder gaan.
Wanneer men de mens beschouwt als het werk van God, ontdekt men in hem twee eigenschappen, welke belangrijk zijn voor de ontwikkeling en de waarde van de christelijke persoonlijkheid: zijn gelijkenis met God, op grond van de scheppingsdaad, en zijn goddelijk zoonschap in Christus, kenbaar gemaakt door de Openbaring. De christelijke persoonlijkheid wordt inderdaad onbegrijpelijk als men deze gegevens verwaarloost, en ook de psychologie, vooral de toegepaste psychologie, stelt zich bloot aan wanbegrip en vergissingen als zij deze gegevens negeert. Want het betreft hier wel degelijk reële feiten, geen verzinsels of veronderstellingen. Dat deze feiten door openbaring gekend zijn, doet niets af aan hun echtheid, want de openbaring stelt de mens in staat de grenzen van een beperkt verstand te overschrijden en zich door het oneindige verstand Gods te laten aangrijpen.
Referenties naar alinea 13: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
14
- De beschouwing van de finaliteit is van zedelijk en godsdienstig standpunt uit eveneens wezenlijk. De mens heeft de mogelijkheid en de verplichting zijn natuur te vervolmaken, niet zoals hij dit zelf wil, maar volgens het plan Gods. Om het beeld van God in zijn persoonlijkheid te voltooien, moet hij niet zijn instincten volgen, maar de objectieve normen, zoals die van de medische ethiek, die zich aan zijn verstand en zijn vrije wil opdringen en die hem worden voorgeschreven door zijn geweten en door de openbaring. Overigens kan het geweten zich doen voorlichten door te rade te gaan bij de meningen van anderen en bij de wijsheid van de traditie der mensheid. Enige jaren geleden heeft men in Amerika een wetboek van medische ethiek opgesteld: "Ethical Standards for Psychologists", gebaseerd op de antwoorden van 7.500 leden van de American Psychological Association (Washington D.C.). Ook al bevat dit wetboek enkele betwistbare punten, men moet de gedachte die eraan ten grondslag ligt prijzen: een beroep op ernstige en oordeelkundige personen om moraalnormen te vinden en te formuleren. Wie de normen van de objectieve zedelijke orde verwaarloost of minacht, zal niet verder komen dan een misvormde en onvolmaakte persoonlijkheid.
Referenties naar alinea 14: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
15
- Anderzijds, wanneer men zegt dat de mens verplicht is bepaalde regels van zedelijkheid in acht te nemen, betekent dit dat men hem voor verantwoordelijk houdt, dat men de mening is toegedaan dat hij in de objectieve en subjectieve mogelijkheid is volgens deze regels te handelen. Deze affirmatie betreffende de verantwoordelijkheid en de vrijheid is eveneens wezenlijk voor de persoonlijkheid. Men kan dus, ondanks bepaalde opvattingen die door sommige psychologen worden voorgestaan, de volgende vooronderstellingen, inzake welke het bereiken van een zo uitgebreid mogelijke overeenstemming tussen psychologen en theologen overigens zeer wenselijk zou zijn, niet prijsgeven:
- ieder mens moet als normaal beschouwd worden totdat het tegendeel bewezen wordt;
- de normale mens bezit niet alleen een theoretische vrijheid, maar hij heeft ook werkelijk het gebruik van deze vrijheid;
- de normale mens is in staat, wanneer hij naar behoren de geestelijke energie gebruikt welke hem ter beschikking staat, de moeilijkheden te overwinnen die het onderhouden van de zedenwet in de weg staan;
- de abnormale psychologische aanleg is niet altijd van dwingende aard en ontneemt het subject niet altijd alle mogelijkheid om vrij te handelen;
- zelfs de drang van het onbewuste en het onderbewuste is niet onweerstaanbaar; het blijft in hoge mate mogelijk deze te beheersen, vooral voor een normaal subject;
- de normale mens is derhalve gewoonlijk verantwoordelijk voor de beslissingen die hij neemt.
