Inleiding - Meesters van Gods Woord - Preeken - Fulgentius van Ruspe, Martinus van Braga, Leander van Sevilla
Inhoudsopgave
- Inleiding - Meesters van Gods Woord - Preeken - Fulgentius van Ruspe, Martinus van Braga, Leander van Sevilla
Preeken - Fulgentius van Ruspe, Martinus van Braga, Leander van Sevilla
Ingeleid en vertaald door dr. J.J. van den Besselaar in de serie "Meesters van Gods Woord"onder redactie van N. Broeckaert, o.f.m., M. Goemans, o.f.m., M. Goossens, o.f.m. en A. van Leeuwen, o.f.m. - Uitgeverij Paul Brand, Bussum 1946 (in de oorspronkelijke spelling gelaten)
INLEIDING
De veertien preeken, welke den Lezer hier in een Nederlandsche vertaling worden voorgezet, zijn genomen uit het werk van drie Latijnsche bisschoppen uit de zesde eeuw: Fulgentius van Ruspe, Martinus van Braga, en Leander van Sevilla. Zij leefden ver van de hoofdstad Rome in door barbaren bestuurde provinciesteden en stonden daar onvermoeid op de bres voor de verdediging van de Katholieke Kerk tegen de heerschende ketterijen van den tijd en de resten van een stervend heidendom. Geheel hun leven en werk staan in het teeken van dien strijd en zijn een getrouwe weerspiegeling van dit bewogen tijdvak: den overgangstijd van de Oudheid naar de Middeleeuwen.
Aangaande Fulgentius N.v.d.v.: Vgl. G. G. Lapeyre,.. N.v.d.v.: Vgl. G. G. Lapeyre, Saint Fulgence de Ruspe, Paris, 1929. zijn wij vrij goed ingelicht door diens leerling Ferrandus, den diaken van Carthago, die ons in zijn Vita Fulgentii PL 65, 117-150. PL 65, 117-150. een biographie van den vereerden leermeester heeft nagelaten. De belangrijkste feiten hieruit zullen wij kort aanduiden.
Fabius Claudius Gordianus Fulgentius werd in 467 in de Afrikaansche stad Thelepte geboren. Na zijn vader reeds vroeg verloren te hebben werd hij door zijn moeder Mariana zorgvuldig opgevoed. Op jeugdigen leeftijd werd hij stadhouder van zijn vaderstad en omgeving, maar spoedig besloot hij, zeer tegen den zin van zijn moeder, monnik te worden (ca. 487). Jarenlang zwierf hij langs de Afrikaansche kloosters rond om het monastieke leven grondig te leeren kennen, en in 499 vatte hij onder den invloed van Cassianus' werken het plan op, de Egyptische kluizenaars persoonlijk te gaan bezoeken. Doch toen hij onderweg vernam, dat deze kettersch-gezind waren, veranderde hij oogenblikkelijk van koers en ondernam een pelgrimstocht naar Rome, waar hij in 500 getuige was van den feestelijken intocht van Koning Theoderik. Hier maakte hij ook kennis met veel aanzienlijke families. Na zijn terugkeer in Afrika stichtte hij niet ver van Ruspe een klooster, waarvan hij slechts noode de leiding op zich nam. Na priester te zijn gewijd werd hij in 507 bisschop van Ruspe, hoezeer hij ook getracht had zich aan deze benoeming te onttrekken. Niettemin bleef hij ook hierna als monnik leven. Maar reeds in het begin van zijn episcopaat werd hij door Thrasamund (496-523), den Ariaanschen Koning der Vandalen, met verschillende andere bisschoppen naar Sardinië verbannen. De vorst was echter een verlicht despoot : hij hield zich gaarne bezig met theologische vraagstukken en wilde de Katholieken liever overtuigen dan vervolgen. Daarom riep hij den bisschop van Ruspe uit diens ballingschap terug en legde hem eenige moeilijkheden voor, welke deze op schitterende wijze oploste zonder er evenwel in te slagen den Koning tot andere gedachten te brengen. Daarop werd hij opnieuw uit het land gezet. Eerst in 523, na den dood van Thrasamund onder diens opvolger Hilderik, werd het hem mogelijk gemaakt naar zijn bisschopsstad terug te keeren, waar hij zich nog negen jaren kon wijden aan de geestelijke belangen van zijn onderhoorigen en uitmuntte door een verstorven en heiligen levenswandel.
