Inhoudsopgave
- Inhoud
1
In de onlangs tot u, heilige Herders van de katholieke wereld, gerichte hebben Wij verklaard de hoop te koesteren, dat eindelijk toch ook voor het zeer edele volk van Hongarije een nieuwe dageraad zou aanbreken van een op rechtvaardigheid en vrijheid steunende vrede, aangezien de toestand in deze natie een goede wending scheen te nemen.
Evenwel hebben de berichten, die Ons daarna bereikten, Ons hart van bittere smart vervuld: opnieuw immers wordt in de Hongaarse steden en dorpen het bloed vergoten van burgers, die uit het diepst van hun hart snakken naar een rechtvaardige vrijheid; de vaderlandse instellingen, die weer waren hersteld, werden gewelddadig weer omvergeworpen en verwoest; en met gewapende macht van vreemdelingen wordt het bloedende volk de slavernij opgelegd. Ons plichtsbesef beveelt Ons deze droevige gebeurtenissen, die niet alleen bij alle katholieken, maar ook bij alle vrije volkeren de bitterste droefheid en verontwaardiging wekken, tenminste te betreuren en scherp te veroordelen. Mogen eindelijk degenen, op wier bevel deze ellendige misdaden bedreven werden, overwegen, dat de rechtvaardige vrijheid der volkeren niet in het bloed van mensen kan worden gesmoord.
Referenties naar alinea 1: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
2
Wij nu, die Ons een vader voelen voor allen, verklaren plechtig, dat geen enkele vorm van geweld, geen enkele vorm van bloedvergieten, door welke partij het ook onrechtvaardig wordt aangewend, ooit geoorloofd is, maar Wij sporen alle volkeren en sociale klassen alleen tot vrede aan, die bestaat in rechtvaardigheid en vrijheid en gevoed wordt door de liefde. Wat "God sprak tot Kaïn . het bloed van uw broer roept tot Mij van de aarde" is ook nu nog waar; en zo roept het bloed van het Hongaarse volk tot God, die, omdat Hij een rechtvaardige Rechter is, weliswaar particuliere personen dikwijls slechts na hun dood om hun zonden straft, maar die de leiders der volkeren, door wie aan anderen onrecht wordt aangedaan, en hun naties soms ook in dit sterfelijke leven treft, zoals de geschiedenis Ons leert.
Referenties naar alinea 2: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
3
Moge, zo smeken Wij ootmoedig, Onze allerbarmhartigste Verlosser het hart treffen van degenen, die verantwoordelijk zijn voor deze gang van zaken, zodat eindelijk toch een einde zal komen aan het onrecht, elk geweld zal worden bedwongen en alle volkeren, met elkander verzoend, in een sfeer van ongestoorde rust zullen samenleven.
Referenties naar alinea 3: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
4
Maar intussen smeken Wij vooral voor diegenen, die in deze allertreurigste omstandigheden gedood zijn, het eeuwige licht en de eeuwige rust in de Hemel van de ontfermende God af; en Wij verlangen, dat alle christenen zich in hun smekingen hiervoor bij Ons zullen
aansluiten.
Referenties naar alinea 4: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
5
Terwijl Wij u dit meedelen, verlenen Wij zowel aan u allen afzonderlijk, Eerbiedwaardige Broeders, en aan uw kudden, alsook met name aan het allerdierbaarste Hongaarse volk met een overvloed van liefde de Apostolische Zegen, die een onderpand moge zijn van hemelse genaden en een getuigenis van Onze vaderlijke genegenheid.
Gegeven te Rome, bij St.-Pieter, de vijfde dag van de maand november in het jaar 1956, het achttiende van Ons Pontificaat.
Paus Pius XII
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/1443-datis-nuperrime-nl