Referenties naar alinea 15: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
16
- Tenslotte kan men, wil men de persoonlijkheid begrijpen, geen abstractie maken van het eschatologisch aspect. Zolang de mens op aarde leeft, kan hij zowel het goede willen als het kwade; maar eenmaal door de dood van het lichaam gescheiden, blijft de ziel bestendigd in de gesteltenis welke zij tijdens het leven aannam. In zedelijk en godsdienstig opzicht is de beslissende factor in de structuur van de persoonlijkheid juist de houding welke zij aanneemt tegenover God: dit is zelfs haar wezen. Wanneer zij op Hem is gericht, zal zij dit blijven; wanneer zij zich daarentegen van Hem heeft afgewend, zal zij de gesteltenis behouden waarin zij zich vrijwillig heeft gebracht. Voor de psychologie kan deze laatste episode van de ontwikkeling der psyche slechts van secondair belang zijn. Daar zij zich echter bezig houdt met de psychische structuren en met de daden die daaruit voortvloeien en bijdragen tot de uiteindelijke opbouw der persoonlijkheid, zou de lotsbestemming der persoonlijkheid haar toch niet geheel en al onverschillig mogen blijven.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
Dit zijn de punten die Wij wilden ontwikkelen aangaande de persoonlijkheid, beschouwd vanuit zedelijk en godsdienstig standpunt.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Enkele andere punten
18
Laten Wij er nog enige korte opmerkingen aan toevoegen.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
19
Uw speciaalstudies behandelen ook de dominanten in de structuur van de persoonlijkheid, dat wil zeggen de gesteldheden die het aspect van haar psyche bepalen. Zo verdeelt gij de mensen in groepen, naargelang bij hen de zintuigen, de instincten, de emoties en affecties, het gevoel, de wil, het verstand overheersen. Ook in godsdienstig en zedelijk opzicht is deze classificatie niet zonder gewicht, want de reactie van de diverse groepen op de zedelijke en godsdienstige motieven is dikwijls volkomen verschillend.
Referenties naar alinea 19: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
20
Uw publicaties behandelen vaak ook de kwestie van het karakter. Het onderscheid tussen en de betekenis van de begrippen "karakter" en "persoonlijkheid" zijn niet overal gelijkluidend. Soms zelfs beschouwt men ze als synoniemen. Sommigen zijn van mening dat het voornaamste element van het karakter de houding is welke de mens aanneemt ten aanzien van zijn verantwoordelijkheid; voor anderen is dit zijn stellingname tegenover de waarden. De persoonlijkheid van de normale mens wordt noodzakelijkerwijze geconfronteerd met de waarden en de normen van het zedelijke leven, dat ook, gelijk Wij reeds zeiden, de medische ethiek omvat; deze waarden zijn geen aanwijzingen zonder meer, maar bindende richtlijnen. Hiertegenover moet men stelling nemen, ze aanvaarden of ze verwerpen. Zo is het te verklaren dat een psycholoog het karakter definieert als "de betrekkelijke constante in het persoonlijk zoeken, waarderen en aanvaarden der waarden". Talloze studies van uw Congres zinspelen op deze definitie of leveren er zelfs uitvoerig commentaar op.
Een laatste feit, dat de gemeenschappelijke belangstelling van de psycholoog en de theoloog trekt, is het bestaan van bepaalde persoonlijkheden, wier enige constante om zo te zeggen het onconstante is. Hun oppervlakkigheid schijnt onoverkomelijk en neemt slechts als waarde de zorgeloosheid of de onverschilligheid aan tegenover elke orde van waarden. Voor de psycholoog zowel als voor de theoloog is dit geen reden tot ontmoediging, maar eerder een prikkel tot arbeidzaamheid en een uitnodiging tot vruchtbare samenwerking, teneinde echte persoonlijkheden en degelijke karakters te vormen, tot welzijn van de individuen en de gemeenschap.
Een laatste feit, dat de gemeenschappelijke belangstelling van de psycholoog en de theoloog trekt, is het bestaan van bepaalde persoonlijkheden, wier enige constante om zo te zeggen het onconstante is. Hun oppervlakkigheid schijnt onoverkomelijk en neemt slechts als waarde de zorgeloosheid of de onverschilligheid aan tegenover elke orde van waarden. Voor de psycholoog zowel als voor de theoloog is dit geen reden tot ontmoediging, maar eerder een prikkel tot arbeidzaamheid en een uitnodiging tot vruchtbare samenwerking, teneinde echte persoonlijkheden en degelijke karakters te vormen, tot welzijn van de individuen en de gemeenschap.
Referenties naar alinea 20: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 2 De zedelijke verplichtingen van de psycholoog ten aanzien van de menselijke persoonlijkheid
21
Wij komen nu te spreken over de problemen van medische ethiek, welke gij Ons gevraagd hebt op te lossen, dat wil zeggen eerst de geoorloofdheid van bepaalde technieken en van de wijze waarop de psychologische tests worden toegepast, vervolgens de godsdienstige en zedelijke beginselen, die fundamenteel zijn voor de persoon van de psycholoog en voor die van de patiënt. Merken Wij daarenboven op dat de vraagstukken van ethiek, welke hier behandeld worden, ook eenieder raken die het gebruik van het verstand bezit en, in het algemeen, eenieder die in staat is een bewuste psychische daad te stellen.