Fulgentius heeft veel geschreven en wij bezitten nog een groot aantal werken van zijn hand. N.v.d.v.: PL 65 N.v.d.v.: PL 65 Bijna alle danken zij hun ontstaan aan den strijd, dien Fulgentius te voeren had tegen het Arianisme en het Semi-pelagianisme, en handelen dan ook over de leer van de Triniteit, de Incarnatie en de genade. In zijn theologie is hij een bewust leerling van Sint Augustinus en hij heeft zich diens gedachten zoozeer eigen gemaakt, dat hij wel eens "Augustinus abbreviatus" wordt genoemd. Het meest persoonlijk geschreven zijn Fulgentius' brieven, die onderwerpen behandelen op het gebied van de christelijke moraal en de ascese; zij wijzen op uitgebreide relaties ver buiten zijn vaderland. Onder zijn werken nemen de preeken een vrij bescheiden plaats in. Afgezien van een verzameling van 80 preeken, op zijn naam overgeleverd, doch zeker onecht, - staan er in de uitgave van Migne twaalf preeken op naam van Fulgentius; maar het is zeker, dat sommige hiervan van een anderen auteur zijn. Wel heeft men sindsdien twee andere preeken gevonden, welke met groote waarschijnlijkheid aan den bisschop van Ruspe moeten worden toegeschreven. Het is hier niet de plaats dieper op dit probleem in te gaan ; het is tot nog toe onvoldoende bestudeerd, en wij hopen het elders uitvoerig uiteen te zetten. Wij merken slechts op, dat er in dezen bundel ook preeken zijn opgenomen, waarvan men op goede gronden de echtheid heeft bestreden. Zij zijn echter geheel doordrongen van Bulgentius' gedachten en sluiten daarom goed aan bij de echte preeken. Dit is dan ook de reden, dat zij werden vertaald en hier uitgegeven.
Ferrandus heeft groote bewondering voor den predikant Fulgentius en merkt op, dat het volk met de grootste aandacht naar zijn preeken luisterde; de roep van zijn welsprekendheid trok tallooze lieden naar de kerk, waar de gevierde redenaar optrad. Het schijnt, dat alle preeken, die wij nog bezitten, uit de laatste jaren van zijn episcopaat dateeren, dus van 523 tot 532. Voor ons is het meest opvallende van zijn toespraken het drukke gebruik van rhetorische antithesen. Nauwelijks heeft Fulgentius een gedachte uitgesproken, of hij gaat ermee spelen : hij ontdekt er telkens nieuwe gezichtspunten in en stelt er steeds weer een andere gedachte tegenover. Een strakke compositie is bij een dergelijk procédé niet te verwachten. Een preek van Fulgentius is daarom geen strikt-logisch betoog, doch de overweging van eenige min of meer samenhangende geloofswaarheden, welke den toehoorder in talrijke herhalingen en modulaties worden ingescherpt. De stijl van zijn preeken wijkt belangrijk af van dien zijner tractaten en brieven. De reden hiervan ligt voor de hand: de preeken zijn immers bestemd voor het geheele volk, zijn andere werken richten zich tot meer geletterde lieden. En Fulgentius was er blijkbaar van overtuigd, dat het volk de kernwaarheden van het geloof niet vaak en duidelijk genoeg kan vernemen.
Martinus van Braga N.v.d.v.: Vgl. C. P. Caspari,.. N.v.d.v.: Vgl. C. P. Caspari, Martin von Bracaras Schrift De correctione rusticorum, Christiana, 1883. was afkomstig uit Pannoniê, waar hij in het tweede decennium van de zesde eeuw geboren werd. Na voor zijn tijd uitgebreide studies gemaakt te hebben, ondernam hij een bedevaart naar het Heilige Land, werd monnik en begaf zich, - waarom en hoe, weten wij niet, - naar het tegenwoordige Portugal, dat toentertijd door de Sueben werd beheerscht. Te Dumio, in de nabijheid van de koninklijke residentie, stichtte hij een klooster, vanwaar hij een grooten invloed uitoefende op het hof en het volk der onlangs bekeerde Sueben. Omstreeks 557 werd hij bisschop van Dumio en in 572 (tweede concilie van Braga) lezen wij zijn naam als aartsbisschop van Braga. Zijn dood in het jaar 580 werd algemeen betreurd.
