Inhoudsopgave
- Inhoud
Vanwege het belang van de gedachtengang die Paus Pius XII in deze fragmenten ontwikkeld zijn tenminste deze delen van een langere toespraak hier gepubliceerd. Het begin van de toespraak is hoofdzakelijk gewijd aan de begroeting van de aanwezigen en vaststelling van de tijdsomstandigheden. (Red.)
Referenties naar deze alinea: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- Artikel 1 Het ware en het valse recht
5
Het bestaan van de kwestie
In de juridische wetenschap en praktijk komt voortdurend de kwestie van het ware en het rechtvaardige recht ter sprake. Bestaat er dan ook een ander recht? Een vals en onrechtvaardig recht ? De verbinding van deze twee termen bevat in zichzelf ongetwijfeld een tegenstrijdigheid. Toch heeft het begrip, dat zij uitdrukken, altijd geleefd in de rechtsopvatting ook bij de heidense klassieken. Geen van hen heeft daaraan misschien dieper uitdrukking gegeven dan Sophocles in zijn treurspel Antigone (23-24). Hij laat zijn heldin zeggen dat Eteocles door de zorgen van Creon sÎn díkei dikaíai ( volgens rechtvaardig recht ) begraven was. Díkaios is hij, die zijn plichten jegens God en de mensen vervult, die rechtvaardig, vroom, eerlijk, rechtschapen, menselijk is; díke díkaia beantwoord dus aan wat wij het ware en het rechtvaardige recht noemen, terwijl cheroídikes of cheirodíkaios de geweldenaar aanduidt, hem, die het recht van de sterkste gebruikt, de mens van het valse en onrechtvaardige recht.
Referenties naar alinea 5: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
6
De tegenstelling tussen het ware en het valse recht bepaalt de huidige rechtscrisis
Heel de crisis, waarover wij hebben gesproken, komt neer op de tegenstelling tussen het ware en het valse recht. De toewijding, waarmee ernstige en scherpzinnige juristen dit onderwerp hebben bestudeerd, schijnt ons een gelukkig voorteken van de oplossing van deze crisis. Maar hiertoe is nodig, dat men de moed heeft, de oorsprong ervan duidelijk te zien en eerlijk te erkennen.
Referenties naar alinea 6: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
8
De ordenende wet van God in de fysieke en morele wereld
Wie aandachtig de lichamelijke wereld, de fysieke en morele wereld beschouwt, raakt in de bewondering bij het zien van de orde en harmonie op alle gebieden van het zijn. In de mens worden die orde en harmonie tot aan de grens, waar zijn onbewust handelen ophoudt en het bewust en vrij handelen begint, volledig verwezenlijkt volgens de wetten, die de Schepper in het wezen van de dingen heeft gelegd. Aan de andere zijde van de grens geldt eveneens de ordenende wil van God. Maar de verwezenlijking en doorvoering er van overgelaten aan de vrije beslissing van de mens, die in overeenstemming of in strijd kan zijn met de wil van God.
Referenties naar alinea 8: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
9
De zedelijke norm als uitdrukking van de wil van God
Op dit terrein van het bewust menselijk handelen, van goed en kwaad, van wat is voorgeschreven, toegelaten en verboden, openbaart de ordenende wil van de Schepper zich door het zedelijk gebod van God, dat ligt opgesloten in de natuur en in de openbaring, en ook door het voorschrift of de wet van het wettig menselijk gezag in het gezin, de staat en de Kerk. Als het menselijk handelen zich richt naar de normen en zich daardoor laat leiden, dan blijft het vanzelf in overeenstemming met de universele orde, die de Schepper gewild heeft.
Referenties naar alinea 9: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
10
Het criterium van het loutere feit
Hierin ligt het antwoord op het probleem van het ware en valse recht. Het feit, dat iets door de wetgevende macht verplicht wordt gesteld in de staat, is op zichzelf alleen niet voldoende om een waar recht te scheppen. Het “criterium van het loutere feit” geldt alleen voor Hem, die de maker van het hoogste norm is van ieder recht, God. Als hem dit criterium zonder onderscheid en absoluut toepast op de menselijke wetgever, alsof zijn wet zijn hoogste norm was van het recht, dan vervalt men in de dwaling van het juridisch positivisme in de eigenlijke en technische zin van het woord. Deze dwaling ligt ten grondslag aan het staatsabsolutisme en staat gelijk met een vergoddelijking van de staat.
Referenties naar alinea 10: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
- Artikel 2 Het goddelijk recht
16
De morele binding van de juridische orde
De juridische orde moet zich opnieuw gebonden weten aan de morele orde en moet de grenzen hiervan niet willen overschrijden. Welnu, de morele orde steunt wezenlijk op God, op Zijn wil, Zijn heiligheid, zijn wezen. Ook de meest diepgaande en meest scherpzinnige rechtswetenschap kan geen ander criterium aangeven om onrechtvaardige wetten te onderscheiden van rechtvaardige wetten, het puur wettelijk recht van het ware recht, dan het criterium, dat alleen reeds met het licht van de rede kan worden afgeleid uit de aard van de dingen van de mens zelf, het criterium nl. van de wet, die door de Schepper in het hart van de mens is geschreven en uitdrukkelijk is bevestigd door de openbaring. Willen het recht en de rechtswetenschap niet de enige gids verliezen, die ze op de rechte weg kan houden , dan moeten zij de “ethische verplichtingen” erkennen als objectieve normen, die ook voor de juridische orde gelden.
Referenties naar alinea 16: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
17
De juridische organisatie van de Kerk steunt op goddelijk recht
De juridische organisatie van de Katholieke Kerk heeft nooit zo’ n crisis doorgemaakt en behoeft die ook niet te vrezen. Hoe kan het ook anders. Haar alpha en omega is het woord van de psalmist: “ In eeuwigheid, Heer, blijft uw woord; het is duurzaam als de hemel... De kern van Uw woord is standvastigheid, en eeuwig zijn alle besluiten van uw rechtvaardigheid.” Dit geldt van heel het goddelijk recht, ook van het recht, dat de God-mens tot grondslag heeft gemaakt van Zijn Kerk. Want hij heeft Zijn Kerk vanaf het begin, in de eerste grote beloften , gesticht als een juridische gemeenschap. Wie de ogen sluit voor deze werkelijkheid, is blind.
Referenties naar alinea 17: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
18
Het kerkelijk recht un dienst van het goddelijk recht
Vanzelfsprekend erkennen de weten en de praktijk van het kerkelijk recht geen enkel wettelijk recht, dat niet tevens een waar recht is; hun taak is, het kerkelijk rechtstelsel binnen de door de goddelijke wet vastgelegde grenzen altijd en volkomen te richten op het doel van de Kerk, de redding en het heil van de zielen. Dit doel wordt op volmaakte wijze verwezenlijkt door het goddelijk recht; dit doel moet ook het kerkelijk recht zo volmaakt mogelijk nastreven.
Referenties naar alinea 18: 0
Geen referenties naar deze alineaExtra opties voor deze alinea
Kopieer alinea-URL naar klembord Reageer op deze alinea Deel op social media
https://rkdocumenten.nl/toondocument/1218-con-vivo-compiacimento-nl