Referenties naar alinea 21: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
22
De tests en de andere methoden van psychologisch onderzoek hebben uitermate bijgedragen tot de kennis van de menselijke persoonlijkheid en hebben haar uitmuntende diensten bewezen. Men zou dan ook kunnen menen dat er op dit gebied geen enkel bijzonder probleem van medische moraal bestaat en dat men zonder voorbehoud alles kan goedkeuren. Niemand zal inderdaad ontkennen dat de moderne psychologie, in haar geheel beschouwd, in zedelijk en godsdienstig opzicht algemeen bijval verdient. Niettemin, wanneer men in het bijzonder de doeleinden beschouwt die zij nastreeft en de middelen die zij gebruikt om deze doeleinden te verwezenlijken, wordt men gedwongen een distinctie te maken. Haar doeleinden, dat wil zeggen de wetenschappelijke bestudering van de menselijke psychologie en de genezing der psychische ziekten, kunnen niet anders dan geprezen worden; maar de aangewende middelen geven soms aanleiding tot gerechtvaardigd voorbehoud, zoals Wij hierboven [al:14] reeds opmerkten aangaande het in Amerika verschenen werk "Ethical Standards for Psychologists".
Referenties naar alinea 22: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
23
Het ontgaat de beste psychologen niet, dat het knapste gebruik van de bestaande methoden er niet in slaagt door te dringen in die zone van de psyche welke, zo mogen Wij wel zeggen, het centrum van de persoonlijkheid vormt en altijd een mysterie blijft. Op dit punt aangekomen, kan de psycholoog slechts bescheiden de grenzen van zijn mogelijkheden erkennen en de individualiteit eerbiedigen van de mens over wie hij een oordeel moet uitspreken; hij zou moeten trachten in ieder mens het plan Gods te ontdekken en er zoveel hij kan toe moeten bijdragen dit te ontwikkelen. De menselijke persoonlijkheid, met haar eigen karaktertrekken, is inderdaad het meest nobele en meest verbazingwekkende werk der schepping. Welnu, voor alwie kennis neemt van uw werkzaamheden is het duidelijk, dat zich hier bepaalde problemen voordoen. U wijst herhaalde malen op de bezwaren, welke het dóórdringen van de psycholoog in het innerlijk van de persoonlijkheid van de ander doet oprijzen. Zo wordt bijvoorbeeld het gebruik van de narco-ana!yse, waarover reeds in de psychotherapie gediscuteerd wordt, voor de rechtbank als ongeoorloofd beschouwd; zo ook het gebruik van het toestel ter ontdekking van de leugen, dat men Lie-detector of poligrafo noemt De narco-analyse bestaat in.. De narco-analyse bestaat in een speciale vorm van ondervraging onder invloed van een hypnotische substantie (natriumhoudend penthotal, populair bekend onder de naam van "waarheidsserum"), die in afgewogen hoeveelheden langs de weg der aderen naar binnen wordt gevoerd en het aan de dag treden begunstigt van mentale houdingen, of inhouden, welke het subject, wanneer het helder bij bewustzijn is, met opzet of onbewust verborgen houdt. De "Lie-detector" of "poligrafo" is een apparaat dat de gelijktijdige registratie mogelijk maakt van verschillende - en krachtens hun wezen, door het subject niet te controleren - somatische reacties, welke emotionele toestanden vergezellen die zich onder bepaalde omstandigheden tegelijk met bewuste leugens voordoen; deze somatische reacties vormen dan, buiten elke bewuste deelname van het ter onderzoek aanwezige subject om, indirecte aanwijzingen voor de betreffende leugens (cfr. Prof. Leandro CanestreIIi, Libertà e responsabiIità nella ricerca psicologica, Roma 1955, p. 8-9.
Referenties naar alinea 23: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
24
Menig auteur wijst op de schadelijke gevolgen van heftige emotionele spanningen, welke in een subject tijdens proefnemingen worden opgeroepen, maar hij verzekert tevens dat men het belang van de wetenschappelijke vooruitgang moet weten te stellen boven dat van de individuele persoon, die als subject voor het experiment dient. Sommigen passen bij het psychiatrisch onderzoek en de psychiatrische behandeling een ingreep toe, die tevoren niet de toestemming van de patiënt heeft ontvangen of waarvan hij de juiste draagwijdte niet kende. De openbaring van de werkelijke inhoud van hun persoonlijkheid kan dan ook bij sommigen ernstige trauma's teweegbrengen.