Martinus schreef eenige werken van moraal-theologischen inhoud, waarbij hij veel ontleende aan den Stoischen wijsgeer Seneca, en bovendien tractaten op het gebied van kerkelijk recht en liturgie. Vermaard is zijn preek D e c o r r e c t i o n e r u s t i c o r u m, waarvan men in dezen bundel de vertaling vindt. De preek is geschreven op verzoek van bisschop Polemius van Astorga, naar aanleiding van een der bepalingen van het concilie van Braga in 572. Deze schreef de bisschoppen voor, het volk op hun visitatie-reizen te waarschuwen tegen de bijgeloovige practijken, die het nog van het heidendom had overgehouden. Cultuurhistorisch is de preek uiterst belangwekkend: wij leeren er tal van bijgeloovige practijken van dien tijd uit kennen en krijgen een inzicht in de ontwikkeling van de euhemerische apologetiek N.v.d.v.: Euhemeros, een.. N.v.d.v.: Euhemeros, een Grieksch auteur uit de derde eeuw vóór Christus, heeft in een werk, dat wij alleen nog via andere schrijvers kennen, trachten aan te toonen, dat de Grieksche goden oorspronkelijk menschen waren geweest, die na hun dood om hun verdiensten voor de menschheid goddelijke eerbewijzen zouden gekregen hebben. De Kerkvaders (o.a. Tertullianus en Augustinus) hebben aan zijn theorie meermalen argumenten ontleend. der Vaders in de zesde eeuw. De moraliseerende opwekkingen aan het eind van de preek zijn volksch in den goeden zin van het woord en kunnen ook den modernen lezer nog boeien.
Leander van Sevilla N.v.d.v.: Vgl. F. Görres... N.v.d.v.: Vgl. F. Görres. Leander, Bischof von Sevilla und Metropolit der Kirchenprovinz Bätica; Zeitschr. f. wiss. Theol. 29 (1886) 36-50. is één generatie jonger dan Martinus en werd omstreeks 535 te Cartagena geboren. Hij was een oudere broer van den later vermaarden Isidorus van Sevilla en de non Florentia, voor welke laatste hij een ascetisch boekje schreef, dat wij nog bezitten. Waarschijnlijk tengevolge van den inval der Byzantijn en in Spanje (554 na Chr.), verhuisde Leanders vader, Severianus, naar Sevilla. Hier werd de jonge man monnik en speelde hij een voorname rol bij de bekeering van prins Hermenigild tot het Katholicisme. Diens vader, de anti-katholieke koning der West-Gothen, Leovigild (569-586), liet hem daarop verbannen. Als balling leerde Leander in Constantinopel den lateren Paus Gregorius kennen, den toenmaligen pauselijken gezant. Er ontstond een hechte vriendschap tusschen beide mannen, waarvan eenige werken en brieven van Gregorius getuigenis afleggen. Teruggekeerd in zijn vaderstad, werd hij omstreeks 584 bisschop van Sevilla gewijd. Eenige jaren daarna mocht hij de voldoening smaken, dat Reccared, de opvolger van Leovigild, met zijn gemalin voor het Katholieke geloof gewonnen werd.
Deze bekeering maakte practisch een einde aan het Arianisme op het Iberische schiereiland ; zij werd in 589 gevolgd door een groote bekeeringssynode van de West-Gothen te Toledo, waarop Leander tijdens de slotzitting een feestelijke toespraak heeft gehouden, waarvan wij hier de vertaling aanbieden. N.v.d.v.: PL 72, 893-898. N.v.d.v.: PL 72, 893-898. De toon van deze preek is warm en krachtig ; helaas is de overlevering ervan uitermate slecht. Tengevolge hiervan waren wij meermalen gedwongen conjecturen aan te brengen, die, - hoewel eenigszins subjectief, -althans den samenhang van den overgeleverden tekst herstellen. Het spreekt vanzelf, dat wij in deze uitgave ervan moesten afzien onze vertaling nader toe te lichten en te motiveeren.
Leander stierf waarschijnlijk 13 Maart van het jaar 600 of 601.
* * *
De vertaling van de Schriftuur-teksten, die in deze preeken voorkomen, is, waar dit mogelijk was, - genomen uit de Canisius-uitgave ; meermalen echter dwongen de vorm en de interpretatie van een bepaalden tekst ons ertoe naar een eigen vertaling uit te zien, welke in den samenhang paste. Toch probeerden wij ook hier ons zoo weinig mogelijk van de Canisius-uitgave te verwijderen. De afwijkingen werden slechts een enkele maal in de noten vermeld; ook moesten wij ervan afzien, kleine wijzigingen in den Latijnschen tekst, drukfouten, enz. te verantwoorden. Op het gebied van tekstcritiek is er voor de preeken van Fulgentius nog veel te doen. Wij zouden echter het doel van dit boekje voorbijgestreefd hebben, als wij ons met philologische vraagstukken hadden ingelaten.
Om RK Documenten te kunnen verbeteren is uw reactie zeer waardevol. Heeft u aanmerkingen of suggesties voor verbeteringen of bent u een fout tegen gekomen? Laat het ons weten.