Referenties naar alinea 24: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
25
Kortom, men kan zeggen dat men soms het ongerechtvaardigd binnendringen van de psycholoog in het diepste innerlijk van de persoonlijkheid en de ernstige psychische nadelen, die daaruit voor de patiënt en zelfs voor derden voortvloeien, moet betreuren. Het komt voor dat men zich niet van de volledige toestemming van de belanghebbende verzekert en dat men, ter rechtvaardiging van aanvechtbare methoden, de prioriteit van de wetenschap aanhaalt boven de zedelijke waarden en de belangen van de privaat-personen (dit betekent, met andere woorden, de prioriteit van het algemene welzijn boven het particuliere welzijn).
Referenties naar alinea 25: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
26
Wij zullen daarom de waarde toetsen van de beginselen, waarop zelfs goede psychologen zich beroepen om bepaalde aanvechtbare handelwijzen te rechtvaardigen.
Referenties naar alinea 26: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 Het belang van de wetenschap en de importantie van de psychologie
27
De moraal leert dat de eisen van de wetenschap, op zichzelf alleen, niet om het even welke wijze rechtvaardigen waarop de psychologische technieken en methoden, zelfs door ernstige psychologen en voor nuttige doeleinden, gebruikt kunnen worden. De reden daarvan is dat de personen, die betrokken zijn bij de gang van zaken van een psychologisch onderzoek, niet alleen rekening moeten houden met de wetten van de wetenschap, maar ook met transcendente normen. Waar het op de eerste plaats om gaat is niet de psychologie zelf en haar mogelijke vooruitgang, maar de menselijke persoon die er gebruik van maakt, en deze is onderworpen aan hogere normen, van sociale, zedelijke en godsdienstige aard. In de andere takken van wetenschap liggen de verhoudingen overigens hetzelfde; de wiskunde bijvoorbeeld, of de natuurkunde, staan op zichzelf buiten de moraal en hebben dus niets uitstaande met haar normen, maar de persoon die er zich op toelegt en hun wetten toepast treedt nooit buiten het zedelijke plan, omdat zijn vrije activiteit geen enkei ogenblik ophoudt zijn transcendente lotsbestemming te bepalen.
Referenties naar alinea 27: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
28
De psychologie als wetenschap kan dus haar eisen slechts doen gelden in zoverre de hiërarchie der waarden en de hogere normen, waarover Wij spraken, geëerbiedigd worden: tot deze normen behoren die
- van het recht,
- van de rechtvaardigheid,
- van de billijkheid,
- de eerbied voor de menselijke waardigheid,
- de geordende liefde tot zichzelf en de naaste.
Referenties naar alinea 28: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 De toestemming van de proefpersoon
29
Het tweede ter discussie gestelde beginsel is dat van de rechten van de persoon, die zich voor psychologische experimenten of psychologische behandeling leent. De inhoud van de psyche behoort uiteraard uitsluitend de betrokken persoon toe (hier met betrekking tot de experimenten en de behandeling) en blijft alleen die persoon bekend.
Referenties naar alinea 29: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
30
Toch geeft deze er reeds iets van prijs door het eenvoudige feit van zijn gedrag. Wanneer de psycholoog zich bezighoudt met wat op deze wijze aan het licht treedt, schendt hij het diepste innerlijke van de proefpersoon niet. Ook kan hij in alle vrijheid handelen, wanneer de proefpersoon bewust aan een bepaaid gedeelte van zijn innerlijk uitdrukking geeft en daarmee beduidt dat hij aan het geheim geen waarde hecht. Maar er is een groot gedeelte van zijn innerlijke wereld dat de proefpersoon slechts voor weinig vertrouwelingen openlegt en dat hij tegen de inmeaging van anderen beschermt. Bepaalde zaken worden zelfs tot elke prijs en voor wie dan ook geheim gehouden. Bovendien toont de psychologie aan dat er een gebied van het diepste innerlijk bestaat - vooral neigingen en gesteldheden -, dat zo verborgen is dat het individu er nooit toe zal geraken het te kennen of zelfs maar te vermoeden. En zoals het ongeoorloofd is zich goederen van een ander toe te eigenen of zijn lichamelijke integriteit aan te tasten zonder zijn toestemming, zo is het evenmin toegestaan tegen zijn wil in zijn innerlijk te treden, welke ook de gebruikte technieken en methoden mogen zijn. Maar men kan zich bovendien afvragen, of de toestemming van de betrokkene voldoende is om de psycholoog zonder voorbehoud toegang tot zijn psyche te verschaffen. 'Wanneer die toestemming op onrechtmatige wijze wordt afgedwongen, is ieder ingrijpen van een gebrek aan vrijheid (toe te schrijven aan onwetendheid, dwaling of bedrog), is elke poging om in de diepten van de ziel door te dringen immoreel.
Referenties naar alinea 30: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
31
Wanneer daarentegen de toestemming vrij gegeven is, mag de psycholoog in de meeste gevallen, maar niet altijd, te werk gaan volgens de beginselen van zijn wetenschap, zonder met de normen der moraal in strijd te komen. Men moet erop toezien, of de betrokkene niet de grenzen van zijn competentie en zijn bevoegdheid een geldige toestemming te geven te buiten is gegaan. De mens beschikt namelijk niet over een onbegrensde macht over zichzelf.
Referenties naar alinea 31: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
32
Dikwijls haalt men in uw studies het juridische beginsel aan (echter zonder het letterlijk te citeren): "volenti non fit iniuria": "als de betrokkene toestemt, kan men hem geen onrecht doen".
Laten we allereerst opmerken dat de tussenkomst van de psycholoog zeer wel de rechten van een deze schenden, bijvoorbeeld door het openbaar maken van geheimen (staatsgeheimen, ambtsgeheimen, familiegeheimen, biechtgeheimen) of eenvoudig het recht dat personen of gemeenschappen hebben, op hun goede naam. Het is niet voldoende dat de psycholoog zelf of zijn assistenten tot geheimhouding verplicht zijn, en evenmin dat men soms, om ernstige redenen, een geheim aan een prudent iemand mag toevertrouwen. Want, zoals Wij reeds in Onze toespraak van 13 april 1952, over psychotherapie en psychologie [1471], opmerkten, sommige geheimen mogen absoluut niet ontsluierd worden, zelfs niet tegenover één enkele prudente persoon.
Laten we allereerst opmerken dat de tussenkomst van de psycholoog zeer wel de rechten van een deze schenden, bijvoorbeeld door het openbaar maken van geheimen (staatsgeheimen, ambtsgeheimen, familiegeheimen, biechtgeheimen) of eenvoudig het recht dat personen of gemeenschappen hebben, op hun goede naam. Het is niet voldoende dat de psycholoog zelf of zijn assistenten tot geheimhouding verplicht zijn, en evenmin dat men soms, om ernstige redenen, een geheim aan een prudent iemand mag toevertrouwen. Want, zoals Wij reeds in Onze toespraak van 13 april 1952, over psychotherapie en psychologie [1471], opmerkten, sommige geheimen mogen absoluut niet ontsluierd worden, zelfs niet tegenover één enkele prudente persoon.
Referenties naar alinea 32: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
33
Wat het princiep "volenti non fit iniuria" betreft, dit stuit voor de psycholoog slechts op één hinderpaal, namelijk het recht van de betrokkene om zijn innerlijke wereld te beschermen. Maar ook andere hinderpalen kunnen er bestaan, ten gevolge van morele verplichtingen, welke het subject niet naar believen kan veronachtzamen, bij voorbeeld het godsdienstig leven, het zelfrespect, het schaamtegevoel, de welvoeglijkheid. In dit geval doet de psycholoog, ook al schendt hij geen enkel recht, afbreuk aan de moraal. Het is dus van belang voor ieder bijzonder geval te onderzoeken, of zijn ingreep niet met een van deze zedelijke motieven in strijd komt en er nauwkeurig de draagwijdte van na te gaan.
Referenties naar alinea 33: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Heldhaftig altruïsme
34
Wat moet men denken van het motief van heldhaftig altruïsme, dat wordt aangehaald om de onvoorwaardelijke toepassing der psychologische onderzoekings- en behandelingstechnieken te rechtvaardigen?
Referenties naar alinea 34: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
35
De zedelijke waarde van de menselijke handeling hangt op de eerste plaats van haar object af. Als dit immoreel is, is de handeling het ook; het heeft geen zin een beroep te doen op het motief dat haar inspireert of op het doel dat zij nastreeft. Als het object onverschillig of goed is, kan men de motieven of het doel beschouwen, die de handeling nieuwe zedelijke waarden verlenen. Maar een motief, hoe edel ook, is nooit voldoende om een slechte handeling goed te maken. Zodoende dient welke tussenkomst van de psycholoog dan ook eerst te worden bestudeerd in zijn object, in het licht van de gegeven richtlijnen. Als dit object niet in overeenstemming is met het recht of met de moraal, wordt het door het motief van heldhaftig altruïsme niet aanvaardbaar; als het object geoorloofd is, kan de handeling wegens het aangevoerde motief een hogere zedelijke waarde krijgen.
Referenties naar alinea 35: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
36
De personen die door dit motief worden bewogen en zich voor de moeilijkste experimenten beschikbaar stellen om de anderen te helpen en hen van dienst te zijn, verdienen bewondering en navolging. Maar men moet er zich voor hoeden, het motief of het doel van de handeling te verwarren met haar object en dit object een morele waarde toe te kennen welke het niet bezit.
Referenties naar alinea 36: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Het algemeen belang en de bemoeienis van de openbare instanties
37
Kunnen algemeen belang en openbare instanties de psycholoog machtigen tot het gebruik van om het even welke methode?
Referenties naar alinea 37: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
38
Dat de overheid van de verworvenheden en de beproefde methoden der psychologie, om gegronde redenen, in het belang der particulieren gebruik mag maken, zal niemand betwisten. Maar hier stelt zich de vraag van de keuze van bepaalde technieken en methoden. Het is een kenmerkende trek van totalitaire staten, dat zij niet letten op de middelen, maar zonder onderscheid alles gebruiken wat dienstig is voor het nagestreefde doel, zonder rekening te houden met de eisen van de zedenwet. In Onze toespraak van 3 oktober 1953 tot het VIde Internationale Congres voor Strafrecht [1472] hebben Wij reeds gewezen op de dwalingen, waarvan de 20e eeuw nog altijd treurige voorbeelden geeft: foltering en geweldmiddelen worden in de rechtspleging toegestaan.
Referenties naar alinea 38: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
39
Het feit dat immorele methoden door de overheid worden opgelegd, maakt ze volstrekt niet geoorloofd. Wanneer de openbare instanties dan ook bureaus voor proefneming of consultatie in het leven roepen, gelden de beginselen, welke Wij hebben uiteengezet, voor alle maatregelen op het gebied van de psychologie die zij moeten nemen.
Referenties naar alinea 39: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
40
Voor het vrije onderzoek en voor de initiatieven welke van die bureaus uitgaan, moet men de beginselen toepassen die gelden voor het wijde onderzoek en de initiatieven van particulieren en, in het algemeen, voor het gebruik van de theoretische en toegepaste psychologie.
Referenties naar alinea 40: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
41
Wat de bevoegdheid van de overheid betreft om psychologisch onderzoek te gelasten, dient men de algemene beginselen toe te passen, die betrekking hebben op de grenzen van de bevoegdheid der overheid.
In Onze toespraken van 13 september 1952, over de morele grenzen van het medisch onderzoek en de medische behandeling [1455], en van 30 september 1954 tot de "Sodalitas medicorum universalis" [1473], hebben Wij de beginselen uiteengezet, die de betrekkingen regelen van de medicus met de personen welke hij behandelt en met de overheid, in het bijzonder de mogelijkheid voor de overheid om bepaalde medici en psychologen rechten toe te kennen van verder strekkende aard dan die welke een medicus gewoonlijk ten opzichte van zijn patiënt bezit.
In Onze toespraken van 13 september 1952, over de morele grenzen van het medisch onderzoek en de medische behandeling [1455], en van 30 september 1954 tot de "Sodalitas medicorum universalis" [1473], hebben Wij de beginselen uiteengezet, die de betrekkingen regelen van de medicus met de personen welke hij behandelt en met de overheid, in het bijzonder de mogelijkheid voor de overheid om bepaalde medici en psychologen rechten toe te kennen van verder strekkende aard dan die welke een medicus gewoonlijk ten opzichte van zijn patiënt bezit.
Referenties naar alinea 41: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
42
De bepalingen van de overheid, die voorschrijven kinderen en jeugdigen aan bepaalde soorten van onderzoek te onderwerpen - verondersteld dat het object van dit onderzoek geoorloofd is - moeten, willen zij in overeenstemming zijn met de moraal, rekening houden met de opvoeders, die een rechtstreekser gezag hebben uit te oefenen dan de Staat: Wij bedoelen het gezin en de Kerk. Geen van beiden zullen zich overigens verzetten tegen maatregelen in het belang van de kinderen; maar zij zullen niet toestaan dat de staat op dit terrein handelt zonder rekening te houden met hun eigen recht, zoals Onze Voorganger Pius XI verklaarde in de encycliek " Divini illius Magistri [644]" van 31 december 1929 en zoals Wij zelf bij verschillende gelegenheden hebben onderstreept.
Referenties naar alinea 42: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 3 De fundamentele moraalbeginselen met betrekking tot de menselijke persoonlijkheid in de psychologie
43
De antwoorden die Wij tot nu toe hebben gegeven, hebben als aanvulling nog een uiteenzetting der proefbeginselen nodig, waaruit zij zijn afgeleid en dank zij welke gij in staat zijt u voor ieder bijzonder geval een volkomen verantwoord persoonlijk oordeel te vormen. Wij zullen slechts spreken over de beginselen van zedelijke aard, die betrekking hebben op de persoonlijkheid zowel van degene die de psychologie beoefent als van de patiënt, voor zover deze laatste door een vrije en verantwoorde beslissing bij de zaak betrokken is.
Referenties naar alinea 43: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
44
Sommige handelingen zijn in strijd met de moraal omdat zij slechts de normen van een positieve wet schenden; anderen dragen hun immoreel karakter in zich; van deze laatste handelingen - de enige waarmee Wij Ons bezig zullen houden - zijn sommige nooit moreel verantwoord; andere worden immoreel ten gevolge van bepaalde omstandigheden.
Referenties naar alinea 44: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
45
Zo is het bijvoorbeeld immoreel, door te dringen in iemands geweten; maar deze daad wordt moreel, zodra de betrokkene zijn geldige toestemming daartoe geeft. Ook kan het voorkomen, dat bepaalde handelingen aanleiding geven tot het gevaar de zedenwet te schenden: zo is het bijvoorbeeld mogelijk, dat het gebruik van tests in bepaalde gevallen onzedelijke voorstellingen oproept, maar dit gebruik wordt moreel verantwoord wanneer voldoende motieven het gevaar dat men loopt rechtvaardigen.
Referenties naar alinea 45: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
46
Men kan dus drie soorten onzedelijke handelingen onderscheiden, die als zodanig zijn te kenmerken onder verwijzing naar grondbeginselen, volgens welke zij onzedelijk zijn:
- hetzij in zichzelf (In zichzelf onzedelijke handelingen) [1454 |+ 59 ]
- hetzij omdat degene die ze stelt daartoe het recht niet heeft, (Degene die handelingen verricht er geen recht toe heeft) [1454 |+ 62 ]
- hetzij omdat zij zonder voldoende motief aan bepaalde gevaren blootstellen (Handelingen zijn immoreel wegens het gevaar, waaraan zij zonder voldoende motief blootstellen) [1454 |+ 66 ].
Referenties naar alinea 46: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 1 In zichzelf onzedelijke handelingen
47
De in zichzelf onzedelijke handelingen zijn die waarvan de samenstellende delen onverenigbaar zijn met de morele orde, dat wil zeggen met het gezond verstand. De bewuste en vrije handeling is dan in strijd, hetzij met de wezenlijke princiepen van de menselijke natuur, hetzij met de wezenlijke betrekkingen welke deze natuur heeft met de Schepper en met de andere mensen, hetzij met de regels die gelden voor het gebruik der stoffelijke dingen, in deze zin dat de mens zich nooit tot slaaf daarvan mag maken, maar er altijd heer en meester over moet blijven.
Referenties naar alinea 47: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
48
Het is dus in strijd met de morele orde dat de mens vrij en bewust zijn verstandelijke vermogens aan de lagere instituten onderwerpt. Wanneer de toepassing van de tests, of van de psycho-analyse, of van welke andere methode ook, daartoe komt, wordt zij immoreel en moet zij zonder meer worden afgewezen. Het staat natuurlijk ter beoordeling van uw geweten om uit te maken, welke handelswijzen op deze grond verworpen moeten worden.
Referenties naar alinea 48: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 2 Degene die handelingen verricht er geen recht toe heeft
49
De handelingen die onzedelijk zijn omdat degene die ze verricht daartoe het recht niet heeft, bevatten in zichzelf geen enkel wezenlijk immoreel element, maar om geoorloofd gesteld te kunnen worden veronderstellen zij een, hetzij expliciet hetzij impliciet, recht, zoals meestal het geval zal zijn voor de medicus en de psycholoog.
Referenties naar alinea 49: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
50
Daar een recht niet vóórondersteld kan worden, moet het eerst worden gestaafd door een positief bewijs, ten laste van degene die het zich aanmatigt, en op een juridische titel gegrondvest zijn. Zolang het recht niet verkregen is, is de handeling immoreel. Maar wanneer op een gegeven ogenblik een handeling zich als zodanig voordoet volgt daaruit nog niet dat zij het altijd zal blijven, want het kan gebeuren dat men later het recht verkrijgt, dat oorspronkelijk ontbrak. Nooit echter kan men dit recht presumeren.
Referenties naar alinea 50: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
51
Zoals Wij boven reeds zeiden is het aan u, ook hier, om in concrete gevallen, waarvan men in uw speciaalstudies, talloze voorbeelden vindt, uit te maken of deze of gene handeling onder de toepassing van dit beginsel valt.
Referenties naar alinea 51: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 3 Handelingen zijn immoreel wegens het gevaar, waaraan zij zonder voldoende motief blootstellen
52
Op de derde plaats zijn sommige handelingen immoreel wegens het gevaar, waaraan zij zonder voldoende motief blootstellen.
Referenties naar alinea 52: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
53
Vanzelfsprekend bedoelen Wij een zedelijk gevaar, voor het individu of de gemeenschap, hetzij met betrekking tot persoonlijke goederen: het lichaam, het leven, de goede naam, de zeden, hetzij met betrekking tot stoffelijke goederen. Het is natuurlijk onmogelijk het gevaar geheel en al te voorkomen, en een dergelijke eis zou elke onderneming lam leggen en ieders belangen grotelijks schaden; de moraal staat dit risico dan ook toe, onder voorwaarde dat het gerechtvaardigd is door een motief, dat geproportioneerd is aan het belang der bedreigde goederen en aan de nabijheid van het gevaar waardoor ze bedreigd worden. Herhaalde malen wijst gij in uw studies op het gevaar waaraan bepaalde technieken, bepaalde procédé's, welke in de toegepaste psychologie worden gebruikt, blootstellen.
Referenties naar alinea 53: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
54
Het hierboven geformuleerde beginsel zal u helpen, in elk afzonderlijk geval de moeilijkheden, welke zich eventueel voordoen, op te lossen.
Referenties naar alinea 54: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- Paragraaf 4 Fundamentele normen zijn bindend
55
De door Ons geformuleerde normen zijn vooral van morele aard. Wanneer de psychologie op het theoretische vlak discussieert over een methode of over de doeltreffendheid van een techniek, beschouwt zij slechts de geschiktheid daarvan in het licht van het eigen doel dat zij nastreeft, en raakt zij niet aan het morele plan. In de praktische toepassing is het van belang, bovendien rekening te houden met de betrokken geestelijke waarden, zowel bij de psycholoog als bij diens patiënt en het wetenschappelijk of medisch standpunt te verbinden met dat van de menselijke persoonlijkheid in haar geheel. Deze fundamentele normen zijn bindend, omdat zij voortvloeien uit de natuur der handeling, waarvan het hoogste en onmiddellijk inzichtelijke beginsel is, dat men het goede moet doen en het kwade moet laten.
Referenties naar alinea 55: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media- HOOFDSTUK 4 Besluit
56
In het begin van deze toespraak hebben Wij de persoonlijkheid omschreven als "de psycho-somatische eenheid van de mens, voor zover deze bepaald en bestuurd wordt door de ziel", en Wij hebben de betekenis van deze definitie nader gepreciseerd. Daarna hebben Wij getracht een antwoord te geven op de vragen, welke gij Ons hebt voorgelegd, voor het gebruik van bepaalde psychologische methoden en voor de algemene beginselen die aan de zedelijke verantwoordelijkheid van de psycholoog ten grondslag liggen. Van de psycholoog verwacht men niet alleen een theoretische kennis van abstracte normen, maar een diep zedelijk bewustzijn, weloverwogen, langduriggevormd door een onwankelbare trouw aan zijn geweten. De psycholoog die werkelijk slechts het welzijn van zijn patiënt verlangt na te streven, zal zich des te meer bezorgd tonen de grenzen, welke door de moraal aan zijn optreden worden gesteld, te eerbiedigen, omdat hij de psychische vermogens van een mens, diens mogelijkheid om vrij te handelen, om de hoogste waarden te verwezenlijken die met zijn persoonlijke bestemming en zijn sociale roeping samenhangen bij wijze van spreken in handen houdt.
Referenties naar alinea 56: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
57
Wij wensen van ganser harte, dat uw arbeid steeds dieper in de ingewikkelde structuur van de menselijke persoonlijkheid moge doordringen en haar moge helpen haar gebreken te overwinnen en trouwer te beantwoorden aan de verheven plannen, welke God, haar Schepper en Verlosser, met haar voorheeft en haar als ideaal voorhoudt.
Referenties naar alinea 57: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
58
Over u, over uw medewerkers en over uw gezinnen de meest gulle hemelse genaden, afbiddend, schenken Wij u als onderpand daarvan Onze Apostolische Zegen.
Referenties naar alinea 58: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social mediaReferenties naar dit document: 3
Open uitgebreid overzichthttps://rkdocumenten.nl/toondocument/1454-venus-du-monde-entier-over-de-menselijke-persoonlijkheid-in-nl